- 25 - 2 O «.Voorstel tot het doen aanleggen van een rijbaan en riolering nabij de Iluybergsebaan. (Dossier nr.46 B,) (Verzameling 1959, nr,17l). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten., 21«Voorstel tot het doen rioleren en verharden van gedeelten van de Sweelinckstraat en de Chopinlaan, (Dossier" nr.4CT~Ë» (Verzameling 1959, nr.162). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 22°D-,S££^jL?A.Ji2iLjl4.j;.^^gJstellen. van een wijziging van, het partieel uitbreidingsplan in. onderdelen "Moerstraatsebaan" (Dossier nr,132 G. (Verzameling 1959? nr.168). De heer DEUS meent dat men zich gelukkig mag prijzen thans een voorstel in de Raad te hebben tot vaststelling van een gewijzigd uitbreidingsplan. Spreker heeft van de Wethouder beluisterd dat de kwestie Zoomovergang vast zit aan dit uitbreidings plan. Spreker geeft dit toe maar hij vindt het onjuist deze zaak om te draaien. Als het uitbreidingsplan in de Raad wordt behandeld zou het kunnen gebeuren dat de Raad zegt: "te zijn het er helemaal niet mee eens,"en eerst daarna komt dan de kwestie Zoomovergang ter sprake. Wat verder het uitbreidingsplan betreft, tot zijn verwondering heeft spreker gezien dat ten zuiden van de Zandstraat, welke een behoorlijk deel van het verkeer op kan vangen, vlak ten tuiden een geheel nieuwe weg is geprojecteerd. Hij gelooft dat dit onnoemlijk veel geld gaat kosten® Bij ziet voor deze geprojecteerde weg helemaal geen aanleiding. De Wethouder - dat moet hij er eerlijkheidshalve bijzeggen - heeft in de Commissie medegedeeld dat het college niet geporteerd is op deze weg en dat deze niet direct uitgevoerd zal worden» Hij meende dit echter toch te moeten stellen. Hij zou gaarne zmen dat de Raad het in zijn geheel stelt en dat in de notulen werd vastgelegd dat Burgemeester en Wethouders niet tot uitvoering van de geprojecteerde Parallelweg zullen overgaan® Wat het totale plan betreft gelooft spreker dat er wel enige consequenties aan vast zitten, In de toelichting heeft spreker gezien dat hier geen winkels en garages gepland zijn in het totale plan. Spreker waagt of het college van mening is dat hier zoveel particuliere bouw gepleegd wordt dat het niet noodzakelijk is dat er garages gebouwd worden. Hij denkt dat het zo is, dat wel naar garages zal worden gevraagd. Maar het is ook zo5 dat bij particuliere bouw de bouwers zelf wel voor garages zullen zorgen» Een tweede zaak is, dat in het plan is geprojecteerd een bejaardencentrum. Dat is hier echter al langer geprojecteerd. Men heeft het gehad over grondprijzen, maar spreker waagt zich af, wanneer er dergelijke gebouwen in geprojecteerd zijn en deze blijven jaren ongebouwd, gaat het dan de gemeente niet behoorlijk veel geld kosten? Denkt eens aan rente op rente voor dergelijke grond. Er is zowat een halve ha.voor gereserveerd, die grond ligt er al jaren, hot schijnt niet gemakkelijk een bejaarden centrum tot stand te brengen» Men moet dan echter de consequentie aanvaarden dat de grond veel geld gaat kosten. Het is spreker voorts opgevallen dat er geen enkele school in dit plan geprojecteerd is, "Is het zo", vraagt hij, "dat de scholen die in het centrum van de stad zijn dit volledig op kunnen vangen, of gaat men pas t.z»t. kijken of er nog scholen gebouwd moeten worden?" De heer NOORMAN zegt dat inderdaad ten zuiden van de Zandstraat in het uitbreidings plan een straat is geprojecteerd, waarvan men zich wel zou kunnen afvragen of deze straat hier wel thuis hoort, Spreker kan ook de verzekering geven, dat deze straat voorlopig niet zal T/orden uitgevoerd en dat voordat er hier wordt gebouwd de toestand van de zaak terdege onder de loupe zal worden genomen» Dit plan ligt enigszins aan de grens van het uitbreidingsplan. Gewaagd is of er geen winkels en garages komen. Spreker moet daarvoor verwijzen naar het structuurplan» In het structuurplan is in de omgeving van het uitbreidingsplan Moerstraatsebaan wel een winkelcentrum gepland, zodat in deze wijk een winkelcentrum niet nodig is» Wat het bejaardencentrum betreft, dat is een aangelegenheid waarvoor nog geen be slissing is gevallen» Het is inderdaad een groet, terrein ,maar de gemeente heeft meer terreinen die moeten blijven liggen» De heer LEIJS kan het er in grote lijnen mee eens zijn» Hij gelooft dat het zo is, wat men ook in het verleden heeft kunnen zien, dat hier geen sta in de weg wordt gesteld voor particulieren die een winkel weg willen zetten» Ook in het oosten is het moeilijk gebleken een winkelcentrum tot stand te brengen. Dat heeft men bij het Piusplein gezien. Wanneer men voorzieningen treft op diverse punten voor wijkwinkels,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 201