- 22 voercU Men moet het particulier initiatief een kans geven, maar het is moeilijk voor particulieren daar investeringen te doen, wanneer men niet weet voor hoe lang het is, voor 1 jaar, voor 3 jaar of mogelijk voor 5 jaar. Als men het verpacht voor 5 jaar, zit men er aan vast, maar dan zal een particulier wel genegen zijn investeringen te doen. Maar terugkomende op de investeringsnota, waarop ook de heer Asselbergs heeft gedoeld, meent hij^dat, als het totale plan uitgevoerd kan worden, men dit totale plan moet aan grijpen. HM zou nogmaals willen wijzen op het rapport van ir.Trines, waarin gemeld wordt dat hij het zwemmen in open water de nodige voorzieningen moeten worden getroffen. Men kan er niet zo zonder meer maar in gaan zwemmen. De heer HOUTMAA meent op de eerste - plaats dat het heel belangrijk is geweest dat enkele Raadsleden een excursie hebben gemaakt naar de plaatsen die door de heer Benner naar voren zijn gebracht. Bij het resumeren van de excursie is bij hem een vraag gerezen en wel deze: Men praat over een provisorische voorziening aan de Zanderijen met een personeelsbezetting van 3 personen, met een aanvulling op topdagen van twee anderen. Uit het résumé van de excursie van de heer Benner is komen vast te staan dat dit aantal ongeveer zou kloppen ten opzichte van de oppervlakte en het te verwachten bezoek aan de Zanderijen, Maar hij gelooft, wanneer het résumé daarmee vergelijkingen maakt, dat deze onjuist zijn, n.l» bij de opsomming van het aantal bezoekers aan "De Stok", "de Waran da" en "Surae". Bergen op Zoom bezit een zwembad, Roosendaal bezit geen zwembad en uiteraard zijn de Roosendalers verplicht naar "de Stok" te gaan, terwijl de Bergenaren de gemeentel:jke bad- en zweminrichting hebben. Spreker vreet niet hoe groot het aantal baden is in deze bad- en zweminrichting. Met name is ter sprake gekomen in de vorige Raadsvergadering, bij monde van de heer Berger, dat er behoorlijke controle en toezicht moet zijn. In dat verband heeft hij versteld gestaan over de personeelsbezetting van de provisorische zwemgelegenheid, Als men goed nagaat, dan is er voor de gemeentelijke bad- en zweminrichting 8 man personeel op die kleine oppervlakte en hier volstaat men met 3 man, van wie één aan de kassa en als hij goed is ingelicht één als controleur die zich bij de kassa bevindt om controle uit te oefenen op het uitgeven van entree-biljetter en dan een badmeester voor de ge hele uitgestrektheid, óf dit is te weinig, of in de gemeentelijke bad- en zweminrichting is het te veel. Wat hem verwondert uit het betoog van de heer Noorman - het is voor hem ook nieuw - is, dat gebleken is uit een enquête welke is gehouden dat 2 uur besteed wordt aan zonnebaden en slechts 8 minuten aan het zich in het water begeven. Spreker vraagt zich af of men dan niet op een veel simpeler en minder kostbare manier een gelegenheid kan creëren om te zonnebaden en dan douches te maken waar men 6 minuten onder kan staan. Door de Wethouder is ook gesproken over de provisorische voorziening welke men in eerste instantie wilde maken en hij grijpt daarbij terug naar enkele jaren geleden toen het bedrag hiervan op ƒ.80.000,- was gesteld. "Maar deze keer is het niet minder dan 80,000.-", zegt spreker, "waar door verschillende sprekers reeds is opgemerkt dat er behoorlijk toe zicht nodig is- bij de garderobe, dat er een sproei-installatie moet komen, terwijl men het er over eens is dat er te weinig personeel is". Daarmee worden de kosten allemaal verhoogd. Het is inderdaad zo dat de entree-prijs iets omhoog kan. Wanneer men het op 50 ceht stelt, zoals uit het betoog van de heer Benner naar voren is gekomen, zit men nog 5 cent te laag. De kosten zijn geraamd op; 2:5 cent en toen moest er ƒ.17.000,- bij, dat is 30 cent per inwoner, zodat het dus 55 cent moet worden. Al met al komt men aan ƒ.80.COC,- en nu stelt de Wethouder dat dit de vorige keer is afgewezen in verband met de -bestedingsbeperking, maar spreker zou er op willen wijzen dat dit niet het motief was, maar dat de afwijzing was gebaseerd op de angst van de meerderheid, dat dit plan van 80.C00,- een sta-in-de-weg zou "zijn voor het definitieve plan. En wanneer het grote plan kan worden uitgevoerd wanneer daarvoor een sluitende exploi tatierekening kan worden overgelegd, dan mag er ook'"niets do uitvoering van het grote plan in de weg staan. Spreker stelt zich voor dat dit provisorische plan, als de Raad het aanneemt, op zijn vroegst klaar is half juli, zodat men dit seizoen nog anderhalve maand gebruik kan maken van de bad- en zwemgelegenheid, terwijl door de heer Heydelberger concreet is gesteld bij vorige besprekingen dat tussen september en mei het gehele plan uitgevoerd kan worden. Spreker kan zich voorstellen dat er, -gezien de financiële pro blemen, bezwaren kunnen zijn tegen het grote plan, hij is in dit opzicht niet al te op timistisch, maar hij vraagt zich af of met het bedrag van ƒ,80.000,5?-en neemt daar des noods nog ƒ.20,000,bij - alvast geen fase kan worden uitgevoerd van het grote plan, b.v, de fase bouwen kleedgelegenheid en garderobe. Met het aanbrengen van touwen en kurken kan men dan zwemmen, De kom ligt er toch, waarom het niet ineens goed gedaan en in fasen begonnen. Dan kan men de eerste fase bestemmen voor hét bouwen van kleedgele genheid en garderobe van het definitieve plan. Door de Wethouder is opgemerkt dat de Heidemaatschappij heeft gezegd dat men van dit plan plezier kan hebben. Spreker vraagt zich af hoe dit is gezegd, Dat kan in de goede zin bedoeld zijn, maar men kan er ook mee bedoelen dat men er lol mee zal gaan beleven. Waar de begroting enerzijds door leden van de Raad gekenmerkt is met te zijn, aan de heel hoge kant en anderen weer beweren dat ze aan de lage kant is, vraagt spreker zich af ,of Bergen op Zoom er niet meer mee gediend is - door verschillende sprekers is er de, nadruk op gelegd dat het publiek er naar verlangt - met 1? of 2 maanden verstoken

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 127