- 17 - Verder moet het hem van het hart datwanneer men voorzieningen gaat maken van deze aard, hij er toch wel een beetje huiverig voor is, want dit plan is niet zoals men het graag zou willen hebben en spreker vreest dat daarmee de goede naam van de inrich ting erg veel gevaar gaat lopen. Hij gelooft dat het dan moeilijk zal zijn, wanneer men het definitieve plan gaat uitvoeren en de zaak wel op peil brengt, om dan de goede naam te krijgen. Men heeft dan dubbele moeite en kosten. Spreker zou voorts willen vragen aan het college hoe het zich de uitvoering van het werk gedacht heeft. Wil men dit werk aanbesteden of het op een andere manier doen? Spreker zou dat gaarne ver nemen. Spreker meent te moeten stellen dat de geraamde kosten van ƒ.67.530,- aan de lage kant zijn. Hij ziet dat er verschillende vraagtekens in voorkomen, zoals voor de sproei-instal latie en dergelijke. Hij gelooft dan ook wel dat men een kleine ƒ.100.000,- zal moéen investeren. Als hij dan teruggrijpt naar de investeringsnota aan de Raad, waarin gesteld wordt dat, als de exploitatie van het natuurbad de Zanderijen rendabel kan zijn, medewerking voor de uitvoering er van kan worden verleend, dan vraagt hij zich af: Wat staat ons in de weg, als aangetoond kan worden dat de exploitatie straks sluitend gemaakt kan worden, tot uitvoering van het grote plan over te gaan? Men zou dan echter iret twee plannen zitten. Nu de geldmarkt ruimer en vlotter is en aangetoond kan worden dat de exploita tie rendabel te maken is, zou spreker zeggen: Laat men het grote plan insturen aan Gedeputeerde Staten met de nodige- toelichting er bij. Hij gelooft dan dat er niets in de weg staat om het grote plan uit te voeren. Daar komt bij, - spreker meent dat hij zich dit goed herinnert - dat zelfs de Heidemaatschappij stelt dat, als in september aan het plan kan worden begonnen, het volgend seizoen kan worden gezwommen. Spreker gelooft dat men dit met beide handen zal moeten aangrijpen en de provisorische oplossing, welke gesteld is op ƒ,67.530,- aan totale investeringskosten, waar mogelijk een en ander bij zal komen, gezien de pro-memorie-jx> sten die geraamd zijn, achterwege moet laten, daar deze anders de beslissing in de weg zou staan voor het grote plan, omdat prachtisch van de provisorische uitvoering niet veel in te passen is in het definitie ve plan. Aan het slot zou spreker nog willen wijzen op het rapport dat Ir.Trines, de inspecteur van de volksgezondheid, heeft uitgebracht, waarin deze stelt dat wel gezwommen kan wor den in open water, maar beslist hygiënische-maatregelen genomen moeten worden. De heer de JAEGER zegt dat, waar in de vorige vergadering een bedrag genoemd is van ƒ.25.000,- waar wel iets van te maken zou zijn, hij bij lezing van de stukken over dit voorstelgeschrokken is van het bedrag dat nu uit de bus is gekomen. Spreker begrijpt niet waaróm men nu tot zo'n hoog bedrag is gekomen» De vorige sprekers hebben er ook reeds op gewezen. Als men nu toestemming zou krijgen voor een provisorisch plan dat ,68,000,- gaat kosten, dan is spreker voor het grote plan niet optimistisch. Spreker huivert altijd nog, al heeft men nu een andere naam gekregen, n„l» Heidemaatschappij, als hij denkt aan de tijd van vóór de oorlog, toen de mensen die werkeloos waren -geworden aan een dergelijk object moesten werken. Hij huivert voor de mensen die hier aan het werk zouden moeten gaan. Als dit werk in regie uitgevoerd zou worden en zou worden aanbesteed, is het de vraag of men aan dit bedrag zou komen. Ziet slechts naar de laatste aanbestedingen die hebben plaats gehad, waarbij men, zoals men heeft kunnen lezen, ook aardig onder de-begroting is gebleven. Het gaat bij hem om de angst als dit werk uitgevoerd wordt door de Heidemaatschappij en de mensen hier aan het werk zouden moeten gaan. De heer van LEEUWEN verheugt het ook ten zeerste dat men thans een plan heeft ge kregen voor de Zanderijen, maar hij is ook met de vorige sprekers geschrokken van het eind bedrag. Die cijfers liggen hem echter niet zo, doch als hij het even mag hebben over de memorie van toelichting, dan zou hij gaarne nader geïnformeerd worden waarom alleen maan" brillen in bewaring gegeven kunnen worden en geen gelegenheid bestaat voor waarde volle voorwerpen. Waarom wil men de rijwielstalling wel verpachten, maar staat er bij de inkomsten geen pachtsom? Waarom wordt er v/el gesproken over een consumptietent met een pachter, maar staat er bij de inkomsten ook hiervoor geen pachtsom? Als men hem hierover straks kan inlichten, dan kan hij zich nader over zijn standpunt beraden. De heer NIJPELS zegt liever in tweede instantie hierover te willen spreken. Be heer BENNER zal het dan maar van de heer Nijpels overnemen. Spreker gelocft wel dat hij mag zeggen dat men dan eindelijk vandaag weer eens een poging gaat wagen om de zo aantrekkelijke gelegenheid als de Zanderijen - spreker zou de naam willen ge bruiken v/elke de heer Nijpels aanhaalde - het natuurbad Ruytershove tot stand te bren gen, In eerste instantie, bij het ontvangen van dit voorstel, stond spreker er zeer pessimistisch tegenover, omdat hij persoonlijk een voorstander is van een grootsere opzet, Bergen op Zoom meer waardig. Echter door informaties en vertrouwen hebbende op de Nederlandse Heidemaatschappij onder supervisie van ingenieur Heydelberger en op de eigen dienst van Gemeentewerken heeft hij met de allergrootste belangstelling het plan en de tekeningen van .alle zijden bestudeerd en om zich een heldere kijk op het gehele plan te geven is hij met een drietal Raadsleden een excursie gaan maken naar natuurbaden die volgens hun inzicht vergelijkbaar waren. Hierdoor zijn zij tot de slot-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 122