27Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959.
(55e wijziging),
28, Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 195?
(56"e" wijziging) en wijziging van de begroting van de dienst van gemeente
werken voor het dienstjaar 1959 (1 5ewijzighg"7(
29» Voorstel tot wijziging van, de gemeente-begroting voor het dienst,jaar 1959
(57e wijziging) en wijziging van de begroting van de dienst van gemeente
werken'voor het dienstjaar 1959 (16e en Vjè wjjziging
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig.de voorstel
len 2é. t/m 29 van Burgemeester en Wethoude s besloten,
AaNVULLINGSAGENDA
1Voorstel tot het stellen van zekerheid voor de betaling van rente en. aflossing
van 25 hypothecaire geldleningen voor de aankoop van particuliere premiewoningen
voor zelfbewoning,
(Dossier nr.142 C.
(Verzameling 1959, nr. 128).
De heer ASSELBERGS vraagt niet het woord omdat hij over het voorstel zelf kritiek
zou hebben, integendeel, hij juicht het toe dat deze zekerheidstelling door de gemeen
te wordt gegeven omdat daarmee de woningbouw zeer gediend is, maai' hij meent iets
anders te moeten vragen. Dit stuk is de Leden nagezonden en is erg recent. Nu heeft
spreker de indruk dat, wanneer deze aanvrage toevalligerwijze 1 of 2 dagen later zou
zijn ingediend, ingevolge het feit dat de Raad. over dergelijke stukken te oordelen
heeft, een dergelijke zaak een maand zou. moeten wórden uitgesteld. Spreker vraagt zich
af of dit enige zin heeft. Dat zou alleen tot gevolg kunnen hebben dat de bouw van
deze woningen een maand werd opgeschoven. Hij vraagt zich eveneens af of het voor de
Raad als zodanig belangrijk is om precies te weten welke mensen dit betreft. Is het
niet zo, dat men er van kan uitgaan dat het college voldoende zal bekijken of de
mensen kredietwaardig zijn? Hij vindt het een formele regeling welke op dit soort zaken
onnodig schadelijk kan werken, doordat de aanvang van de houw met een maand zou kunnen
worden vertraagd. Daar ziet spreker de zin niet van in. Spreker vraagt de mening van
Burgemeester en Wethouders. "Is het mogelijk", vraagt hij,"dat, zo de Raad er iets
voor voelt, Burgemeester en 'Sethouders gemachtigd worden dergelijke zaken af te hande--
lerrt
De heer GERRITSE merkt op dat de heer Asselbergs hier een probleem aansnijdt
wat meer voorkomt. Dit is een bevoegdheid die wettelijk aan de Raad toekomt en men
loopt natuurlijk het risico wanneer men aan de Gemeenteraad een verzoek doet en dat
komt te elfder ure binnen, dat het dan niet tijdig in de Raad gebracht kan worden.
Het kan in sommige omstandigheden erg jammer zijn, maar dat is een risico dat niet
de Raad regardeert, maar de aanvrager, de verzoeker treft. Het is de Raad ook bekend
dat in verschillende gevallen dat gebouwd moet worden - het is in de Raad al eens
ter sprake geweest grote tijd gemoeid is. Maar aan de andere kant is het ook moeilijk
voor de Raad om een tussentijdse vergadering te houden om een beslissing te nenen op
een verzoek dat te laat is binnen gekomen. Ook aan de kant van de bouwer moet men
rekening houden met de moeilijkheden; als men geld wil lenen en als men de gemeente
daarvoor garant wil doen zijn, dan moet men rekening houden met het feit dat er een
bepaalde tijdsduur mee gemoeid is.
Concreet komt de vraag van de heer Asselbergs hierop neer of het mogelijk is de be
voegdheid welke aan de Raad is toegekend te delegeren aan het college. Naar spreker
meent te weten is dit inderdaad mogelijk. Het lijkt hem ook geen bezwaar. Spreker
weet niet of nu al een besluit dienaangaande genomen kan worden,maar in de volgende
vergadering wil hij gaarne een voorstel ir de Raad brengen om in een anoloog geval
Burgemeester en Wethouders namens de Raad een besluit te doen nemen.
Burgemeester en Wethouders hebben dit niet kunnen voorzien, het komt ook zelden voor
dat een dergelijk verzoek bij de Raad binnenkomt als de grond al bouwrijp is. Het
college zou niettemin kunnen overwegen de volgende maand een delegatiebesluit voor
te stellen waarbij de Raad Burgemeester en Wethouders machtigt tot het afgeven van. be
doelde verklaringen.
De heer LEUS heeft daar geen bezwaar tegen, maar hij zou concreet willen stéllen
dat het dan een analoog geval moet betreffen als dit. Als de aanvrager al wacht om
te kunnen bouwen dan kan men Burgemeester en.Wethouders de bevoegdheid delegeren.
De heer NIJPELS vindt persoonlijk het voorstel van de heer Asselbergs vooruit
strevend. Het komt voor dat een verzoek inkomt dat 4 weken moet wachten en de woning
dus een maand eerder klaar kon zijn. "Maar',' vraagt hij, "hoe gaat het met een geval dat
afgewezen wordt?"
De VOORZITTER deelt mee dat,als het afgewezen wordt, dit altijd ter kennis wordt
gebracht van de Raad. De laatste maanden is er grote belangstelling voor premiebouw,