schappelijke groeperingen in de stad, 3 werkgevers, 3 uit de middengieepen en 3 werk nemers, Uiteraard blijft er plaats voor 2 vertegenwoordigers van protestant-christelijke zijde. Dat de situatie gewijzigd was en dat ook zijn persoonlijk standpunt gewijzigd was in ver band met het feit dat van een stichting zoals de commissie zich die eerst gedacht had niets kon komen, daarvan was de heer Nijssen op de hoogte. Er waren twee mogelijk heden; óf medewerking te blijven geven aan een stichting zoals men aanvankelijk had gedacht, maar waarvan de commissie overtuigd was, gezien de politieke invloedsfeer in het A.B.G., dat deze een andere vorm moest krijgen, óf een katholieke stichting tot stand te brengen waaraan men van protestant-christelijke zijde geen medewerking kon ver lenen, Niet de eerste maar de tweede mogelijkheid kwam hem als meest wenselijk voor en niet als Raadslid maar als Voorzitter van de K.A.B,geeft hij medewerking aan de tot standbrenging van een katholieke stichting. De VOORZITTER wil, alvorens de besprekingen in tweede instantie aan de orde te stellen, er op wijzen, dat er een voorstel is van de heer Ratsma en hij meent ook van de heer Nijssen om het antwoord uit te stellen. Spreker weet niet of ook de heer Nijpels uitstel wenst. De heer NIJPELS deelt mee dat dit ook in zijn bedoeling ligt. De heerlSSELBBRGS zegt dat, wanneer hij over het voorstel tot uitstel iets wil opmerken, het wel in de eerste plaats dit is, dat hij er zich ernstig over verwondert dat men nog niet voldoende is doordrongen van de algemeen geldende opvatting van kathoR lieke zijde om een eigen katholiek ziekenhuis te bezitten. Dit is niet iets van giste ren, maar wel van de laatste 80 jaar. Bovendien is het ook zo dat deze aangelegen heid, als hij wel is ingelicht, niet voor de eerste Ixeer in de Raad speelt. Deze "Stichting' St.Elisabeth Ziekenhuis" is pas 14 dagen geleden opgericht, maar spreker meent dat 30 jaar geleden al principiële discussies gehouden zijn in de Raad dat in Bergen op Zoom de gelegenheid moet worden geopend tot oprichting van een katholiek ziekenhuis. Men kan wel aan het uitstellen blijven. De zaak moet voor iedereen begrij pelijk en duidelijk zijn, zodat hij geen enkele reden ziet voor uitstel. Spreker ziet er de zin niet van in, volgende maand zal men op dezelfde manier zitten praten, er ver andert niets aan. De heer RATSMA merkt op dat het hem uiteraard wel bekend is dat de katholieken erg ge steld zijn op het bezit van een eigen katholiek Ziekenhuis. Hij heeft ook bij voorbaat gesteld dat hij er geen enkel bezwaar tegen heeft dat een dergelijke stichting is ont staan, Hij kan er mogelijk ook zijn stem wel aan geven, maar hij meent dat ieder gemeente bestuur ernstig rekening moet houden met de.belangen van de minderheid. En spreker ge looft dat hij zeer duidelijk is geweest met te zeggen dat de minderheid geen genoegen er mee zal nemen dat het A.B.G., waar zij nu zoveel jaren gebruik van heeft gemaakt en waarin men ondanks de katholieke inslag verheugd was gastvrijheid te genieten, nu plotseling zou gaan verdwijnen. En dit is kennelijk de bedoeling. Voor hij naar deze vergadering ging was spreker er niet zo zeker van, nu eigenlijk wel en dit is een reden temeer waarom hij de Raad met klem vraagt om zijn voorstel aan te nemen. Naar zijn mening moet er alles worden gedaan om met deze minderheid ook in overleg te treden. Wat voor mogelijkheden er zijn ziet hij op het ogenblik niet, maar wanneer men niet in overleg treedt, voorziet hij toch dat er een hevige strijd in Bergen op Zoom zal ontstaan en dat de pro testantse, de niet-katholieke minderheid van de stad, van het gemeentebestuur zal eisen dat het dit Algemeen Burger Gasthuis in stand houdt. Hij is trouwens persoonlijk ook van mening dat het gemeentebestuur ernstig in zijn taak te kort zou schieten wanneer het een gemeentelijke""instelling als het ziekenhuis dat zoveel jaren bestaat en ontstaan is uit een legaat dat een geacht ingezetene aan de stad heeft geschonken, zou laten verdwijnen Sprekei* wil er verder deze avond niets van zeggen, maar hij meent dat de Raad zeer ver standig zou doen wanneer deze avond tot uitstel werd besloten. De heer NIJPslS zou even terug willen komen op de woorden van de heer Broes, waar hij zegt dat in het A.-B.G.politiek heerst. Daar kan hij het mee eens zijn, maar hij be grijpt dan niet de houding van de heer Broos in deze. Toen zij bij de heer Broos op kantoor zijn geweest en deze zaak als leden van de commissie ad hoe hebben besproken, heeft de heer Broos hen gezegd: "Wat er ook gebeurt, ik ben voor een neutrale stichting en tegen een katholieke stichting". Spreker meent zelfs" dat hij er de hand op gegeven heeft en nu vraagt hij zich af hoe het mogelijk is in 3 weken tijd z'n gezicht om te draaien en dan te zeggen: "Ik werk mee aan een katholieke stichting". Dan zegt de heer Broos dat er politiek is in het A.B.G, Spreker is zelf bij de Voorzit ter van de nieuwe stichting geroepen en hem is gevraagd zitting te willen nemen in de katholieke stichting. Uit politieke overwegingen heeft hij er voor bedankt, omdat hij meent dat politiek in de stichting vermeden moet worden. De heer Broos heeft als poli tieke figuur wel zitting genomen. Spreker wil zijn stem motiveren en zegt dat, wanneer het tot een stemming komt, zijn. fractie volmondig "neen" zag stemmen. De heer BROOS zegt dat er voor hem geen enkele aanleiding is om zich evenals de heer Nijpels hierover te zitten opwinden. Dat de heer Nijpels bij de Deken ontboden is, heeft hij aan hem te danken. Hij heeft mijnheer de Deken geadviseerd zich in verbinding te stellen met de heer Nijpels, maar hij is zo vrij de laatste verklaring welke de heer

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 113