If
dienst gemeentewerken zomaar bulldozers te sturen op een terrein dat in feite van
een particulier bedrijf is !t een en ander geschrevenOp zich kan men dit geschrijf
niet vermijden, dat hoeft ook niet, men moet de aanleiding die tot dat geschrijf leidt
vermijden, maar zeer wonderlijk en zeer ergerlijk is het dat de Wethouder van openbare
werken blijkens het artikel meent, er goed aan te doen met vuil te werpen naar alle
mogelijke mensen, terwijl hij toch zelf tot op grote hoogte verantwoordelijk is voor de
ontstane toestand. Het is tenslotte en spreker vertrouwt dat de heer Noorman dat
niet zal vergeten de Raad van de gemeente Bergen op Zoom, waar hij deel van uitmaakt,
die alle desbetreffende besluiten heeft genomen. De heer Noorman heeft, voorzover hij
deze besluiten mede nam, nooit daarover een woord van oppositie laten horen. Sterker,
het besluit van 30 december 1958 waarbij de Raad de hoeveelheid te onteigenen grond wel
verminderde, maar, zo gelooft hi^ in veel te geringe mate, is door de heer Noorman voor
bereid en verdedigd. En de bulldozerkwestie is tenslotte ontstaan door het optreden
van het departement waar de heer Noorman verantwoordelijk voor is.
"Wel", zegt spreker,"zoals M zo vaak gaat, zo gaat het ook bij de heer Noorman. Hij
dient eerst naar de balie in eigen oog te zien voordat hij rept van de splinter, voor
zijn part ook de balken, in andermans oog en dat te eerder waar hij met dat te doen,
speelt met de reputatie van. onze stad zelve." Dat is het vrat hem zeer, zeer hoog zit.
"Maar waar willen we nu heen"? vraagt spreker. Hij heeft de indruk dat de tijd hier goede
raad kan brengen. Het lijkt heni mogelijk dat het gemeentebestuur de kwestie van de te
onteigenen grond nog eenmaal geheel opnieuw beziet en de firma Irimbach nog eenmaal
de kans moet geven eindelijk gezond te onderhandelen.
"Aan ü\zegt spreker tot de Voorzitter,"om dan het wijze woord te vindehi Gaarne ziet
hij diens zienswijze tegemoet.
De heer NIJPELS doet het buitengewoon veel genoegen dat de heer Asselbergs over
dit punt spreekt. Immers de heer Asselbergs en zijn fractiegenoten zijn de mensen ge
weest die de kwestie Irimbach in de vorige zittingaL hadden moeten bekijken, want zoals
hij al meer heeft opgemerkt, regeren is vooruitzien. Hij meent te weten dat de heer
Asselbergs in deze gefaald, totaal gefaald heeft en het is dan ook eigenlijk niet aan
hem om terug te komen op deze kwestie van de bulldozers welke in de kranten gestaan
heeft. Uiteindelijk heeft het vorige college hiervan de schuld dat had' hier -
voor moeten zorgen.
Overigens doet het spreker buitengewoon veel genoegen dat de heer Asselbergs over dit
punt gesproken heeft. Hieruit blijkt zijns inziens dat door de aanwezigheid in de Raad
van de Katholieke Stadspartij er een andere wind gaat waaien in de Raad. Dat hebben
wij nodig, We moeten een vooruitziende geest hebben en met vooruitziende blik werken.
Hij zou willen zeggen tot de heer Asselbergs: "Gaat op deze weg voorts Op zijn medewerking
kan hij daarbij rekenen.
De heer NOORMAN zou het zakelijke en persoonlijke van wat de heer Asselbergs naar
voren heeft gebracht afzonderlijk willen behandelen en dan wil hij met het zakelijke
beginnen.
Zoals de zaak nu ligt, moet men voorop stellen dat er een uitbreidingsplan is ge
maakt, een plan voor aanleg van wegen en voor de bouw van woningen. Op een gedeelte
van het terrein waarover het hier gaat zullen ten behoeve van de continubouw 14 woningen
worden gebouwd, eengezinswoningen. Momenteel is de ?/egaanleg in uitvoering, de riole
ring heeft plaats gevonden en het is bijna dan ook onmogelijk de klok nog terug te
draaien.Men zou dan de uitgaven die tot nu toe gedaan zijn, weer ongedaan moeten maken
en het uitgevoerde werk weer teniet moeten doen. Dat zou kosten en grote kosten met
zich meebrengen. Het lijkt hem verbazend moeilijk, zoals de zaken nu staan, te zeggen dat
de grond waarover de onteigeningsprocedure loopt weer het eigendom zou blijven van
de firma 'Irimbach. Een bijkomstige omstandigheid is dat dit terrein hoekig is en met
een punt in het gehele uitbreidingsplan steekt.
Spreker moet zeggen dat hij daar geen practische oplossing voor ziet. Men kan zijns
inziens moeilijk het in uitvoering zijnde werk stop zetten en de uitgaven die gedaan zijn
dan maar als in het water gegooid beschouwen. Spreker weet niet of de heer Asselbergs
daarvoor een kans gezien heeft. Wat uitgevoerd is loopt dwars door het onteigende ge
bied en het lijkt hem moeilijk, welhaast onmogelijk om dit ongedaan te maken. Spreker
heeft geen suggestie gehoord om het op een andere manier te doen, door iets weg te laten
of iets bij te voegen. Dat vindt hij jammer. De enige mogelijkheid welke aanwezig was is
in december 1958 tot stand gekomen. Dat is een voorstel geweest om van het gemeente
lijk terrein iets bij het achterterrein van de firma Irimbach te voegen, waardoor dit
aan de straat kwam te liggen, zodat de aan- en afvoer van goederen mogelijk werd.
De grens liep voordien dwars door een loods en door de zaak hier iets recht te trekken
is ook deze behouden kunnen blijven.
Een andere overweging komt daar bij. De heer Asselbergs stelt dat het bedrijf grond
ontnomen zal worden welke het broodnodig heeft. .Spreker kan dit niet beoordelen,
hij heeft niet zoveel verstand van dit bedrijf. Hij heeft enige malen het bedrijf bezocht
en is wel tot de overtuiging gekomen dat men kampt met een geweldig ruimte-gebrek.
De loodsen zitten volgetast tot aan het plafond. Het is een industrie die veel
ruimte vraagt. Er worden 60 tot 80 duizend kilo's karton per week binnengebracht.
De heer Irimbach heeft hem verteld dat, wanneer er hier geen ruimte komt, hij elders een