i 28' GEMEENTERAAD VAN BERGEN OP ZOOM. Tweede Vergadering, Vrijdag, 28 februari 1958? des namiddags om 8 uur. Voorzitter: de heer P.J,Haverman®* iji ae Kaadsvefgöv - van Aanwezig: Mevrouw A.Juten-ven As, en de heren J. de Moor, J.Butijn, Ch.A, van Doorn, W.C.P,Broekmans, B.J.Scheppink;, C. van den Boom, A.P.G.leeus, C.J.A.Notenboom, P.A.M. Nijssen, P.M.J.C.AsselbergsP.Ratsma, D.Leijs, M.P.Bakx, M.F.Broos, E.Noorman, A.A. Hertogh, J. de Jaeger, S.A.Musters, F.J.B.Houtman, C.A. van der Velden en J.J.Peeters. Secretaris: de heer F,J.W.Clarijs. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en deelt mede dat de Burgemeester en de Secretaris deze avond wegens ziekte verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. De laatste berichten van deze middag waren van dien aard dat zij beiden aan de betere hand zijn en spreker hoopt dan ook dat zij volgende week weer hun functie kunnen aan vaarden en wel en gezond op het stadhuis kunnen verschijnen. Voorts deelt hij mede dat is binnen gekomen een schrijven van het geachte Raads lid de heer Broekmans, met verzoek aan de Voorzitter van de Gemeenteraad om te mogen interpelleren. Hij schrijft: "Ondergetekende Wi,C,P.Broekmans, lid van de Gemeenteraad, verzoekt in de openbare vergadering van de Gemeenteraad van 28 februari te mogen interpelleren over het antwoord van het college van Burgemeester en Wethouders aan de Raad van Be heer van de Bergen op Zoomse Stichting tot exploitatie van sport- en speelvelden dd. 22 dezer, terzake de door genoemde Raad van Beheer voor 1958 voorgestelde verhoging van subsidie voor arbeidskrachten. W.C.P,Broekmans". De VOORZITTER stelt voor, wanneer er geen bezwaren bestaan dat deze interpella tie wordt gehouden, de heer Broekmans aan het einde van de vergadering in de gelegen heid te stellen deze interpellatie nader toe te lichten. Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede akkoord. Aan de orde komt dan: IVASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN 31 JANUARI 1958. De VOORZITTER deelt mede dat er van de Leden van de Raad geen bemerkingen op de notulen zijn ingekomen. Wel is er van een van de directeuren van dienst een opmerking 'gemaakt naar aanleiding van het voorverslag dat door de Burgemeester aan de Raad is ter kennis gebracht. Op bladzijde 7 van de notulen, op een na de laatste alinea, staat:"Zoals de Le den weten is in de loop van het jaar een verbinding gemaakt tussen de Tholense en de Bergse waterleiding om in geval van nood water te kunnen leveren, enz.". Dit moet zijn: "is een contract gemaakt". En in de laatste alinea van pagina 7 wordt gezegd:"De rein- waterberging heeft een vergroting ondergaan. De nieuwe reinwaterkelder is nog niet in gebruik genomen, maar binnen niet al te lange tijd zal ze in gebruik genomen worden, waarmee de berging toeneemt van 7000 tot 27000 M3". In deze cijfers staat een nul te veel, het moet zijn:"van 700 tot 2700 M3". Deze wijziging zou hij willen aanbrengen. De heer NIJSSEN zou ook nog iets naar aanleiding van de notulen willen zeggen. De VOORZITTER deelt mede dat hij dit niet kan toestaan, Men moet zich te voren tot de Voorzitter wenden met een gemotiveerd verzoek tot wijziging van de notulen. Waar dit niet is geschied, kan hij het verzoek van de heer Nijssen niet toestaan. De heer NIJSSEN zegt dat het geen grote wijziging is. De Burgemeester heeft ge antwoord op zijn vraag De VOORZITTER kan niet toestaan dat de heer Nijssen hier verder op ingaat. Dit is een kwestie van orde en daar kan hij niet van afwijken. Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de notulen, met' inachtneming van boven genoemde wijzigingen, vastgesteld. II. INGEKOMEN' STUKKEN: a» Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfs organisatie te 's-Gravenha.ge, s-Gravenhage 1 februari 1958, afdeling Finan- ciën (B.B.Nummer U 30748. lededeling van het Koninklijk Besluit van 25 januari 1958 no. 11, houdende

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 69