Maar dat de gemeente daartoe onder een bepaalde dwangdoor opzegging van de huur, wil komen, daar kan hij zich weer niet mee verenigen. Spreker gelooft dat het voor het bedrijfsleven noodzakelijk is en ook voor de werknemers dat men dit bedrijf hier kan behouden. Wanneer men hier mee doorgaat en anderen komen te horen dat men hier de huur opzegt van bedrijven die goed renderen, dan gelooft hij dat dit absoluut onjuist gezien is van de gemeente. Men moet trachten de bedrijven te ontwikkelen en niet tegen te werken en spreker vindt dat men tegenwerkt door de huur op te zeggen. Hij kan zich verenigen met het voorstel van de heer Ratsma om dit niet aan te nemen. De heer HOUTMAN is het evenals de vorige sprekers opgevallen in de stukken te lezen dat hier in deze lokalen de lagere tuinbouwschool geherbergd zou worden. Dat verwonderde hem en hij heeft er toen nader naar geïnformeerd bij de tuinbouwschool. Hij is toen tot de conclusie gekomen dat men de ruimte welke de tuinbouwschool wil huren niet moet zien als schoollokalen. Men heeft gebrek aan handvaardigheidsruimte, waarin machinerieën opgesteld kunnen worden. Met een behoorlijk pakhuis zou men ook tevreden zijn, maar dat kan men niet krijgen. Het werd hem echter duidelijk dat deze lo kaliteiten er wel geschikt voor zouden zijn. Spreker is het er persoonlijk niet mee eens dat men a bout portant de pin op de neus van de Z.C.F.zet, maar hij kan er wel inkomen dat men, hoewel niet door opzegging van het contract, op een andere wijze zou bewerkstelligen dat de Z.C.F. uit de oude Juten- school gaat verdwijnen, Toen de N.V. Z.C.P. gereed gekomen was met de fabriek op het industrieterrein is van de zijde van de gemeente aangedrongen op het vrijmaken van de Jutenschool, omdat diverse verzoeken het gemeentebestuur bereikten om het gebouw te kunnen kopen om er iets be hoorlijks voor in de plaats te zetten. Spreker zou gaarne zien dat het gemeentebestuur op een of andere wijze en niet direct door opzegging maar binnen een jaar de N.V. Z.C.P, zover kon krijgen, dat zij naar het terrein zou komen waarvoor ze optie heeft bij de gemeente. Hij stelt zich voor dat men voor de huur van ƒ.2,000,- per jaar, wanneer men dat kapitaliseert, toch wel. een behoorlijk onderkomen voor de voorraad goederen kan bouwen op het in optie gegeven terrein. De heer de JAEGER merkt op dat het in hoofdzaak gaat over de opzegging van de voormalige school aan de Noordsingel bij de N.V, Zeeuwse Confectie Fabrieken. Indien deze opzegging doorgang vindt, zal men grote moeilijkheden brengen bij de N.V. Z.C.P. Spreker zou het niet aangesneden hebben, maar waar in de stukken staat dat men de r.k. tuinbouw school hier zeer tijdelijk kan huisvesten en deze school zeer moeilijk zit, heeft spreker bij nadere informaties vernomen dat men met het plan rond loopt drie maal per week naar een andere gemeente te gaan om het onderwijs zo efficiënt en zo goed mogelijk te doen. Spreker zou er iets voor voelen, - indien na deugdelijke opzegging de N.Y. Z.C.P. de gelegenheid zou hebben een ander onderkomen te vinden voor de enorme voorraden die daar zijn opgeslagen de r.k.tuinbouwschool uit de moeilijkheden te helpen. Het doet hem dan ook genoegen dat het college daaraan de aandacht heeft besteed, maar- wanneer de hulp hier niet mogelijk is, zou hij gaarne willen dat de r.k. tuinbouwschool op een andere manier en op een andere plaats geholpen kon worden. De heer LEUS frappeert het als lid van de Commissie voor grondaankoop en stads uitbreiding het voorstel, dat men in concept in de Commissie gekregen heeft, thans weer in de Raad te krijgen, ofschoon hij voorop wil stellen dat Burgemeester en Wet houders altijd de bevoegdheid hebben hun eigen voorstèDmtoch in de Raad te brengen. Spreker vindt het jammer dat de Wethouder thans niet aanwezig is. Hij meent dat altijd een alternatief gevonden kan worden als men op normale wijze en met goede argumenten komt om op te zeggen, maar men moet dit niet a bout portant doen en daarmee een in dustrie duperen. Maar men zou er over hebben kunnen praten. Met andere woorden men zou tot een onderhoud met de directie van de betrokken fabriek moeten komen en moeten aantonen dat de gemeente over een jaar b.v. het gebouw nodig heeft, zodat mogelijk de N.V. Z.C.P. naar iets anders kan uitzien. Daarop is in de Commissie aangedrongen en het is hem bekend, en dat vindt hij jammer, dat er van een onderhoud en van enig contact tussen de Wethouder en de N.V, Z.C.P. niets, maar dan ook niets is gekomen. Men had toch beter tot een onderhoud kunnen komen om de standpunten tegenover elkaar te zetten. Mogelijkerwijze had men daarbij de N.V. Z.C.P. andere toezeggingen kunnen doen. Spreker wil onderschrijven wat de heer Ratsma gesteld heeft: men heeft hier een industrie j en men kan rustig stellen dat men heus niet overladen is met dergelijke lichte industrie ën in Bergen op Zoom. Het is een industrie welke goed functioneert, er werkt een hon- derdtal mensen en het zou jammer zijn wanneer men een dergelijke industrie van de zijde van de gemeente bepaalde moeilijkheden in de weg ging leggen. Wanneer men stelt: "De r,k.tuinbouwschool zit verschrikkelijk moeilijk", dan is dat het enige argument dat er in zit. Het argument is niet sterk en spreker vraagt zich af of niet even een andere oplossing gevonden kan worden. Hij weet niet of het een suggestie is, maar destijds is er over gesproken om de ouden van dagen in het Mar kiezenhof een bepaalde ruimte te geven. Spreker gelooft dat daar geen gebruik van ge maakt wordt en nu is zijn vraag of het niet mogelijk is deze ruimte tijdelijk beschik baar te stellen voor de tuinbouwschool. Het behoeven geen directe leslokalen te zijn, maar ruimten voor demonstraties met werktuigen, voor handvaardigheid; zuivere leslokalen worden het niet.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 149