19-
slechts van 34,tot 35,wordt verhoogd. De reden daarvan is dat de verhoging
grotendeels gegeven wordt voor het onderhoud van de gehouwen en voor de in bruikleen
gegeven scholen is het onderhoud voor rekening van de gemeente. Daarom dus hiervoor
die geringe verhoging van 34,op 35,
De heer BUTIJN zegt met grote belangstelling het betoog van de Wethouder te heb
ben beluisterd. In grote lijnen is hij het er ook wel mee eens. Hij heeft gehoord
dat hij zich vergist heeft met de basis waarop het bedrag wordt vastgesteld. Vroeger
geschiedde' dat in vergelijking met andere gemeenten waar een openbare school gevestigd
is, de laatste jaren is dit gewijzigd. Hij moet voor die vergissing zijn excuses ma
ken. Toch zou hij willen vragen of het gemeentebestuur op de hoogte is van de bedra
gen die in andere gemeenten, zoals Roosendaal, Breda en Tilburg gegeven worden, om
een idee hierover te vormen.
De heer HOUTMAN meent dat het misschien interessant is de heer Butijn de statis
tiek te doen toekomen over 1957, hoewel hij bij de bestudering daarvan voorzichtig
moet zijn met vergelijkende cijfers. Wanneer hij de kwestie goed bestudeert, zal hij
enkele frappante cijfers tegen komen. Bij het g,l,o„ zijn de laagste respectievelijk
hoogste bedragen 17,75 in Nieuwenhoorn en 107,in Zuiderwoude, Deze gemeenten
tellen respectievelijk 1691 en 248 inwoners. Bij het v.g.-l.o, zijn het Borne met 4000
en Assen met 32000 inwoners die respectievelijk 32,— en 148,— betalen. In twee
gemeenten van ongeveer gelijke grootte, Ierseke en Mijdrecht, zijn de bedragen 31,—
en 114, Dat is dus wel zeer uiteenlopend. Men moet naar hij meent dus wel heel
voorzichtig zijn met deze documentatie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt Can overeenkomstig het voorstel sub a en sub
b van Burgemeester en Wethouders besloten.
XIII.VOORSTEL OM AAN DB STICHTING "HET .ZUIDELIJK TONEEL":
a. EEN SUBSIDIE TE VERLENEN VAN 'f000;~ PER JAAR;
b. EEN GARANTIE VAN 600,— PER VOORSTELLING 'IN BERGEN OP ZOOM TE VERLENEN VOOR
MAXIMAAL DRIE VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE VOORSTELLINGEN EN TEN HOOGSTE
TOT HET NADELIG SALDO DIER VO-GRSTELLINGEN.
(Dossier nr. 280 E).
(Verzameling 1958, nr. 6).
De heer NOORMAN merkt op dat, wanneer het Zuidelijk Toneel dezelfde opgaande
lijn vertoond zou hebben als het Brabants Orkest, deze subsidie misschien nog niet
hoog genoeg geweest zou zijn. In beginsel is hij een groot voorstander van het Zuide
lijk Toneel. Hij weet dat er een grote behoefte aan bestaat, vooral sinds de grote
Nederlandse gezelschappen niet meer hun activiteit tot plaatsen van deze grootte uit
strekken en als^ze het doen, dan doen ze het alleen wanneer de schouwburg-accommodatie
aan redelijke eisen voldoet. Omdat de schouwburg-accommodatie in Bergen op Zoom daar
ver beneden .komt te liggen, wordt deze plaats gemeden door het groot beroepstoneel.
Dgt is erg jammer, aangezien hier grote belangstelling bestaat voor goed beroepsto
neel. Daarom ook was naar zijn mening de oprichting van het Zuidelijk Toneel belang
rijk, omdat men kon verwachten dat het Zuidelijk Toneel zich in het bijzonder met
zijn activiteit zou bezig houden in Brabant en Limburg, waar tal van plaatsen zijn
die wel in aanmerking komen voor een voorstelling, maar evenmin als Bergen op Zoom
over moderne toneel-accommodatie beschikken. Nu doet de vraag zich echter voor:heeft
dit Zuidelijk Toneel eigenlijk wel levensvatbaarheid? Wanneer er nog een vonkje aanwe
zig zou zijn voor enige toekomst, dan zou men dat moeten blijven steunen, maar wanneer
ooch zou blijken dat.het een doodgeboren kindje is, dan is het meer dan jammer wanneer
er nog geld aan besteed werd. "Dit noudt niet in", zegt spreker, "dat men hieruit moet
concluderen dat het Zuidelijk Toneel ten dode is opgeschreven". Maar de berichten en
geluiden die hem omtrent dit toneel hebben bereikt zijn allesbehalve bemoedigend. Het
Zuidelijk Toneel heeft hier één voorstelling gegeven, waarna men het niet meer heeft
gezien en men behoeft ook niet te verwachten dat het in 1958 Bergen op Zoom .nog zal
bezoeken. Daarom is de toevoeging van 600,— per voorstelling niet zo erg belang
rijk. Spreker meent dat er sinds korte tijd nog weer enkele verminderingen van spelers
hebben plaats gehad die overgegaan zijn naar elders, terwijl de leiding zelfs zou heb
ben bedankt. Zijn vraag is: wat is er over gebleven? Mocht het zijn dat men er toch
boven op komt, dan zou hij deze subsidie van harte willen steunen. Hij vindt het
echter een jammerlijke geschiedenis. Als men dan weet dat het Zuidelijk Toneel behalve
in het zuiden ook elders voorstellingen geeft - men geeft een vrij groot aantal voor
stellingen boven de Moerdijk terwijl men e-r in Brabant niet eens aan toekomt - dan
weet hij niet wat hij hiervan moet zeggen. Voor één maal zou spreker het voorstel wil
len steunen, maar met de restrictie dat voor een volgende keer eerst een onderzoek 7
wordt ingesteld wat voor nut dit toneel voor Bergen op Zoom heeft.
De heer DE JAEGER, zich aansluitend bij de woorden van de heer Noorman, spreekt,
er zijn verwondering over uit dat het college 'het advies niet overgenomen heeft van
de commissie van financiën. In kleinere kring worden dergelijke zaken over het algemeen
zeer serieus bekeken en wordt er breedvoerig over gediscussieerd. De commissie van fi-