-2-
vier Wethouders benoemen en het is aan de Raad om te beslissen welk aantal Wethouders
men wenst.
De heer ASSELBERGS gelooft, wat betreft het aantal Wethouders, wel te mogen, stel
len dat het voor de stad Bergen op Zoom, uit hoofde van haar grootte en misschien nog
meer uit hoofde van het feit dat de gemeente Bergen op Zoom voor grote belangrijke
problemen is gesteld, wel noodzakelijk zal zijn om vier Wethouders in het college te
verkiezen.
De heer RATSMA kan zich daarbij aansluiten.
De heer HIJPELS deelt mede dat ook zijn fractie zich daarbij kan aansluiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan besloten om het aantal Wethouders op. vier
te bepalen.
De heer ASSELBERGS wil gaarne, met betrekking tot de Wethoudersverkiezing, na
mens zijn fractie een verklaring afleggen.
De gehouden verkiezingen voor de .Raad van deze goede stad Bergen op Zoom stonden,
voor wat het Katholieke volksdeel betreft, naar zijn mening in het teken van twee
- wel van elkaar te onderscheiden - maar zeer met elkaar verbonden elementen.
Dit waren naar zijn mening enerzijds het nogmaals en definitief afwijzen van de
door de Partij van de Arbeid lang en nadrukkelijk gepropageerde doorbraakgedachte en
anderzijds het streven naar hechte politieke eenheid.
Gezien de verkiezingsuitslag valt het zijns inziens niet te betwijfelen dat de
Katholieke Bergenaren de doorbraakgedachte totaal tot een irreële illusie hebben ver
klaard, Daarin waren zij één. Dit één-zijn - hoewel op zich waardevol - is tenslotte
echter niet meer dan negatief bepaald,
Voor wat het streven naar eenheid in positieve zin betreft, valt het op zich ze
ker te betreuren, dat het verloop der verkiezingen heeft aangetoond dat de eenheid on
der de Bergse Katholieken nog niet tot een volle levende realiteit is ontwikkeld,
Eeit is echter dat een zeer overwegend deel 'van de Katholieke Bergse bevoljcing
overtuigd blijkt van de grote wenselijkheid ook in gemeentelijk-politieke aangelegen
heden gezamenlijk op te treden in het georganiseerd verband van één politieke partij.
Dit zeer overwegende deel der Katholieke Bergse bevolking heeft gekozen voor het geza
menlijk optreden binnen het verband van de Katholieke Volkspartij,
Bezien we nu de als gevolg van de verkiezingen tot stand gekomen zetelverdeling
in deze Raad met betrekking tot de bezetting van het college van Wethouders, dan is
het duidelijk dat geen enkele groepering dan de Katholieke groeperingen op grond van
haar zeteltal enige aanspraak op een Yi?ethouderszetel maken kan.
Hoe zeer spreker er ook van overtuigd is dat de andere groeperingen leden tellen
die waardevolle en deswege te waarderen arbeid voor de stad verricht hebben en zullen
verrichten, het toekennen van een Wethouderszetel zou op grond van de getalsverhoudin
gen een zwaar overtillen van hun situatie inhouden.
Het is niet geheel onmogelijk dat de drie niet Katholieke partijtjes terzake van
het verkrijgen van een Wethouderszetel gezamenlijk optreden; dat is in het verleden
ook gedaan. Waar hun politieke doelstellingen echter onderling zeer ver schillen,;-komt
hem dit voor als een overigens nog klein soort monster-verbond, waarin hij geen vol
doende positieve waarde kan ontdekken en derhalve meent hij gerechtigd te zijn daar
geen enkele aandacht, aan te besteden.
De conclusie van een en ander kan niet anders zijn dan-dat alle Wet houd ers z et els
logischerwijze aan Katholieken, moeten toevallen.
Gezien nu het feit dat het overgrote deel van de Katholieke kiezers gekozen.heeft
voor de K.V.P, en daarmede voor positieve eenheid, meent spreker dat het juist is deze
positieve eenheid in het college van Y/ethouders te moeten nastreven en zij zullen der
halve voor elk der zetels een candidaat uit hun midden stellen.
De heer RATSMA washet al bekend dat de fractie van de K.V.P. met de gedachte in
deze Raad zou komen om opnieuw het Wethouderscollege samen te stellen uitsluitend uit
Leden -uit haar midden. De heer Asselbergs had hen dat reeds in het voor-overleg daf
heeft plaats gevonden medegedeeld en zij hebben toen direct geantwoord dat zij daar
niet mee accoord zouden gaan. "Zij" wil zeggen: de fractie van de P.v.d.A,de verte
genwoordiger van de V.V.D, en de vertegenwoordiger van de C.H.U,
Hu zegt de heer Asselbergs vanavond dat het niet reëel is de eis te stellen:dat
een der leden van hun groeperingen Wethouder zou moeten worden, omdat hun politieke
doelstellingen zeer uiteenlopend zijn. "Dat is juist", zegt spreker, "maar we stellen
vanavond geen Ministerie samen, maar we stellen samen een college van Wethouders, En
nu kan men in deze Raad van Katholieke zijde een betoog ophangen zoals de heer Assel
bergs doet, maar er zijn tal van voorbeelden in Nederland waar de K.V.P. zeer in- de
minderheid is en waar zij met andere groeperingen moeten samenwerken om voor haal1 te
bereiken dat zij een zetel in het college krijgen",
Het is gelukkig zo in Nederland bij het overgrote deel der Gemeenteraden, dat men
beseft dat de gemeente afleen kan worden bestuurd wanneer alle groeperingen van kiezers
die in de Raad zijn afgevaardigd een reële kans krijgen aan het dagelijks bestuur der