I -15- ken naar een betere plaats, zodat de man enige compensatie krijgt. De heer BROEKMANS merkt op dat de heer de Moor het in zijn laatste tirade ge had heeft over het belang van het sportpark. Nu dit in het geding gebracht wordt, ge looft spreker dat hij er wel iets van mag zeggen. Hij gelooft dat het juist is dat Burgemeester en Wethouders teruggekeerd zijn van de dwalingen huns weegs. Het is voorgekomen dat Burgemeester en Wethouders aan sportpark en speeltuin een nieuwe con sumptiegelegenheid gecreëerd hebben, welke door haar ligging een prae had op de pach ter van de bufetten van speeltuin en sportpark. Als dit bij de verpachting van"de consumptiegelegenheid gestaan had, dan was daar bij de inschrijving zeker rekening mee gehouden. Ook uit het oogpunt van controle is het belangrijk dat deze consumptie gelegenheid verdwijnt. Degenen die de speeltuin bezoeken, wordt ongelimiteerd gelegen heid gegeven om naar de bus te gaan, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van een der gelijke verkoopgelegenheid, wat de controle uitermate sterk bemoeilijkt. In het alge meen kan spreker de verschillende beweegredenen welke Burgemeester en Wethouders in hun schrijven hebben aangehaald onderstrepen. De heer HOUTMAN'moet het in de eerste plaats van het hart dat bij de - discussies over de kwestie Soeters opmerkingen gemaakt worden die minder aangenaam zijn en hij gelooft ook dat ze minder hard zouden behoeven te klinken. Door de heer de Jaeger is gesproken over de onelegante manier van Burgemeester en Wethouders en door de heer de Moor is zelfs gesproken over onrecht. Als ooit ie mand recht gedaan is, dan is het aan deze heer Soeters. De gemeente had met de man niets meer te maken, maar mogelijk uit sociale overwegingen is hem de helpende hand geboden. Als de heer de Moor zo spitsvondig is om er alle mogelijke argumenten .bij te halen en stelt dat verkeerstechnische kwesties uitgevonden zijn, dan wil hij voor op stellen dat er meerdere-verkeersdeskundigen in de Raad zijn die zullen beamen dat een patates-frites-kraam bij de spoorbomen, met een rijwielpad er tussen, niet te to lereren is. Door de heer de Moor is voorts in discussie gebracht de, juistheid van de mededeling door de Wethouder gesteld dat de plaats van het abattoir naar de "Holland se Tuin" kleiner is dan van de Markt naar de "Hollandse Tuin". Hij ziet de heer de Moor niet zo naïef aan dat hij vergeet dat deze plaats bij de normale verpachting ver pacht is. Iedereen weet dan hoever men uit elkaar- staat en dat heeft men aanvaard. Het gaat er hier om: doet het gemeentebestuur iets onjuist ten opzichte van Soe ters? Door de heer de Moor is gesproken over een overeenkomst en een opzeggingster mijn, maar er is hier geen spralce van een opzeggingstermijn, de gemeente heeft het recht dit ieder moment op te zeggen. De heer de Moor is iets dieper ingegaan op; de situatie aan"Rozenoord'.! Eerst veronderstelt hij dat het voor de kinderen niets uit maakt of ze een ijsje eten in de speeltuin of er buiten en dan weer zegt hij dat ze beseffen het verschil van smaak, waardoor ze toch naar buiten gaan. Spreker vraagt zich af wat van deze critiek de reden kan zijn. De he.er de Moor stelt dat er wel iets achter zal zitten, maar de simpelheid van het geval doet hem de vraag stellen of er van de andere kant niet iets achter zit, Er is een plaats gegeven aan Soeters in de Beukenlaan en nu heeft de heer de Moor gesteld dat dit niet alleen was voor de mili tairen, maar ook voor "Rozenoord", Toen Soeters deze plaats kreeg, was het september en begoh dus het voetbalseizoen en daanvan heeft een patates-frites-kraam weinig te verwachten. Wanneer de heer de Moor stelt dat het een aantrekkelijk punt is voor sport park en,speeltuin, dan kan spreker zeggen dat dit klopt, want de wagen gaat open wan neer de speeltuin open gaat en dicht wanneer de speeltuin dicht gaat. De heer DE MOOR merkt op dat dat er niets mee te maken heeft. De heer HOUTMAN kan dit begrijpen, maar hij zou er op willen wijzen dat dejRaad hier ook niets mee te maken heeft. Waar het wel om gaat is, dat de overheid de plicht en de dure plicht heeft, wanneer blijkt - en dat zijn de bijzondere omstandigheden waar de heer de Moor op doelt - dat de aanwezigheid van deze kraam een dermate moor dend concurrentie-element is voor de pachter van "Rozenoord", die voor een dure .pacht van speeltuin en paviljoen zit, om in te grijpen. Hier is een toestand geschapen die niet houdbaar is en het is beslist noodzakelijk dat Burgemeester en Wethouders tot het besluit gekomen zijn om aan Soeters een andere plaats te geven. De argumenten van niet elegant en onrechtvaardig zou hij graag willen omdraaien en hij zou de heren die deze opmerkingen gemaakt hebben in overweging willen geven hun oor niet alleen te luisteren te leggen bij de man van deze affaire, maar ook- bij de andere partij in deze aangelegenheid, De heer DE MOOR meent dat de Wethouder de zaak op z'n kop- zet. Hij heeft gezegd: "Als U voor Uw kind een ijsje koopt", maar hij heeft niet gezegd:"Als een kind een ijsje koopt, dan wordt aan de zaak van Soeters-recht gedaan en hieraan de voorkeur ge geven" Spreker zou dit minstens een maand willen aanhouden, dan heeft men ook gelegen heid aan het verzoek van de Wethouder te voldoen en de andere kant te horen. Het - lieist zou hij zien, dat Soeters dit seizoen tot september kan blijven staan. Hij doet dan ook het voorstel de brief niet te laten uitgaan en de verplaatsing van de kraam van Soeters op te schorten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 178