- 26 - stellen dat het plan wel aan de eisen voldoet en dat men niet moet zeggen dat het de stad onwaardig is Wat betreft de toestand van het water, er is inderdaad een rapport'van ir.Trines, de inspecteur van de volksgezondheid, dat is opgemaakt naar aanleiding van het eerste plan van 1951 ,vaaiMee naiten doel stelde een natuurbad aan te leggen. Daarbij werd door ir,Trines naar voren gebracht dat het in eerste aanleg geen bezwaar zou zijn, maar dat de toestand van het water nauwkeurig in het oog moest worden gehouden» Maar het eerste jaar was het zeker geen bezwaar. Dan komt spreker bij de heer Houtman, die zich heeft verbaasd over zijn mededeling dat de gemiddelde bezoeker 8 minuten in het water is en 2 uur aan wal er hij zou het nu zo willen doen, dat een wei werd afgemaakt waar dan de mensen enkele minuten onder de douche zouden worden gezet en voor de rest het weiland in konden. Spreker meert dat dit toch wel enig verschil vormt met het plan dat thans ter tafel ligt. Door de heer Ratsma is naar voren gebracht dat de weg overbodig is, terwijl hij tevens enkele punten heeft voorgesteld die er uit gelaten kunnen worden. Spreker weet niet of de heer Ratsma er een voorstel van maakt. Hij zou willen zeggen dat het niet compleet is zonder weg, maar men kan het eenvoudiger uitvoeren en dan zou men de verharding achterwege kunnen laten. Door de heer Benner is gevraagd: .Als er een onweersbui komt, waar blijven dan de mensen? Voor zover mogelijk zal men gebruik kunnen maken van de'overdekte garderobe, maar dat zal niet voldoende zijn. Wanneer men aan deze wens zou willen voldoen, dan zou men de ruimte moeten uitbreiden, maar daarmee worden de kosten hoger. Men moet voor ogen houden dat het plan provisorisch is en zo gauw mogelijk moet worden uitgevoerd. Men moet eerst de gang van zaken afwachten voor men tot uitbreidingen over gaat .Spreker is de heer van Doorn dankbaar voor zijn betoog. Hij heeft daaruit gehoord dat hij na zijn persoonlijk bezoek, met andere Raadsleden, aan soortgelijke inrichtingen, zich de overtuiging heeft eigen gemaakt dat, zoals dit voorlopig plan is ontworpen, het toch wel aan redelijke eisen zal voldoen. De VOORZITTER gelooft dat de beraadslagingen wel uitvoerig zijn geweest, waarom hij het voorstel in stemming zou willen brengen, tenzij er amendementen zijn op het ont- werp-besluit. De heerBENNER is er voor om de entréeprijs te verhogen en bij een te verwachten be zoek van 60.000 de inkomsten te berekenen op 50.000 maal 40 cent en 10,000 maal 25 ct. Men kan het bezoek op 25 ct,bepalen voor weekkaarten of gezinskaarten. De VOORZITTER merkt op dat het prae-advies van Burgemeester en Wethouders niet gewijzigd kan worden door de Raad. Het gaat nu over het besluit. In het besluit sub I gaat het over een crediet van 67.530,- en dat bedrag kan men natuurlijk wijzigen. Het kan op ƒ.45.230,- worden gebracht door degenen die tegen verbetering van de weg zijn. In sub II van het besluit kan men wijziging brengen in de baten. Spreker wil daarover graag een voorstel horen. De heer BENNER zou dan willen voorstellen de baten in plaats van op ƒ.15000,-- te stellen op ƒ.22.500,-, terwijl hij tevens zou willen voorstellen de aanleg van de weg niet in de eerste fase op te nemen. De VOORZITTER wil dan het voorstel gesplitst in stemming brengen. Hij stelt dan eerst aan de orde sub I van het besluit met het amendement van de heer Benner om in plaats van ƒ.67.530,- te lezen ƒ.45.230,-. Dit voorstel wordt voldoende gesteund en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De VOORZITTER stelt dan sub II van het besluit aan de orde met het amendement van de heer Benner om de exploitatielasten terug te brengen van ƒ.32000,- op 30.285,- en de baten te verhogen van ƒ.15.000,- tot ƒ.22.500, De heer de JAEGER zegt dat, als hij het goed begrijpt, het de bedoeling is van de heer Benner om in plaats van 25 cent een entrée te heffen van 40 ct en gezinskaarten beschikbaar te stellen van 25 ct. Dat vindtspreker allemaal heel mooi, maar hij zou toch wel willen vragen of daarbij rekening gehouden wordt met de kleine man, want daar gaat het zijns inziens om. Als de kleine man, met een gezin van 3 kinderen er naar toe wil gaan, dan kan hij dat een keer per week doen, maar daarmee is de kous af. Wordt het bezoek hoger dan 60.000, dan worden de inkomsten toch ook hoger» Hij voelt er niet veel voor om de toegangsprijs van 25 ct op 40 ct te stellen. De VOORZITTER merkt op dat hier niet rechtstreeks de -entréeprijs vastgesteld wordt. De heer Benner wil hogere inkomsten krijgen en daarvoor de entréeprijs per persoon ver hogen terwijl de heer de Jaeger tot een verhoging wil komen door opvoering van het aan tal bezoekers. De heer BENNER zou in antwoord op de opmerking van de heer de Jaeger willen zeggen dat een Bergenaar een weekkaart kan nemen tegen een entrée van 25 ct of een kaart voor 10 bezoeken, een gezinskaart waarvoor hij dan 10 maal 25 ct betaalt. Komt men met 5 men sen, dan laat men de kaart 5 keer knippen en komt men met 10 mensen, dan laat men 10 keer knippen. Het gaat er niet om om de prijs voor de Bergenaren op te voeren, maar spreker meent dat de vreemdelingen, de buurbewoners hiervan niet moeten profiteren.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 131