-22-
XXIVVOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 19.5.8..,.
(8e WIJZIGING),
XXV. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR_1958
(9e WIJZIGING).
XXVI. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR; 19S8_
(10e WIJZIGING).
XXVII.VOORSTEL TOT -WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DI^TJAAR J_95§
(11e WIJZIGING)EN WIJZIGING- VAN DE BEGROTING VAN DE DIENST VAN GEjffiENTBWBRKEN
VOOR HET DIENSTJAAR 1958 (2e WIJZIGING),
XXVIII.VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR_1_958
Tï~2ë~ WIJZIGING).
Al deze voorstellen worden tegelijk aan de orde gesteld en zonder -beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen XVII tot en met
XXVIII van Burgemeester en Wethouders besloten.
XXIX. BEHANDELING VAN EEN INGEKOMEN. RECLAME TEGEN DE AANSLAG IN DE gTRAAE^lASTING_.
OVER 1957.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
AANVÜLLINGSAGENDa
I. VOORSTEL-TOT HET AANGAAN VAN EEN VASTE GELDLENING, GROOT 402».^g^^i_TER_jjINAN=_
CÏËRING~~VAN"JITBREIDINGSWERKEN DER GEMEENTELIJKE, DRINKWATERLEIDING.
(Dossier nr. 122 R).
(Verzameling 1958, nr. 15).
De heer RATSIA veronderstelt dat het college misschien veel moeite heeit gedaan
om deze lening te kunnen sluiten, maar hij vraagt zich af of dit voor^de gemeente zo'n
voordelige zaak is, nu men op het punt staat dat de rente mogelijk vrij snel zal dalen.
Gedurende 25 jaar is men gebonden aan een lening van 6%, wat naar zijn^mening geen klei
nigheid is. Hij weet niet hoe het college er over denkt. Naar zijn mening zou men, wan
neer men een-half jaar een kasgeldlening voortzette, op belangrijk voordeliger wig ze
kunnen slagen.
De heer LEIJS meent datdit misschien wel mogelijk zou kunnen zign, maar^hig
zou er de nadruk op willen leggen dat deze uitbreidingswerken op dit moment geëist wor
den. Men zit in zo'n precaire positie met het waterleidingbedrijf dat uitstel eigen
lijk onmogelijk is. "Men weet", zegt hij-, "dat in eerste instantie het totaal plan is
aangenomen door de Raad., maar dat dit niet uitvoerbaar is gebleken» ioen geen krediet
beschikbaar gesteld kon worden is men het plan gaan ?ri.jzigen en vereenvoudigen zodat
het werk in delen uitgevoerd kon worden'/ Waar het niet uitgevoerd kon worden met kort
kasgeld en alleen met een lang lopende- lening gelooft spreker dat er niets anders op
zit dan deze lening te aanvaarden in de overtuiging dat deze werkzaamheden noodzake
lijkerwijze moeten worden uitgevoerd.
De heer RATSMA zou niet willen pleiten voor uitstel van de werkzaamheden, maar
voor het sluiten van een'kasgeldlening. Dat is echter verboden. Nu komt zijns inziens
de vraag aan de orde: kan niet een half jaar gewacht worden met een dergelijk projectr
Spreker-kan dit niet beoordelen, maar naar zijn stellige overtuiging zou men dan voor
deliger uit zijn dan nu met een lening van 6over 25 jaar.
De VOORZITTER merkt op dat er ook geen zekerheid is dat men binnen een half
jaar een lagere rente heeft. Hij heeft pas een beschouwing gelezen waarin wordt gezegd
dat men voor 1958 nog weinig ruimte geeft.
De heer RATSMA heeft daar verschil van mening over en hij heeft gemeend een
meer optimistisch geluid te moeten laten horen,
De heer BUTIJN vraagt-of vandaag niet een emissie is gekomen voor een 5v./> le
ning voor een elektriciteitsbedrijf.
De heer HOUTMAN vraagt of deze tegen de koers van 100% is.
De heer RATSMA gelooft van 99%.
De heer ASSELBERGS noemt 98%.
De heer HOUTMAN deelt mede dat deze lening 100% is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders besloten.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde het punt dat voor de vergadering ter tafel
is gelegd: