- 15 -
De heer NIJPELS zegt dat de suggesties van de heren Houtman en Leijs hem wel
aanstaan. Zij vragen een soepele houding door nog een jaar de tijd te geven om er uit
te gaan. Men kan dan zelf houwen, als althans de supervisor een beetje opschiet. Men
moet de industrie service bieden en ze niet de stad uit jagen.
De heer LEIJS zegt dat de Wethouder zo vriendelijk is geweest allessprekers onder
de vleugels van de heer Ratsma te stellen. Spreker vindt het wel aardig daar eens
onder te zitten, maar hij wil toch wel op een en ander terugkomen. Hij heeft de vraag
gesteld of het niet mogelijk was de tuinbouwschool in het Markiezenhof onder te brengen.
Men wil daar culturele dingen gaan plegen, maar hij gelooft dat men toch ook wel ruimte
zou kunnen vinden voor een instructielokaal, Heel het Markiezenhof is thans in het
bezit van de gemeente en wanneer men daar nu ruimte zou kunnen vinden voor de tuin
bouwschool dan kan men ook meer souplesse tegenover de industrie betrachten en de
termijn wat langer stellen, "Wat geeft het", zegt spreker, "dat het een jaar duurt,
dat is toch niet zo erg"
De heer BENNER wordt het toch wel een beetje duidelijker. Als hij de Wethouder
aanhoort dan spreekt deze helemaal niet meer over de tuinbouwschool maar hij wil
alleen dat Burgemeester en Wethouders de handen vrij hebben om gegadigden voor het pand
in de gelegenheid te stellen een bod te doen, Bit is een ander geval en het is ook voor
de huidige huurster, de N.Y, Z.C.P., mogelijk om het pand aan te kopen en onder zeker
beding daar een gebouw neer te zetten. Daar kan spreker voor zijn, Maar om, eer men
overgaat tot verkoop, er een gevestigds industrie uit te zetten om er de tuinbouwschool
in te zetten, dat maakt een groot verschil.
Spreker is van mening dat 3 maanden tijd, zoals nu wordt voorgesteld, enigszins kort
is en hij zou daarom een modus willen vinden. Wanneer de N.Y. Z.C.F. heter mee eens is,
zou hijhet contract voor 6 maanden willen verlengen, dan heeft men 9 maanden tijd om
iets te zoeken en dat vindt hij redelijk. Het is precies zoals de heer Asselbergs
zegt, wanneer men overal over valt, zit deze-industrie -er ten eeuwigen dage in. Over
3 maanden is het weer hetzelfde liedje.-Men weet, als men een pand huurt voor een jaar
en de mogelijkheid bestaat om de huur met 3 maanden op te zeggen, dan moet men voor
zieningen treffen. Wanneer men afziet van dwang, - en het is geen dwang, het is een
contractuele verplichting, maar als souplesse geeft men 6 maanden extra tijd dan
lijkt het hem toe dat de N.V, Z.C.P., wanneer ze hier gevestigd wil blijven, op het
terrein wat ze gekocht heeft voorzieningen.kan treffen.
Wanneer dus met goedvinden van de N.V. Z.C.P. het contract met 6 maanden wordt ver
lengd en het gebouw dus 1 maart van het volgend jaar vrij wordt opgeleverd, dan zou
spreker er zich mee kunnen verenigen.
De heer ASSELBERGS zou een vraag willen stellen welke deze zaak misschien ver
duidelijkt, n.l, of het Huurbeschermingsbesluit hierop ook van. toepassing is»
"Zonder meer", zegt de VOORZITTER.
"Waar praten we dan overvraagt de heer ASsELBERGS.
De VOORZITTER zegt dat, als men het voorstel aanneemt, toch eerst de Rechtbank
aan bod komt, omdat dit valt onder de huurbescherming.
De heer BENNER zou het beter vinden wanneer men trachtte door mondeling overleg
tot een compromis te komen.
De heer HOUTMAN zegt dat dit de deur dicht doet. Na de laatste mededeling van
dé Voorzitter vindt hij het onvruchtbaar hierover nog verder te spreken.
De heer NIJSSEN vraagt of het niet mogelijk is dat de gemeente op de grond welke
de N.V. Z.C.P» in optie heeft een gebouw of lokaal weg zet, om dit aan de N.V. Z.C.P.'
te verhuren. Spreker gelooft dat dit voor de gemeente voordelig is en men bindt de
N.V. Z.C.P. aan Bergen op Zoom, wat'ook acceptabel is.
De heer AKKERMANS zou zijn excuus aan de heer Leijs willen aanbieden, daar hij
diens vraag bij zijn aantekeningen over het hoofd heeft gezien. Of er voor de tuinbouw
school een lokaal in het Markiezenhof is vrij te maken, is niet bekeken; hij wil dit
nagaan en er naar informeren.
Overigens ziet hij niet in waarom de Raad zich tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders zou verzetten, temeer daar hij de toezegging heeft gedaan namens het
college ten aanzien van de N.V. Z.C.P» een soepele houding te zullen aannemen. Het
enige dat men beoogt is de handen vrij te hebben voor eventuele verkoop. Hij houdt dan
ook vast aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders om de opzegging te doen ge
schieden.
De VOORZITTER zou enkele algemene opmerkingen willen maken. Enkele keren is in
het debat naar voren gekomen dat Burgemeester en Wethouders alle mpgelijke medewerking
moeten verlenen aan bestaande industrie. Spreker zou de laatste zijn om dit niet te
onderschrijven.
Als men weet dat deze dag een plaatselijke industrie is uitgeschakeld, waardoor 110
mensen zonder werk komen, dan kan men zich zijns inziens wel indenken in welk een moei
lijke positie het gemeentebestuur is geplaatst. Hj wil dan ook voorop stellen dat
zeker de behulpzame hand aan de industrie moet worden geboden. Wat, de heer van Leeuwen
voorstelt, willen Burgemeester en Wethouders ook. De situatie is zo, dat de N.V.
Z.O.P. 5 jaar optie heeft op grond van het industrieterrein. De vraag is gerezen of