-3-
beeld omdat dit beïnvloed wordt door de toestand over het gehele jaar en geen weer
spiegeling geeft van hetgeen zich in de laatste periode heeft afgespeeld. In 1957
bedroeg dus het aantal werkelozen 151, in 1956 was dit 133, in 1955 203 'en in de
voorgaande jaren was het steeds hoger dan dat aantal» haar sprekers mening was dus
1957 over zijn geheel genomen niet zo slecht. De vermindering van de werkgelegenheid
slaat, zoals te begrijpen is, ook wel spoedigst terug op de pendel. "We hebben hier",
zegt hij, "een niet onbelangrijke pendel, wel niet te vergelijken met plaatsen enigs
zins oostelijk van hier, maar zelfs hier heeft men toch een inkomende pendel van
220 en een uitgaande pendel van 850. Deze uitgaande pendel is de drie eerste kwar
talen van het jaar aanzienlijk toegenomen, maar zal de laatste tijd wel afgenomen
zijn". Want het spreekt zijns inziens van zelf dat pendelaars, vooral lange afstands
pendelaars, voor wie grote kosten moeten word.en besteed door de werkgever, de eerste
slachtoffers worden van een teruggang»
"Ik heb U reeds gezegd", aldus spreker, "dat we dus trachten moeten om op korte
termijn de bedrijvigheid en de werkgelegenheid enigszins te steunen" Men moet hierbij
vooral kijken naar werkgelegenheid op lange termijn. Zo vaak is hier reeds besproken
de ontwikkeling op lange termijn van West-Brabant. Daar hangt mee samen de verbetering
van dehaven, de aanleg van grote industrieterreinen bij de haven, de aanleg van we
gen, hij noemt de Zoomse weg, de aanleg van kanalen, het melken van aansluitingen aan
het kanalennet. Er zijn zoveel projecten die niet door ons alleen kunnen worden uit
gevoerd, doch die liggen in her raam van de ontwikkeling van geheel West-Brabant.
Het verheugt spreker en ongetwijfeld ook alle Leden van de Raad ten zeerste dat
de Commissaris van de Koningin in de laatste zitting van de Provinciale Staten heeft
toegezegd dat er binnen zeer korte tijd plannen zullen komen voor West-Brabant. Spre
ker is overtuigd dat de plaats van Bergen op Zoom in dit plan een zeer belangrijke
zal zijn.
Zoals gebruikelijk komt spreker dan, na deze algemene beschouwing over de werk
gelegenheid en de algemene toestand, aan het grondgebied van. Bergen op Zoom. Het grond
gebied heeft ook dit jaar geen uitbreiding ondergaan. Men weet hoe de situatie op dat
gebied is. Bergen op Zoom zal over enige jaren ongetwijfeld vast zitten wat betreft
de plaats voor de volkshuisvesting, voor het vinden van nieuwe uitbreidingsplannen,
voor nieuwe wijken. Men zit natuurlijk, wanneer de plannen voor de haven doorgaan - en
dat hoopt en verlangt men allen - nog vlugger vast met terrein van de gemeente. Spre
ker wil hier verder op dit ogenblik niets over zeggen, hij meent dat het de volle aan
dacht heeft van de autoriteiten die boven het gemeentelijke vlak zeggenschap hebben.
De bevolking van Bergen op Zoom bedroeg op 1 januari 1958 totaal 34,456. Dat'is 601
meer dan het jaar te voren. Spreker merkt verder op dat' de bevolkingstoename het jaar
daarvoor 500 bedroeg en het jaar daarvoor 885. Een grotere bevolkingstoename heeft
men dus de laatste twee jaar niet meer kunnen halen, De toename van 1 januari 1957
tot 1 januari 1958 is voor 456 zielen het gevolg van een geboorte-overschot en voor
145 het gevolg van een migratie-overschot. Ook hiervan wil spreker de cijfers geven
van de voorafgaande jaren, In 1956 bedroeg het geboorte-overschot 456 en in 1955 was
dit 529. Het migratie-overschot was in 1956 slechts 58 en in 1955 was het 356. Hier
is dus nogal enige speling in,
Het aantal geboorten loopt enigszins achteruit. Het bedroeg in 1955 782; in 1956
7o8,en in 195/ f21» Uitgedrukt in het aanta.1 per 1000 inwoners was het geboortecijfer
in 1957 21,3, het jaar daarvoor 22,5, het jaar daarvoor 23,75 en het jaar daarvoor;
23,4. Men ziet dus ook hier dat het relatieve geboorte-cijfer enigszins terugloopt.
Spreker komt dan aan enkele cijfers' over de volkshuisvesting, waarover hij ook
reeds vorige maand enige gegevens verstrekt heeft. Hij wil dan thans herhalen dat er
in 1956 wijziging gekomen is in het systeem der conting-metering vain subsidie voor wo
ningbouw. Toen is men begonnen om nier alleen op de behoefte te rekenen, maar vooral
om op de bouwcapaciteit te gaan letten, Het richtcontingent - men geeft toch een
richtcontingent bij de aanvang van het jaar - wordt min of meer op de behoefte afge
steld en bedroeg in 1957 voor deze gemeente 218. Dit cijfer is verhoogd tot 229 in
verband met de bouwcapaciteitGereed gekomen voor bewoning zijn in 1957 359 woningen.
Dit is een cijfer dat men te voren nimmer gehaald heeft. In 1956 was het 155, in 1955
274 en in 1954 239. Per 1 januari waren in aanbouw 137 gemeente-woningen en 11 parti
culiere woningen. Vorig jaar, dus op 1 januari 1957, waren in aanbouw 319 gemeente-
woningen en 20 particuliere woningen. Het ziet er dus wel naar uit en men kan er oèk
vast op rekenen dat in 1958 zeker niet zoveel woningen gereed zullen komen als in
1957.
Bergen op Zoom heeft voor 1958 een contingent toegewezen gekregen van 180 woning
wetwoningen. Zoals hij straks zei, is de laatste jaren bij de toewijzing van het con
tingent speciaal gele.t op de bouwcapaciteit. Thans is het weer iets anders. Spreker
heeft het bij de behandeling van de begroting reeds gezegd dat het thans de financi
ële grenzen zijn die het contingent bepalen.- Men gaat uit van 40,000 woningwetwonin
gen voor Nederland. Deze worden verdeeld over de provincies volgens een bepaalde maat
staf. De provincie verdeelt ze over de gemeenten. Bergen op Zoom heeft hierbij 180