SS a-v.i a ure -X'. ev jJöftï u;r :-:vr I::.- ning "biedt aan de jeugd van de stad» Men kan natuurlijk onderscheid maken, maar naar zijn mening zijn de drie doeleinden vai de vereniging niet te scheiden. Het is allemaal één vereniging en deze vereniging krijgt reeds een subsidie van ƒ.1,50 per lid, omdat het een sportorganisatie is» Men kan nu wel zeggen:"de vereniging doet ook aan ont spanning en heeft daarvoor extra subsidie nodigt maar het is praktisch onmogelijk op een incidenteel verzoek daartoe in te gaan» Wanneer men verenigingen die al subsidie krijgen voor publieke uitvoeringen een geldelijke "bijdrage geeft, is de kans groot dat andere verenigingen ook met dergelijke verzoeken komen» Men heeft dan geen vaste norm meer» Men moet een "bepaalde norm stellen, waar xen zich aan moet houden- waar "blijft de norm als andere verenigiï^pihe tzelfde verzoete en? loet men dan nimmer een subsidieverzoek afwijzen? Spreker vindt het een gevaar wanneer men een precedent zou scheppen; "bovendien meent hij dat uit de doelstelling van de vereniging niet kan worden afgeleid dat er aanleiding is om een extra subsidie te verstrekken» Hieruit mag niet worden begapen, zoals door de heer Nijssen. werd gesuggereerd, dathet college het peil van de voorstelling niet de moeite waard vond om er naar te gaan kijken» Men moet hier rekening houden met de posiüe waarin het college verkeerde. De uitnodiging van de vereniging is op 14 april binnen gekomen en dezelfde a-vond was de uitvoering waarop het college werd uitgenodigd» Als men weet dat er op dezelfde dag een vergadering was waarop 4 leden van het college noodzakelijk aanwezig moesten zijn en dat het vijfde lid van het college elders een bijeenkomst had in de stad, dan zal men begrijpen dat het onmogelijk geweest is om de rolschaatsenshow hij te wonen en dat het geen gebrek aan belangstelling geweest is. Door de heer Wijss en werd voorts de stelling geponeerd dat vele verenigingen ten dode zijn opgeschreven wanneer de gemeente niet meer geld geeft. Deze stelling kan het mooi doen, maar bergt toch ook gevaren in zich, "Denkt eens aan het feit", zegt spreker, "dat er talloze verenigingen zijn op verschillend gebied, die een zelfde doel nastreven en voor wie het juist door de veelheid onmogelijk kan zijn levensvatbaarheid te hebben". Men kan wel zeggen dat de belangstelling van de besturen daalt als de overheid geen ge ld-inj.ee ties geeft, maar spreker meent dat de besturen de hand in eigen boezem moeten steken. Hij vraagt zich af of het niet gewenst is op sommige terreinen - dit is in bet algemeen - tot grotere concentratie over te gaan.» Spreker heeft geen cijfers, maar men moet eens nagaan hoeveel verenigingen er zijn op het gebied van sport en ont manning, muziek en toneel en hij vraagt zich dan af of he t voor de gemeente mogelijk is deze in de toekomst te blijven sub sidderen zoals ze nu gesubsidieerd worden. Spreker acht het een reden te meer om met een afwijzend advies te komen bij, de Gemeente raad,waar het hier een dubbel subsi die-ver zoek betreft» Er wordt reeds subsidie ge geven en nu werdt een extra subsidie gevraagd voor een uitvoering. Daarop adviseren Burgemeester en Wethouders afwijzend te beschikken, Door de heer Nijssen is nog gezegd dat er wel andere uitgaven worden gedaan die minder doelmatig zijn. Spreker rekent er vast op dat de heer Nijssen zijn stem zal laten horen wanneer hij meent dat een bepaalde uitgave niet doelmatig is, evenals hij nu volijverig voor deze subsidie pleit. Bij zijn wederwoord aan de twee- eerste sprekers meent spreker ook de heer Ratsma beantwoord te hebben» Het is inderdaad op grond van het gevaar voor een precedent dat Burgemeester en Wethouders afwijzend op het onderhavige subsidie verzoek menen te moeten adviseren en op de tweede plaats menen Burgemeester en Wet houders dat,waar de betreffende vereniging reeds subsidie krijgt, hier geen tweede sub si die meet worden verleend.» Door de heer Ratsma is gestel d dat liet jeugdwerk in principe buiten de vermake lijkheidsbelasting moet vallen. Dat kan op het ogenblik niet op grond van de tekst van de verordening op de vermakelijkheidsbelasting, Spreker betwijfelt ook of dit noodzake lijk zou zijn, hoe zeer hij het jeugdwerk ook een goed hart toedraagt. Hij moet in ver band met de financiële positie van de gemeente met nadruk zijn stem verheffen wanneer er sprake is van verhoging van uitgaven zonder dat deze strikt noodzakelijk zijn. De heer de JAEGER dankt de Wethouder dat hij hier zo uitvoerig op ingegaan is, maar hij kan het in alles toch niet met hem eens zijn. Om te beginnen is hij het niet eens met de mededeling dat,omdat er maar één voorstel was,de Commissie er niet in gekend is, omdat het niet de moeite waard was de Oommissie bij elkaar te roepen, "Het is toch meer gebeurd", zegt hij, "wanneer er maar één voorstel was dat de zaak schrifte lijk behandeld werd en gevraagd werd als men er voor of tegen was dit schriftelijk te willen kenbaar maken." Daarom bevreemdt het spreker dat de Wethouder dit zo lanceert. Ten tweede heeft de Wethouder gezegd dat de begroting en het verzoek om ontheffing van vermakelijkheidsbelasting te laat warmingediend. Het is nog niet zo lang geleden dat hisr een voorstel ter tafel kwam een week of"6 nadat de betrokken uitvoering was gegeven"Misschien zal men zich dit nog herinneren", zegt spreker, "het betrof de Oratoriumvereniging"» De uitvoering was al. lang achter de rug en het verzoek om subsidie was na de uitvoering binnen gekomen. Ten derde heeft de Wethouder gemeend dat de avond voor betrekkelijk weinig publiek gegeven is, maar spreker kan verzekeren dat de zaal tjokvol is geweest» Honderden zijn moeten warden teruggestuurd omdat er geen plaats meer was in de zaal van Thalia. 'X'ivt;' V rj v t ,f r, "V":> - '"•'J isUP XX X -T.' X- -vf 8 -

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 168