Ukb'Ub 15* Yoorstel tot het van het waterschap "De Polders van Halster-en", gevestigd te Halste- ren aankopen van een perceel sllkgrond ten behoeve van.de aanleg van de nieuwe haven, (Dossier nr„41B~30). (Verzameling 1359, nr„ 144). Zonder beraadslaging en zónder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten,, 6Voorstel tot het voorlopig goedkeuren van een plan tot het in het belang der volks- huisvesting onteigenen ten name van de gemeente Bergen op Zoom van enige onge bouwde en gebouwde eigendomaen of gedeelten daarvanbegrepen in het partieel uitbreidingsplan "Oost", zöals dit plan gewijzlgd is bij besluit van de Raad der gemeente van 24 april 1959, nr,97 Tar tike1 77, sub 4° der Onteigeningswet), (Dossier nr.133 E. (Verzameling 1959, nr. 135)® De heer BUSSEN wil over het plan als zodanig niets zeggen, maar uit de overge legde stukken blijkt dat de ont der handelingen met de Raayberg niet het gewenste re sultaat hebben opgeleverd en Worden voortgezet. Wanneer hij goed is ingelicht, loopt dit onderhoud reeds van 1953, toen het oude uitbreidingsplan nog bestond. Er is toen reeds gevraagd en geboden, doch bij wijziging van het plan zijn de onderhandelingen stopt gezet. Nu er een nieuw plan is gekomen,zijn de onderhandelingyweer hervat. Naar aan leiding daarvan zijn als deskundigen van de gemeente de heren van Vianen en Snoek naar de Raayberg gegaan en hebben een bod gedaan var. ƒ.60.000,-. Gevraagd werd ƒ.72.500,-, zodat er een verschil was van ƒ,12,500,Nu begrijpt spreker niet dat Burgemeester en Wethouders een prijs noemen van ƒ,50,000,-. Door Burgemeester en Wethouders wordt in dergelijke zaken steeds gesproken van niet-deskundigheid en nu wij ken zij af van het advies van de deskundigen. Dat doet vreemd aan en dat kan hij ook niet begrijpen. Naar zijn mening klopt hier'iets niet. Spreker zou ernstig in overweging willen geven te trachten in deze tot een oplossing te komen. De procedures welke over dergelijke materies zijn gevoerd, zijn over het algemeen niet gunstig uitgelopen en daarom zou hij willen vragen; tracht eén minnelijke schikking te verkrijgen. De heer 1EIJS wil ook niet spreken over het voorstel als zodanig. Het voorstel is in de Commissie behandeld en na de daarin-gegeven uiteenzetting is hij tot de con clusie gekomen dat Burgemeester en Wethouders met deze voorlopig goedgekeurde ont eigening moeten werken om tijdig iets te kunnen bereiken. Deze kwestie is reeds meer in de Raad besproken, n.l. baj de vaststelling van het partiële uitbreidirg splan. Spreker heeft toen reeds gesteld dat men zich in een verschrikkelijk moeilijke onder handelingspositie stelt en dat men in een keurslijf komt te zitten wanneer men hier de continubouw,1960 wil realiseren. Zijn sprekers inlichtingen juist, dan is het zo, dat, als dit wordt aangenomen,het toch niet mogelijk zal zijn, althans voor 1960, de continu bouw daar te realiseren» Men zal', hoogstwaarschijnlijk naar een andere plaats uit moeten zien. En niet alleen hoogstwaarschijniijk„want men heeft ten aanzien van de continubouw verplichtingen tegenover de aannemer, men zal bouwrijpe gronden moeten hebben, daar de gemeente anders in gebreke zal worden gesteld. Fij vraagt nu of het niet kan gebeuren, zo hljr niet volledig tot de continubouw 1960 kan worden overgegaan, dat daarvoor andere bouwrijpe terreinen in optie genomen kunnen worden De heer de JAEGER zou, zich aansluitend bij wat de heer Leijs naar voren heeft ge bracht, toch ook even op deze materie willen ingaan, In het schrijven staat dat men jammerlijk genoeg er niet in geslaagd is met de eigenaar tot een minnelijke schikking te komen. Toen destijds het plan"De Zeekant"aan de orde is geweest,heeft ondergeteken de ook gepleit voor de jonge industrie welke daar geplaatst is. Men zegt altijd dat men de grootst mogelijke medewerking wil verlenen vooreen jonge industrie, maar spreker zou willen benadrukken dat dit ook zeer ter harte moet worden genomen. Wat is het geval geweest niet bij dit maar bij het uitbreidingsplan "De Zeekant"? Wat is daar gisteren of eergisteren gebeurd? Men heeft er bulldozers opgezet De VOORZITTER hamert en zegt dat dit niet aan de orde is. De heer de JAEGER zegt dat het ook gaat over een uitbreidingsplan en het niet kunnen treffen van een minnelijke schikking. Hij meent daarom dat deze kwestie er ver band mee houdt. De VOORZITTER merkt op dat dit er geen verband mee houdt. De heer NOORMAN deelt mee dat de onderhandelingen met de eigenaresse van de Raayberg op een mislukking zijn uitgelopen. De prijs ?elke voor het terrein werd ge vraagd was dermate hoog dat deze voor het college onaanvaardbaar was. Door de heer Nïjssen is het bedrag genoemd dat door de gemeente geboden zou zijn, "maar", zegt hij, "dit bedrag was niet definitief De vooronderhandelingen gaan buiten verantwoording van het college en dat bedrag is door het college niet aanvaard. Door de heer Nijssen wordt genoemd een bod van ƒ,60.000.',maar als men de stukken goed heeft nagezien vindt men daarbij een nota van de Wethouder van Openbare Werken, waarin wordt betoogd dat W. '.OSZ 'k

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 171