-23- VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAK EEN VASTE GELDLENING TOT TEM HOOGSTE HET BEDRAG WAARVOOR DOOR KOPERS VAN RENTESPAARBRIEVEN DER^TWEËDE NATIONALE WONINGBOUWLEKLNG VOORKEUR VOOR DE GEMEENTE BERGEN OP ZOOM ÏS' UITGESPROKEN. (Dossier nr. 122 0). Verzameling 1958, nr, 16). De VOORZITTER deelt mede dat dit ook een 6% lening is tegen een koers van 100%' over 13 jaar. Zonder beraadsalging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten, Aan de orde komen dan de vragen van. de heer de Jaeger. De VOORZITTER zou willen opmerken, wanneer de Leden de vragen in de krant gele zen hebben, dat dit niet van de Voorzitter komt» De brief welke hij gekregen heeft, heeft hij niet aan de krant gegeven. De heer DE JAEGER zou eerst bevestiging willen hebben van vraag 1namelijk: Is het juist dat in het bestek van het viaduct als wegdekbekleding atond aangegeven warm asphalt? Dan zou hij ook graag op vraag 2 antwoord hebben, wat de aanleiding of de oor zaak is dat Burgemeester en 'Wethouders er genoegen mee hebben genomen dat dit wegdek in beton wordt uitgevoerd. Alvorens zijn vragen nader toe te lichten, wil hij op deze twee vragen antwoord hebben. De heer HAVERMANS heeft op vraag 1 een kort antwoord, namelijk dat in het bestek was voorgeschreven warm asphalt, En wat vraag 2 betreft, waarom Burgemeester en Wethouders genoegen hebben genomen dat voor bedoeld wegdek beton werd gebruikt, daarop kan spreker mededelen dat, toen dit werk een aanvang moest nemen, Burgemeester en Wethouders er door liet toezicht op de Ne derlandse Spoorwegen opmerkzaam op zijn gemaakt, dat door het Rijkswegenbouwlaboratcvi- um van Rijkswaterstaat een systeem was ontworpen voor het aanbrengen van een cement- beton-dek op viaducten in. plaats van asphalt, omdat men met het laatste meermalen te leurstellende resultaten had verkregen. Men had het gemeentebestuur dus gewaarschuwd dat er teleurstellende resultaten waren met het toepassen van warm asphalt. Gezien de deskundigheid van het Rijks-laboratorium, dat uit ervaring spreekt, heeft men naar aanleiding van de opmerking door de Nederlandse Spoorwegen gemaakt deze zaak besproken en heeft de dienst van gemeentewerken contact opgenomen met het Rijks-laboratorium en daarbij kwam naar voren dat het op een voorgespannen betonnen dek, zoals hier het ge val is, het heter is beton aan te brengen dan asphalt. Hiermee meent spreker dat ook vraag 2 beantwoord is. De heer DE JAEGER wil na beantwoording van deze twee vragen een toelichting geven, Zoals hem door een deskundige is medegedeeld, is de betonlaag die nu op het brugdek ligt berekend op een warme a.sphaltlaag. Er is gerekend op een asphaltlaag, terwijl nu beton gelegd zal worden ter dikte van'% c.m. Die brug is nu afgewerkt met zogenaamd ruw beton die berekend is op een warme asphaltlaag die een betere pakking heeft en dus een beter geheel vormt met de onderlaag die nu op de brug ligt. Maar dat is eigen lijk het grootste nog niet wat hier speelt, maar de grote vraag is of de beton die hu op een dikte van- 4i c.m, er op gestort zal worden, of die zal beantwoorden aan het doel waarvoor een warme asphaltlaag gebruikt zou worden. Het zit namelijk zo dat een warme asphaltlaag de brug, dus de onderlaag helemaal'waterdicht zou maken. Spreker heeft zich de moeite getroost een dezer dagen, -zondag met de dooi,- op uitnodiging van een deskun dige die zo goed is geweest hem in te lichten de brug te gaan bekijken en hij kon zien dat op de brug door de sneeuw die aan het smelten was aan de zijkanten en de onderkant van de brug zich een bruine streep vertoonde van het water. Dat zou op het ogenblik niet zo erg zijn, maar er werd de vrees gekoesterd dat, indien men daar de beton op gaat doen, het niet waterdicht zal zijn en dat de mogelijkheid aanwezig is, wanneer men er béton op stort, dat er condenswater tussen blijft zitten. De mogelijkheid zou dan ontstaan dat volgend jaar of over 2 jaar bij strenge vorst het beton dat hier op- gestort wordt omhoog zou gaan-werken en stuk zou gaan, De vrees welke hij heeft gehad kan misschien weggenomen worden door vraag 2 welke ondergetekende heeft gesteld. Mis*- schien is door de Rijkswaterstaat en de Staatsspoorwegen onderzocht dat dit niet mogelijk is. Hij zou er de vraag aan willen koppelen: bestaat de mogelijkheid dat hier later bij vorst het wegdek zou kunnen gaan scheuren? De heer HAVERMANS staat verbaasd over de deskundigheid van de'heer de Jaeger. H|j zou misschien wel het Rijkslaboratorium behulpzaam kunnen zijn in deze. De heer DE JAEGER merkt op dat hij nu'al voor de tweede maal in deze vergadering als deskundige wordt weggezet. "Maar dat geeft niet hoor", zegt hij. i De heer HAVERMANS deelt mee dat wat hij naar voren heeft gebracht een deskundige toelichting is. Burgemdester'en Wethouders hebben vertrouwen in het advies van de Spoor wegen en over de ervaring die men heeft bij de toepassing van asphalt. Om die reden is net advies gegeven samen te werken met het Rijkswegenbouwlaboratorium, aangezien het,' Rijkswegenbouwlaborator;.vm hier de meest deskundige is. Het is niet het eerste het bes te bureau. Bij de Rijkswegen past men alle mogelijke materialen toe en uit de regelma-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 23