is hierbij o.a, aan musea en aan de muziekschool. Met primitieve middelen en kleine maatregelen zijn deze er in onder te brengen. Spreker gelooft zeker niet dat hier al le lokalen mee bezet zijn. Hij is het er mee eens dat er nog wel wat anders in onder te brengen is, maar het is moeilijk om uit te maken wat dit zal zijn, ook in verband met de voorzieningen die getroffen moeten worden, het waterdicht maken enz. Spreker wil hier niet in vooruit lopen» Men zal deze twee verzoeken voorlopig moeten afwijzen, ofschoon straks misschien toch wel mogelijkheden bestaan, of wel dat men passender huisvesting vindt in te verlaten lokalen. Spreker heeft zich laten voorlichten en daarbij vernomen dat de levensschool zeker zo goed kan worden ondergebracht in de vrij komende muziekschool dan in het Markiezenhof, Men heeft huisvesting willen hebben en daarbij gedacht aan het Markiezenhof en daarom heeft rnen een beroep gedaan op het ge meentebestuur. Spreker gelooft echter dat men liever in de oude muziekschool wordt on dergebracht dan in een der onderdelen ven het Markiezenhof, De heer HOUTMAN meent, om tegemoet te komen aan de bezwaren van de heer Noorman, dat de redactie van de brief wel enigszins gewijzigd zou kunnen worden» Nu staat er dat bij effectuering van de plannen geen ruimte bestaat, terwijl gezegd zou kunnen worden:"verwachten wij dat geen ruimte beschikbaar zal komen". De heer NOORMAN kan zich met deze wijziging verenigen. De heer NIJSSEN wil nog even vragen aan de Wethouder, omdat deze heeft gezegd dat een en ander in studie is, of men dit jaar nog voorstellen in de Raad kan verwachten. De heer HOUTMAN knikt van ja. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. x. Algemene Bond van Ouden van Dagen t'e Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 18 novem ber 1957. Verzoek om beschikbaarstelling van recreatie-ruimte in het Markiezenhof, (Voorgesteld wordt adressant te berichten conform concept-örief nr. i0/40 C). De VOORZITTER gelooft dat dit precies hetzelfde 'behelst als het voorgaande punt. De heer NOORMAN merkt op dat in deze brief van de Bond van Ouden van Dagen twee punten worden gesteld en wel in de eerste plaats of de mogelijkheid bestaat om voor^ recreatieruimte- iets van het Markiezenhof te geven, maar mocht dit niet het geval zijn, of de mogelijkheid aanwezig is dat men subsidie krijgt om op de een of andere wijze in de behoefte aan recreatieruimte te voorzien. De recreatieruimte welke men momen teel heeft, het.college heeft er zich enige jaren geleden van overtuigd, ligt beneden de maat, ver beneden de maat. Dat zou op zich zelf niet zo erg zijn, men is er al lang tevreden mee, maar de huur loopt af en zal niet verlengd worden. - Op het tweede deel van. het verzoek wordt niet geantwoord. "Is het mogelijk", vraagt spreker, "dat er nog nadere voorstellen van het college komen op het verzoek om subsidie?". De heer HOUTMAN meent dat het misschien moeilijk is voor degenen die er niet vol doende in zitten om te kunnen concluderen waarom op de tweede vraag niet wordt geant woord. Vorig jaar is door het besluit van de Raad subsidie verstrekt aan de bonden voor ouden van dagen, met de afspraak dat. zij hier jaarlijks om terug zouden komen. Tot op heden is er nog geen enkele subsidie-aanvrage noch van de ene noch van de an dere bond voor 1958 binnen gekomen. Burgemeester en Wethouders hebben dus gemeend dat de laatste zinsnede om subsidie niet in deze brief moest staan, maar op een normale^ aanvrage om subsidie had moeten worden vermeld. Deze normale aanvrage is nog niet bin nen en daarom is hier niet op geantwoord. De heer NOORMAN vraagt of men het niet zo moet zien dat het hier gaat om een subsidie voor de oplossing van het probleem recreatie-ruimte. Men heeft elders in den lande ook met deze moeilijkheid gezeten, met een soortgelijke bond. De vraag is: Moet men dergelijke mensen met geld subsidiëren of moet men ze in natura subsidiëren door het beschikbaar stellen van ruimte? Spreker gelooft dat de mensen het prettig zouden vinden wanneer voor recreatieruimte werd gezorgd, hetzij dat deze door de gemeente verstrekt wordt, maar wanneer dit niet mogelijk zou zijn dat gezegd werd:"Wij zullen een subsidie geven tot het bedrag dat nodig is om een redelijke ruimte te huren". Daarom zou het misschien goed zijn meent spreker, dat aan de concept-brief de zinsne de werd toegevoegd dat, wat de subsidie betreft, men een afzonderlijk verzoek moet doen. Dan is de brief volledig beantwoord. De heer HOUTMAN heeft tegen deze toevoeging',wel enig bezwaar. Hij gelooft dat het niet zo moet zijn dat men een vereniging waaraan in 1957 subsidie is verleend het jaar daarop achterna moet gaan zitten om te komen met een subsidie-aanvrage. Dat moet van die vereniging zelf uitgaan. De kwestie betreffende recreatie-ruimte heeft spreker ook besproken met de heer Broos. Hij heeft maanden lang met het probleem gezeten zowel voor de ene als voor de andere bond om een geschikt onderkomen te zoeken. Zeker voor de algemene bond, want daar is het nog een graadje erger dan bij de Katholieke bond. Maar noch de heer Broos noch spreker heeft iets kunnen vinden. Men zoekt zelf ook al een jaar lang, de leden

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 75