I:
- 13
Spreker wilnaegsan met het voorstel van de heer Ratsma om niet per 1 oktober de huur
op te zeggen. Het is hem bekend dat de opslag zo geregeld is dat deze niet verpakt
is, maar op rekken is opgeslagen, zodanig, dat de goederen gemakkelijk verzonden kunnen
worden naar de cliënten.
Het zou voor de mensen een handicap zijn wanneer ze uit dit gebouw zouden móeten ver
dwijnen.
De heer BENNER zegt, dat het enige wat hem verwonderd heeft is, dat Burgemeester
en Wethouders het advies van de Commissie in de wind hebben geslagen. Door de Voor
zitter is bij een vorig punt wel gezegd:"Burgemeester en Wethouders zouden het niet
durven als de Raad het niet wilde", maar hij zouer bij kunnen voegen: "wanneer het
niet in hun kraam te pas komt"
Men heeft nu enkele lokalen nodig voor de tuinbouwschool en van andere zijden zijn ver
zoeken binnengekomen om het gebouw te verkopen, maar het zou zijns inziens gekkenwerk
zijn een industrie, welke Bergen op Zoom in eerste instantie heeft aangetrokken,
moeilijkheden in de weg te leggen.
Het zou beter zijn het gebouw te verkopen en van het geld dat men er voer ontvangt zou
men een tuinbouwschool kunnen bouwen, zodat men niet van de ene kant naar de andere
behoeft te gaan. Spreker ziet dat de Voorzitter hiermee lacht, hij is het er mee eens
dat dit meer geld zal kosten, maar het behoeft niet zo groot te zijn. Er staat duide
lijk: "Met een klein gebouw zou de tuinbouwschool voorlopig tevreden zijn". Het is
niet noodzakelijk in eerste instantie aan een groot gebouw te komen, men kan ook in
étappes bouwen, dat wordt meermalen gedaan. Spreker is met de heer Ratsma van mening
dat een modus gevonden moet worden door b.v» het contract maandelijks te verlengen,
zodat de mensen de gelegenheid krijgen hun attributen ergens anders te plaatsen.
De heer AMBAGTS zegt dat het niet zijn bedoeling, was iets te zeggen, maar hij
keek op zijn horloge en men heeft nog tijd genoeg en er hebben nu zoveel mensen gepraat
dat hij ook iets wil zeggen. Spreker heeft het volste vertrouwen in het college en
hij heeft ook het volste vertrouwen in dë Commissie. Wanneer men dan de stukken onder
de neus krijgt en ziet dat de Commissie er in haar geheel tegen is, dan verdiept hij
zich niet verder in het voorstel, want hij heeft toch werk genoeg, "üj hebben de Com
missie gekozen", zegt spreker, "die zal het wel goed gezien, hebben"en hij is het dan
ook met de Commissie eens,
"U hebt Burgemeester en Wethouders trouwens ook gekozen", merkt de VOORZITTER op.
De heer AKKERMAHS zegt dat diverse sprekers hebben aangehaakt aan de woorden van
de heer Ratsma, een enkele spreker heeft hier en daar een nadere toelichting gegeven,
maar hij meent wanneer hij de heer Ratsma beantwoordt dat hij daarmee wel alle sprekers
heeft beantwoord.
Spreker kan dan mededelen dat het geenszins de bedoeling is de N.V, Zeeuwse Confectie
Fabrieken op, welke wijze ook moeilijkheden te veroorzaken. Het is alleen maar de be
doeling dat men van het contract dat in 1953 gesloten is per 1 oktober af komt en
het gebouw vrij krijgt en het is eveneens de bedoeling van het college om hierin ten
opzichte van de N.V. Z.C.E. een soepele houding aan te nemen.
Wanneer er, zoals nu, aanvragen zijn voor koop van dit gebouw, dan wil het gemeente
bestuur graag de handen vrij hebben om te kunnen, onderhandelen. Wanneer de Raad zich
niet kan verenigen met het opzeggen van de huur, dan zou dit bij- eventuele verkoop
voor de gemeente nadelige gevolgen kunnen hebben0 Op grond daarvan stellen Burgemeester
en Wethouders in afwijking van het advies van de Commissie voor om de huur op te zeggen.
Hij kan verder nogmaals de toezegging doen dat Burgemeester en Wethouders de zaak
met veel souplesse zullen te bandelen.Spreker adviseert dan ook het voorstel te aan
vaarden.
De heer RATSMA zou enkele woorden willen zeggen over wat een paar sprekers heb
ben opgemerkt. Het gaat over de koppeling welke men maakt tussen de tuinbouwschool
en deze Jutenschool, welke naar hij meent onjuist is. Men kan nog zo sferk overtuigd
zijn dat de tuinbouwschool moeilijk zit, maar dan moet men niet zeggen: "De tuinbouw
school zit moeilijk, de Jutenschool moet ontruimd worden". Dat is een logica welke
spreker moeilijk kan aanvaarden. Het zou belachelijk zijn voor te stellen: "Laat het
stadhuis ontruimen om er de tuinbouwschool in onder te kunnen brengen"Dat is iden
tiek, 'Men benadeelt een bedrijf om een school te kunnen onderbrengen. Daarom vindt
spreker ook het argument van Burgemeester en Wethouders betreffende de tuinbouw
school onjuist. Voorts wil men het gebouw laten verdwijnen om de stad mcoiér te maken.
Maar ook daaraan moet men de belangen van de industrie niet opofferen.
".Zo erg is het niet", zegt de Wethouder, "wé willen de fabriek geen moeilijkheden
veroorzaken, maar we willen slechts een sterke onderhandelingspositie verwerven en
we zullen wel een soepele houding tegenover het bedrijf aannemen". Spreker staat daar
toch maar huiverig tegenover. Men brengt het bedrijf in een moeilijke onderhandelings
positie; Burgemeester en Wethouders kunnen dan straks zeggen en zich onttrekken aan
het oordeel van de Raad: "U moet zien dat u binnen het halfjaar het gebouw verlaat".
Men kan de zaak zo niet bekijken en spreker heeft niet zo heel veel vertrouwen in
het college dat het altijd juist aangevoeld heeft wat het bedrijf nodig heeft. Hij
drukt zich voorzichtig uit, maar hij wil dit niet aan Burgemeester en Wethouders
toevertrouwen en daarom dit voorstel verwerpen.