GEMEENTERAAD VAN BERGEN OP ZOOM.
iBah-andaid in deRsadsvergaderteö
EERSTE VERGADERING.
Vrijdag 30 januari 1959, des namiddags om 8 uur.
Voorzitter: de heer Ir.L.A.H.Peters
Aanwezig: Mevrouw A.Juten - van As en de heren B.J.Scheppink, J.W.H.C.Akkermans, C.A.
van Doorn, M.E.Broos, J.van Leeuwen, D.J.J.Nijpels, Jos.de Jaeger, C.A.C.de Wit, P.A.M.
Nijssen, W.K.Benner, J.M.Veraart, Mr.H.P.P.M.Gerritse, E.Noorman, M.P.Bakx, P.Ratsma,
C.P.Franken, Drs.M.J.BergerF.J.B.Houtman, Drs.P.M.J.C.Asselbergs en D.Leijs.
Afwezig met kennisgeving: de heren Jos de Moor en C.Ambagts.
Secretaris: de heer Mr.J.C.A.F.Kuijpers.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en deelt daarna mede dat bericht van
verhindering is ingekomen van de heren de Moor en Ambagts. De heer AmbagtsLeeft hem
tevens verzocht mede te willen delen,dat hij in de volgende vergadering weer aanwezig
hoopt te kunnen zijn.
Hij stelt voor de aanvullingsagenda welke de leden is toegezonden na afdoening van de
hoofdagenda te behandelen. Verder deelt spreker mede dat op deze avond alsnog zijn rond
gedeeld een tweede herziening van de stukken 28 en 29. De reden daarvan zal wel worden
bekend gemaakt bij de behandeling van de betreffende stukken. De inhoud is overigens
practisch hetzelfde gebleven.
De Voorzitter wil dan de gewoonte getrouw een korte toespraak houden bij het begin van
het nieuwe jaar, in deze eerste vergadering van de Raad in het nieuwe jaar.
Het verheugt spreker, dat hij de leden van de Raad bij gelegenheid van deze eerste ver
gadering in 1959 een gelukkig en voorspoedig jaar mag toewensen. Hij hoopt, dat het
nieuwe jaar voor de leden en voor hunne dierbaren een zegenrijk jaar moge zijn, dat een
goede gezondheid hun deel moge blijven en dat hun de kracht en de wijsheid mag worden ge
schonken om in hun openbaar ambt de mooie taak ten behoeve van de stad Bergen op Zoom
met vrucht te kunnen vervullen."Moge Gods zegen rusten op uw arbeid in 1959""
_Voordat wordt overgegaan tot de orde van de dag, zou hij nog gaarne enkele woorden wil
len spreken naar aanleiding van de jaarwisseling en daarbij een blik willen werpen in
het verleden en in de toekomst.
In de samenstelling van de Raad kwam in het afgelopen jaar inderdaad een grote verande
ring bij de gehouden verkiezingen, waardoor 13 oude leden terugkeerden en 10 nieuwe hun
intrede deden. Ook het College van Burgemeester en Wethouders onderging wijziging. Van
de 4 Wethouders waren er 3 nieuw.
Wanneer spreker de leden van de Raad reeds op de laatste vergadering van het vori
ge jaar mocht danken voor hun arbeid ten behoeve van de gemeente, dan meent hij dat hij
vandaag bij de aanvang van deze beschouwingen ook een woord van dank mag en moet richten
tot allen die het Gemeentebestuur bijstaan, het personeel van de secretarie, van de dien
sten en de bedrijven van hoog tot laag. Hij dankt hen voor de toewijding, waarmede zij hun
taak in het verleden hebben volbracht, en hij wenst hen evenzeer veel geluk en voorspoed
in het nieuwe jaar. Spreker vertrouwt ook dat zij in de toekomst met de zelfde ijver en
nauwgezetheid, hun gaven van hoofd, van hand en hart zullen aanwenden ten behoeve van
de gemeenschap
"In een land als het onze", zegt spreker,"dat in zijn economisch leven in hoge mate
afhankelijk is van de irren uitvoer en dus van de betalingsbalansvindt een storing in
de economische ontwikkeling b.v.door inflatie of overbesteding,zijn neerslag op de valuta,
de positie van de gulden, zoals populair wordt uitgedrukt. Men kan dit samenvatten met
de namen consumptie-beperking, bestedingsbeperking, investeringsbeperking.
Van een en ander heeft men in het jongste verleden wederom het effect gevoeld, eerst
in de moeilijkheden bij de financiering van de gemeente en vervolgens in de inkrimping
der arbeidsgelegenheid.
Th 1956 beliep het verlies aan goud en deviezen bij de Nederlandse Bank en de
deviezeribanken bijna een milliard gulden en de regering besloot tot monetaire en finan
ciële maatregelen, waarvan de verzamelnaam in 1957 bestedingsbeperking was.
Deze maatregelen hadden tot gevolg dat het deviezenverlies van 1956 in 1957 omsloeg tot
een deviezen-toename van 400 millioen gulden en in 1958 tot een toename van ongeveer
1 milliard 300 millioen gulden. j
Wanneer men kijkt naar de volume-cijfers van het verbruik en de investeringen in die japen,
blijkt dat de bestedingsbeperking van 1957 en 1958 eerder gekenmerkt is door een ver- j.
traging, een onderbreking van de opwaartse groeit, dan door ..een werkelijke achteruitgang.
De investeringsbeperking bij de overheid stond in 1957 op hetzelfde peil als in 1956 en
gedeeltelijk ook in 1958 n.1.5,6%. De overige overheidsbestedingen^stegen met 0,4% en in
1958 een kleinigheid meer. Waarschijnlijk zijn deze bestedingen dus iets achter gebleven
s ,wo-
