De VOORZITTER merkt pp dat dit een aanbeveling is, zodat de stemming vrij blijft.
Hij stelt voor de benoeming van de twee leden tegelijk te doen plaats hebben.
De heer de JAEGER veronderstelt dat men misschien verwonderd zal zijn, misschien
ook niet, dat weet hij niet, dat hij hierover het woord vraagt, maar toch meent hij
voor zich zelf verplicht te zijn hierover het woord te voeren. Het betreft de oandida-
tuur welke gesteld is in overleg met het I.S.C.C. Het spijt hem ten zeerste dat door
deze gang van zaken men schijnbaar wat luchtig heen gaat over het advies dat van het
I.S.C.C. gevraagd is. Aanvankelijk werd in deze vacature altijd dezelfde persoon ge-
candideerd en was nummer twee van de ranglijst een werknemer. Toen is door een geluk
kige omstandigheid voor de 'werknemers, toentertijd tenminste, nog een werknemer in
dit college gekomen door het bedanken naar hij meent van de heer Segers. Toen is na
melijk de heer Akkermans canaidaat gesteld en gekozen. Zoals in de stukken staat is,
doordat de heer Akkermans benoemd is tot lid van de Raad, een vacature ontstaan en
voor die vacature zijn bij informatie namen genoemd. Het spijt hem ten zeerste dat,
waar dit een vacature voor een werknemer ras, nu weer geen werknemer wordt gecandi-
deerd. Dat spijt spreker ten zeerste, vooral voor de sociale aspecten die in Maatschap
pelijk Hulpbetoon zitten. Naar- zijn mening had een werknemer die er voor capabel is
hiervoor in aanmerking moeten komen en spreker moet zijn spijt er over uitdrukken dat
dit niet reëler en breder gezien is.
De heer BROOS moet, ofschoon hij nog niet de taak van Wethouder van sociale zaken
op zich gekregen heeft,- er heeft nog geen verdeling van functies plaats gevonden -
opmerken dat hij het tot zijn spijt niet met zijn fractiegenoot eens kan zijn.
De situatie is zo: In 1953 zat er in de Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon
geen enkele vertegenwoordiger van de werknemers, geen enkele. Nadien is daar uitbrei
ding voor gekomen. De Commissie is gebracht op zeven leden en met toestemming van de
Raad is het zo gegaan dat er twee werknemers in vertegenwoordigd waren. En waar hij
als Wethouder Voorzitter dezer Commissie werd, is het aantal werknemers dus nog.met
eén vermeerderd. Men weet dat er in de vergadering van januari 1957 nogal wat te doen
is geweest op het punt benoeming, waar het I.S.C.C. meende dat het gewenst was een ha-
rer mensen in deze Commissie benoemd te krijgen. Dat kon op dat moment niet meer, maar
de toezegging werd gedaan in de Raad bij de eerstvolgende gelegenheid, wanneer er mo
gelijkheden waren om een vertegenwoordiger van het maatschappelijk leven, dus van de
organisaties die zich bewegen op het terrein van de maatschappelijke zorg, te benoemen,
dat dit dan zou geschieden. Dat gebeurt nu. Het burger zittend lid de' heer Akkermans
kan wegens zijn benoeming tot lid van de Raad niet in deze Commissie terugkeren'en nu
heeft de Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon zich in verbinding gesteld met het
I.S.C.C, en gevraagd een dubbeltal aan te wijzen. Dit is gebeurd met het gevolg; dat,
zoals men in het voorstel heeft gezien, de heer van Giels als eerste en de heer de- Erooi
als tweede op de aanbeveling is gekomen.
Spreker kan het niet met de heer de Jaeger eens zijn dat het college in hoofdzaak
zou moeten worden samengesteld uit werknemers. De situatie is zo, aannemende dat de
Raad gestand zou doen wat voor kort het geval was, dat er twee werknemers in vertegen
woordigd zouden zijn. Als hij dan zich zelf als Voorzitter meerekent, dan zijn het er
drie van de tegenwoordig negen, dus één derde. Hij meent dat de werknemers hiermee
ruimschoots vertegenwoordigd zijn.'Spreker gelooft ook wel van een evenredige vertegen
woordiging te kunnen spreken. Waar dit standpunt in Maatschappelijk Hulpbetoon is aan
vaard, hoopt spreker dat de Raad er ook mee accoord kan gaan.
In het reglement van orde staat, artikel 5 sub 4, dat het college van Maatschap
pelijk Hulpbetoon een' aanbeveling moet indienen, maar men kan als Raad niet buiten de
ze aanbeveling om gaan» Dit is door de Raad aanvaard en spreker zou er prijs op stel
len dat dit werd gehandhaafd, Dit is dus geen vrije stemming, maar men heeft zich aan
de aanbeveling te houden.
De VOORZITTER doet voor deze stemming een beroep op hetzelfde stembureau.
Uitgebracht worden 23 x 2 stemmen
Daarvan verkrijgen voor de eerste vacature de heer J.A.W. van Giels 19 stemmen,
de heer J.M.J. de Kroon 1 stem, terwijl 3 stemmen blanco worden uitgebracht; vooir de
tweede vacature de heer J.A, v.d. Wouw 18 stemmen, de heer L.M*Passier 4 stemmen, ter
wijl 1 stem blanco wordt uitgebracht.
Benoemd zijn dus de heren J.A.W. van Giels en J.A. v.d. Wouw, aan wie van deze be
noeming zal worden kennis gegeven en zal worden gevraagd of zij de benoeming aanvaar
den.
De VOORZITTER dankt het stembureau voor de verleende diensten.
XVII.VOORSTEL TOT VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN.
(Dossier nr. 43 A),
(Verzameling 1958, nr. 162).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig hex voor-
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.