Hoe dat ontstaan is weet spreker niet, maar het is een feit. Hij dacht dus dat de R.K. bevolking hiermee zeer tevreden zou kunnen zijn. En als dan bovendien een protestantse minderheid geen bezwaar heeft, dat men dan in Bergen op Zoom een goede en goedkope op-^ lossing heeft voor het ziekenhuiswezen, waar men eigenlijk trots op mag zijl. Dat is zijn' ge dacht eng ang. Wanneer er nu wel bezwaren zijn van R.K. zijde, dan zou spreker willen vra gen of dan voldoende is onderzocht of deze zijn te ondervangen» Nu vraagt men de medewerking van de Gemeenteraad en spreker wil wel zeggen dat dit voor zijn fractie een uiterst moeilijke beslissing is. "Het is bekend"', zegt spreker, dat zij in het algemeen hun steun niet onthouden wanneer het R.K,instellingen betreft. Nog pas hebben zij hun stem uitgebracht voor een subsidie voor de bouw van een R.K.kerk. In het onderhavige geval hebben zij, en hij gelooft de ge hele Raad, toch wel degelijk rekening te houden met de belangen van de minderheid. Spreker wil hier even inhaken op wat de heer Asselbergs heeft gezegd. Deze zegt: "We kunnen dit rustig overlaten aan het particulier initiatief, de overheid is dan van een last bevrijd en dit R.K.ziekenhuis dat gebouwd zal worden kan best dienen voor alle gezindten. Katholieke ziekenhuizen in niet-Katholieke streken vinden ook instemming bij de niet-Katholieke bevolking". Aan de heer Asselbergs wordt, meent hij, als lid van de Provinciale Staten toegezonden een blaadje dat heet: "Protestantse ziekenzorg". Spreker weet niet of de hulster er af komt bij de heer Asselbergs, maar wanneer dit wel het geval is, dan zal hij er uit hebben kunnen vernemen dat de stelling die hij hier verkondigt bepaald niet algemeen juist is. Spreker zegt helemaal niet dat de Katholieke ziekenhuizen geen goede zieken huizen zijn, maar wanneer het van zo'n groot belang is voor katholieken om in een katholiek ziekenhuis te worden verpleegd, waarom dan niet voor protestanten om in protestantse ziekenhuizen te worden verpleegd? Spreker begrijpt uit wat de heer Asselbergs gezegd heeft - die misschien een beter ingewijde in deze zaak is - dat het de bedoeling is van de Stichting dat het Algemeen Burger Gasthuis straks van de kaart gaat. Hij wil wel zeggen dat dit op de scherpste, allerscherpste strijd zal uitdraaien tussén de verschillende bevolkingsgroepen van deze stad. Spreker wil het nog sterker zeggen, n.l, dat het gemeentebestuur zo'n gemeentelijke instelling, die zo vele jaren goede diensten heeft gedaan en waarop een deel van de minderheid van de bevolkirg gesteld is, eenvoudig niet mag laten verdwij nen. Daarom meent spreker natuurlijk niet te mogen afgaan op wat de heer Asselbergs zegt, hij moet weten hoe denkt deze Stichting daarover. Daar hangt ook van af, zegt hij, of zij hunne medewerking zullen kunnen verlenen. Zij moeten weten wat precies de bedoeling is van de nieuwe Stichting. Zij moeten weten, als er een R,K.ziekenhuis komt, wat vele jaren zal vergen, wat intussen de positie is van het A.B.G., Kan dit het .toenemende aantal patiënten opvangen, moet het uitbreiden intussen? En vooral is van belang: Wat is in de toekomst de positie van het Algemeen Burger Gasthuis? Het is zijn stellige overtuiging dat het algemeen belang er in hoge mate mee gediend zal zijn. Spreker zegt dit met de grootste nadruk, opdat er vooral geen tegenstelling zal bestaan. Hij zou willen dat contact werd opgenomen met de nieuwe Stichting alvorens deze brief werd beantwoord. "Door wie dit contact moet worden opgenomenvraagt hij, "Daarvoor zijn allerlei mogelijkheden. Het Dagelijks Bestuur kan dit doen. Het kan in een schrijven nadere uitleg vragen. Ook het college van regenten van het AJ3.G. kan contact opnemen. Men kan doen wat het beste lijkt". Persoonlijk kan het spreker niet schelen hoe het gebeurt. Bij kwesties als deze liggen er allerlei voetangels en klemmen en het ontstaan van ernstige wrijvingen tussen verschillende bevolkingsgroepen is lang niet uitgesloten. Men zou in zijn taak tekort schieten wanneer men niet alles zou doen om dit te voor komen Spreker doet een ernstig beroep op de Raad om de brief van de nieuwe Stichting deze avond niet te beantwoorden, maar te wachten tot er meer klaarheid in deze zaak is geko men. De heer NIJPELS begint met te zeggen dat het niet in zijn bedoeling lag om over dit punt iets te zeggen, maar na de verschillende sprekers te hebben gehoord moet hem toch wel iets van het hart. Namens zijn fractie kan spreker de verzekering geven - en hij wijst er met nadruk op dat hij spreekt als katholiek - dat zij deze nieuwe katholieke stichting beslist geen kwaad hart toedragen. Hij wil dan teruggaan naar de Raadsvergadering van september 1958, waarin hij gekozen werd als Voorzitter van het Algemeen Burger Gasthuis, Spreker kan hierbij wel verklappen dat hij deze functie niet geambieerd heeft, maar dat hij ze wel heeft aanvaard, wetende welke moeilijke consequenties aan deze functie zaten, ills Voorzitter van het A.B.G. heeft hij zich ten doel gesteld het Algemeen Burger Gast huis totaal te saneren. Hij zou deze sanering ih twee groepen, of beter gezegd in twee punten willen verdelen. Als eerste punt wil spreker aanhalen de sanering van het gebouw. Men weet allemaal dat het Algemeen Burger Gasthuis is verouderd. Spreker had zich als ideaal gesteld de gehouwen te vernieuwen, te restaureren en meer accommodatie aan te brengen; kortom hij wil graag van het A.B.G. iets maken waar het publiek van Bergen op Zoom recht op heeft. En als laatste had hij op deze sanering óf ter plaatse óf op een daartoe geschikt terrein binnen 4 jaar een nieuw ziekenhuis willen bouwen ten

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 111