- .15 -
Hij weet dat de planologen het uitmaken, hij is het er al meer niet mee eens geweest en
spreker denkt dat hij ook in de toekomst het meermalen met de plannen niet eens zal
zijn.
opreker vraagt zich af - en dit is een concrete vraag - Is door het college bij de
planologen gewezen op deze beide wegen, de Beukenlaan en de Huybergsebaan,- en is ge
zegd dat het college die graag behouden zou zien, of is het zo dat de planologen een
e ening^gemaakt hebben en het college heeft gezegd: "Daar ligt het plan, wij leggen
er ons bij neer"? Is het zo dat aan de planologen is gevraagd die twee dingen te be
houden?
^De heer NOORMAN zegt dat voor het stuk dat de gemeente nodig heeft van de Cort
Heyligerskazerneeen ander gedeelte bij het kazerneterrein zal worden gevoegd. Voor
lopig wordt dat echter niet gerealiseerd. Zolang blijft dus, naar alle waarschijnlijk
heid althans de nieuwe Huybergsebaan bestaan. Het is dus niet direct nodig deze weg
af te sluiten en het terreih af te ronden. Wat de prijs betreft, merkt spreker nogmaals
op dat geen kostenberekening gemaakt is, maar hij is overtuigd dat de grondprijs niet
al te ongunstig zal worden beïnvloed en dat de kosten geen bezwaar behoeven te zijn.
Wat de Beukenlaan betreft, merkt spreker op dat er reeds aanvragen zijn voor particu
liere bouw en dat vooral ook voor het villaparkje verschillende aanvragen zijn binnen
gekomen, Daarvoor zal de Beukenlaan moeten wijken, er is helaas niets aan te doen.
De heer HOUTMAN verzoekt aantekening in de notulen dat hij tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders is.
De heer LEUS gelooft dat het niet mogelijk is dat de Raad in- dit plan een wijziging
aanbrengt, men moet dit aannemen of terugnemen. Nu stelt de heer Noorman dat een en
ander niet direct gerealiseerd wordt, dat gelooft spreker wel, maar aan het besluit dat
de Raad deze avond neemt zit men vast en daar kan men niet meer onder' uit. Het is
de vaststelling van een uitbreidingsplan en als dit thans wordt vastgesteld, is het
een fait accompli. Ook spreker wenst aantekening in de notulen dat hij tegen het voor
stel van Burgemeester en Wethouders is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten.
3Voorstel tot het verlenen van een krediet van ƒ.67.530,- voor het aanleggen van
een tijdelijke zwemgelegenheid aan en in de Zanderijen.
(Dossier nr,286 F.)
(Verzameling 1959, nr,103).
De heer AMBAGTS veronderstelt dat men misschien zal denken: "Daar heb je hem
weer", en hij is er weer, want hij zou een voorstel willen doen.Twee maal heeft hij een
voorstel gedaan; de eerste maal heeft het een paar centen gekost, de tweede maal is
het er niet door gekomen, terwijl het niets kostte,Het voorstel dat hij thans wil doen
kost ook niets. Hij zou willen voorstellen in te gaan op de suggestie welke de heer
Nijp el s in de vorige \ergadering gedaan heeft om de naam "Zanderijen" te schrappen en
voortaan te spreken van "recreatie-oord Ruytershove".
De heer RATSMA zegt met meer dan gewone belangstelling kennis genomen te hebben
van het voorstel en ook met name van de toelichting die is gegeven.
In de vorige Raadsvergadering was er eenstemmigheUin de Raad waar het ging om een
provisorische voorziening, waarbij men het er over eens was dat het definitieve plan
hierdoor niet op de achtergrond mocht geraken,
Dtor de heer Noorman werd toen medegedeeld dat de Heidemaatschappij een plan in ge
dachten had dat ongeveer ƒ,25.000,zou kosten. De Heidemaatschappij is een lichaam
dat reeds verscheidene zwembaden heeft aangelegd en wanneer een dergelijk lichaam met
een plan komt mag men vertrouwen dat het aan redelijke eisen voldoet en ook dat men
met de begroting een prijsopgave heeft welke ten naaste bij klopt. Spreker was er
in de vorige vergadering erg gerust over, omdat naar zijn mening een voorziening welke
.25.000,- kost altijd rendabel is te maken. Daarom schrok hij toen hij dit plan voor
zich kreeg en moest zien dat dit een uitgave vergt van ruim ƒ.67.000,-. Hij vraagt zich
af hoe dat komt, daar het nogal een verschil is ƒ.25.000,- of ƒ.67.000,En dan
blijkt dat de Heidemaatschappij met de raming van ƒ.25.000,- aan de lage kant is ge
weest en dat het moet komen op 35.000,- terwijl daar weer een bedrag is bijgekomen
bij de nacontrole door 'de dienst van gemeentewerken. Nu rijst bij spreker de vraag of
het nodig was tot zo'n hoog bedrag te komen en zijn antwoord hierop is ontkennend.
Wanneer men dat allemaal leest in dit stuk, dan kan spreker zich niet aan de indruk
onttrekken dat het plan niet helemaal con amore aan de Raad wordt voorgelegd. Zijn idee
is: de Raad wil het nu eenmaal, maar eigenlijk is het niet veel bijzonders. Spreker
meent dit ook te mogen concluderen uit de alleszins naargeestige toelichting die ge
geven wordt op het voorstel.
Wanneer men het met eigen woorden mag vertalen, dan kan men lezen: in de cabines
wordt men nat als het regent, er zit geen deur voer, men kan er met de garderobe van
doorgaan, zodat het mogelijk is dat men in z'n zwempak naar huis moet, men kan alleen
z'n bril in bewaring geven, zodat men het risico heeft dat z'n protemonnaie geratst
wordt, er moet een sproei-installatie komen en wie weet wat dat gaat kosten en het