11 -5- wijze zij uit de moeilijke zakelijke omstandigheden zouden kunnen geraken. Zij zijn in overleg getreden met het gemeentebestuur en er is een bespreking gehouden waarbij ook een deskundige van de zijde van de landelijke middenstand en mede van het departement is betrokken geweest, om te zien op welke wijze zij -spreker wil het eenvoudig uit drukken- konden verhuizen. Het viaduct is nu reeds anderhalf jaar in gebruik en men zit in de Balsebaan nog met dezelfde moeilijke situatie, spreker zou kunnen zeggen met een nog verslechterde si tuatie voor de betrokken middenstanders. Week na week zien zij hum inkomen dalen en op hun vriendelijk verzoek aan het gemeentebestuur om met deze zaak op te willen schieten, is tot heden niets gedaan. Nu zij zich tenslotte tot de Raad hebben ge wend, verschijnt er een concept-brief, waarin staat dat met de meeste voortvarend heid aan het probleem gewerkt zal worden. De moeilijkheid zit in de kwestie welke enkele maanden geleden in de Raad besproken is, zij het voor een andere zaak, n.1. de aankoop van twee perceeltjes in de Balsebaan met een klein stukje daarachter ge legen grond. De aankoop van deze twee perceeltjes is pas ter sprake gekomen naar aanleiding van een schrijven dat de betreffende partij aan de Raad gericht heeft om een uitspraak van de Raad of een vorige aankoop juist was of niet juist was. Spreker stelt zich voor dat, wanneer dat schrijven niet was gekomen, de behandeling van de ze aankoop nog wel even langer zou hebben geduurd. Ondertussen, als hij een van de personen van de Balsebaan goed begrepen heeft, is het zo ver gekomen, dat door de lange duur van deze kwestie van het aantal gegadigden die zich in eerste instantie handden gemeld om elders te bouwen er thans zich reeds 2 hebben moeten terugtrekken om financiële redenen, omdat ze geen kans zien tot. nieuwbouw te komen. Als spreker verder goed begrepen heeft, willen de zakenlieden komen te zitten in de Maritsstraat, welke straat ligt tussen de Balsebaan en het ver lengde van het viaduct. Hij heeft ook begrepen dat de oppervlakte welke deze zaken lieden nodig hebbem, ongeveer zou bestaan uit 32 meter front en dan een aantal meters diep. Spreker vraagt zich af of het juist is - misschien is het college niet op de hoogte van de afmetingen als gevolg v.an het minder veelvuldig contact dat over deze kwestie heeft bestaandat er een oplcss'ing is te creëren tussen de Balsebaan en het verlengde van het viaduct, op de grond welke reeds eigendom van de gemeente is, zo dat de mensen spoedig aan de slag zouden kunnen gaan en de verloren tijd zo spoedig mogelijk zou zijn in te halen. Men moet begrijpen dat hoe langer het duurt hoe moei lijker de omstandigheden worden. Hoe moeilijk de omstandigheden zijn, heeft men kun nen lezen uit de brief. De mensen doen geen enkele aanspraak- zij kunnen dit ook niet doen - op de gemeente voor tegemoetkoming in het verlies dat zij door het viaduct heb ben geleden. Zij vragen alleen:"Gemeente wijst ons zo spoedig mogelijk grond toe en stelt de Raad voor deze grond te verkopen aan ons, om spoedig tot opbouw van onze za ken te komen ".Spreker vraagt zich af of er van de zijde van Burgemeester en Wethou ders dus reeds contact is geweest en of Burgemeester en Wethouders er van overtuigd zijn dat de perceeltjes grond waarvan in de concept-brief gewag wordt gemaakt, beslist wel nodig zijn. Hij krijgt de overtuiging dat deze perceeltjes nog jaren lang kunnen blijven liggen en dat toch de bouw van een nieuw zakenpand voor de middenstanders van de Balsebaan gerealiseerd kan worden. Spreker zou graag op zijn concrete vraag een antwoord willen hebben. De heer LEIJS zegt dat in de brief gericht aan de Raad door de middenstanders van de Balsebaan staat vermeld dat het laatste contact dat deze lieden hebben gehad met het college, geweest is 23 maart 1959. Bij dit onderhoud zou medegedeeld zijn, dat de grondprijs af zou hangen van de onderhandelingen die gevoerd zouden moeten worden, Wanneer dat zo is en de datum van het laatste contact, 23 maart, is juist, da© zou men naar zijn mening op het ogenblik een heel stuk verder moeten zitten."Of", vraagt spreker," is er mogelijk tussentijds geen gelegenheid geweest er iets aan te doen?". Medegedeeld is dat het college vanaf die datum de zaak zou voorbereiden en ook is medegedeeld dat men de waarde van de panden die nog mossten worden aangekocht zou laten taxeren. Als dat vlot gebeurd is na de 23e maart dan was het z.i. toch moge lijk geweest de bewoners van de Balsebaan hiervan op de hoogte te stellen. Verder wil spreker zich volledig aansluiten bij wat de heer Houtman heeft gesteld. Er kan toch onderzocht worden of voor realisering van de zakenpanden de panden van Verpalen nog kunnen blijven staan, zodat deze zaak mogelijk opgeschoven zou kunnen worden.Spreker gelooft ook dat de situatie zo is dat aan het verzoek van de midden standers van de Balsebaan kan worden voldaan, dat de bouw van nieuwe zakenpanden voor hen mogelijk is en daarvoor de panden van Verpalen niet nodig zijn. De heer NOORMAN zegt dat door het sluiten van Wachtpost XIII het verkeer door de Bals ebaan sterk is verminderd, waardoor de middenstandszaken, de zes gedupeerde middenstanders in de Balsebaan, een ernstige terugslag in hun zaken hebben ondervon den. Oorspronkelijk hebben zij zich tot het gemeentebestuur gewend, tot het vorige college, met de vraag of hiervoor niet een compensatie verleend kon worden, omdat van de zijde van de gemeente de afsluiting van Wachtpost XIII was tot stand gekomen, Het gemeente-bestuur heeft zich op het standpunt gesteld dat enige vorm van schadever goeding niet op haar plaats zou zijn, omdat'dit nö. eenmaal een onvermijdelijke gsrg van zaken was.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 181