- 24 - Uit het structuurplan en het uitbreidingsplan blijkt, dat de overgang over de Zoom hier moet zijn, daar dit de meest geeigende plaats is. Spreker wil dan de verschillende vragen beantwoorden, In de eerste plaats zou hij wil len mededelen dat het inderdaad onvermijdelijk is dat een deel van het Volkspark wordt afgesneden, voorlopig een klein gedeelte, inaar op de duur zal er meer van het park af gaan omdat de weg een vloeiend verloop moet krijgen naar de stad, Natuurlijk betreu ren Burgemeester en Wethouders het dat een stuk van het Volkspark hieraan ten offer valt, maar zoals is opgemerkt is aan de andere kant terrein beschikbaar van de wei van Bastiaansen, om bij het park te voegen. Spreker kan de verzekering geven dat een plan zal worden uitgewerkt om het deel van de wei van Bastiaansen dat buiten de andere plannen valtbij het park te trekken. Nog is de vraag gesteld, spreker meent door de heer Leijs, waarom er bij de stukken geen advies was van de verkeerscommissie, 'Dat kan zijn, maar het spreekt van zelf", zegt spreker, "'dat de dienst bij het maken van de plannen wel degelijk rekening heeft gehouden met de eisen welke het verkeer stelt en daarbij zeer zeker het advies van een verkeersdeskundige heeft gevraagd"0 Wat betreft de claim van de brug, het is zo dat er vergoeding voor geleden oorlogs schade verleend wordt, maar alleen wanneer het object herbouwd wordt. De brug aan de van Overstratenlaan is verwoest, er bestaat een claim voor oorlogsschade van deze brug, maar alleen als ze herbouwd wordt, Men kan daarvoor wel een vervangend object aanwijzen., Het is al meer voorgekomen dat iets niet op dezelfde plaats wordt her bouwd, Maar men stond nu voor de keuze wachten of ooit in de toekomst de brug aan de van Overstratenlaan wordt herbouwd, hetgeen helemaal in de lucht hangt, of deze over gang aanwijzen als het vervangend object, Te verwachten is dat de hele materie van de oorlogsschade binnen niet al te lange tijd een einde neemt en dan staat men voor de keuze of het object uitvoeren of de nare consequentie aanvaarden dat men er geen vergoeding voor ontvangt. Daarom zou spreker zeggen,laat men deze overgang als vervangend object nemen. De heer LEIJS merkt op de eerste plaats op, niet overal antwoord op te hebben gehad. Hij neemt dit niet kwalijk omdat men tenslotte niet alles bij kan houden. Als de Wethouder stelt dat de dienst het oor te luisteren heeft gelegd bij een ver keersdeskundige dan twijfelt hij daar niet aan, maar hij gelooft dat in het verleden over dergelijke plannen het advies van de verkeerscommissie werd gevraagd. Daarin zijn verschillende instanties, zoals de A.N.W.Btvertegenwoordigd, ook het vervoerswezen en dat vindt spreker van essentieel belang. Daarom zou hij het advies van de verkeers commissie zeker willen vragen. Spreker is niet overtuigd dat, waar de monding van deze weg loodrecht komt te staan op het Bolwerk Zuid, dit een practische oplossing is, waar het verboden is van hieruit het Bolwerk Zuid in te rijden- Daar is één-richtings verkeer en men zal een bepaalde manoeuvre moeten maken om het Bolwerk Noord of de Zoomweg op te rijden. Dat lijkt hem vrij ingewikkeld. De heer NIJSSEN kan het ook met de Wethouder niet eens zijn wanneer hij zegt dat deze situatie door de dienst van gemeentewerken is goedgekeurd. Hij zou met de heer Leijs willen zeggen; Waarom is de verkeerscommissie daarbij niet ingeschakeld? De verkeerscommissie is toch een commissie welke volledig deskundig kan worden ge acht, Wanneer men in deze "bocht de weg loodrecht laat uitkomen geeft dat moeilijk heden vooral waar de weg uitmondt op een deel van de weg die niet bereden mag worden. Het is niet zijn bedoeling nu reeds van de weg een vierbaans-weg te maken, maar wanneer men de weg hier vloeiend laat uitkomen voorkomt men moeilijkheden. Nu ligt de weg bijna in de bocht» Als er van de overzijde verkeer aankomt kan het verkeer gehinderd worden. Het verkeer dat van de Zoomweg afkomt rijdt sneller, waardoor ongelukken zouden kunnen voorkomen. Spreker gelooft dat het belangrijk is de verkeerscommissie alsnog in te schakelen. De heer van LEEUWEN zegt dat het zijn volle instemming heeft dat deze brug over de Zoom daar komt. Met de heren leijs en Nijssen is spreker het eens dat de verkeers situatie daar in de toekomst in gevaar komt. Daarom zou hij willen voorstellen het stuk aan te houden en alsnog de mening van de verkeerscommissie af te vragen. De VOORZITTER zegt dat, als het uitstel kan lij den, het college er geen bezwaar tegen heeft dit een maand aan te houden. Als dat althans het bezwaar is. Maar er zijn andere bezwaren gehoord over de ligging van de brug en spreker gelooft dat dit niet samenhangt met de verkeersmoeilijkheden. De heer NOORMAN merkt op dat de ligging van de brug voorkomt op het structuur plan, Wanneer men het er niet mee eens is zal men dus het structuurplan moeten wij zigen, De VOORZITTER zegt toe het dan te zullen laten bekijken op de verkeersmogelijk- heden, De heer LEIJS vraagt of het geen bezwaar is het hele stuk terug te nemen. De VOORZITTER vindt dit niet bezwaarlijk. Besloten wordt dan zonder hoofdelijke stemming het punt aan te houden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 200