tairen is dan ook een onjuistheid. Het bevreemdt hem zeer dat, nu een periode aanbreekt dat er werkelijk wat muziek in gaat zitten voor betrokkene, hij weg moet, terwijl hij in de"dooie" tijd is mogen blijven staan. Hij is begonnen in september van het vorige jaar en dat is maand na maand verlengd. Nu heeft hij deze maand natuurlijk al betaald, zoals anders, maar er staat ook in de overeenkomst dat hij van maand tot maand wordt opgezegd, "Bestaat een maand uit 30 dagen of is het een kalendermaand?", vraagt spreker. Besloten is dat hij opgezegd is dm aan het einde van deze maand te verdwijnen. Spreker meent dat dit een inbreuk is op de overeenkomst welke al of niet stilzwijgend is gesloten. Dan stond er in de eerste brief dat hij om bijzondere omstandigheden moest ver huizen. "Bijzondere omstandigheden"is een aardig gevonden voorwaarde voor de pachter. Die bijzondere voorwaarden gelden alleen voor Soeters, tegen wie men zegt:"Nu ga je daar verdwijnen". Spreker vraagt zich dan af waarom niet een plaats tegenover het abattoir kan wor den toegewezen. Er staat een kraam aan de Hoogstraat en een kraam naast Thomas Aarts; die afstand is veel korter dan de afstand van de "Hollandse Tuin" naar het abattoir en ze is ook korter dan van "de Scheldè" naar daar. Bovendien behoeft de kraam niet aan het abattoir te staan; de man zou net zo lief staan daar waar zomeravond-voetbal gespeeld wordt. De mensen die hem zouden passeren bij het abattoir zijn, van de Markt komende, al twee kramen voorbij gegaan en die zijn dus oververzadigd. Alleen die men sen die van het station daar langs komen zijn niet verzadigd en die gaan niet naar de "Hollandse Tuin" om patates-frites te kopen. Van concurrentie is daar dus geen spraker Daar komt bij dat hij het eigenaardig vindt dat die bijzondere omstandigheden alleen maar zouden gelden op het moment dat men die dingen eens nodig heeft, zonder nadere aanduiding van de oorzaak. Er is ook gesproken van speciale redenen. Dat zijn dus twee dingen, speciale redenen en bijzondere omstandigheden, "Wat zijn speciale redenen?", vraagt spreker. "Die zijn er zo vele. En wat zijn bijzondere omstandigheden? Die zijn er ook vele". Nu'zegt men ook in de brief:"Het is vanwege de concurrentie", maar als nu op het sportpark geen patates-frites wordt, verkocht, wat voor concurrentie kan men dan ver oorzaken aan degene die op het terrein ijsjes verkoopt? Haat de man weg, dan verkoopt men het ijs op het sportpark ook, IJs kan dm de concurrentie-kwestie zijn, maar spre ker gelooft toch niet dat de kinderen die in de speeltuin aan het spelen zijn een uit braak plegen terwijl ze op het terrein zelf een ijsje kunnen bekomen. Er komen straks misschien 3 of 4 ijswagens, die meer zullen cyvdii^ dan- de kraam. Dit zijn zijns in ziens ook geen bijzondere omstandigheden. Spreker vindt qe kwestie wel ver ge zocht; hij weet niet wat er achter zit, maar er zit zijns inziens i.j.„ meer achter. Hij heeft de betrokken man gesproken die hem een en ander verteld heeft. WR(3j- hoe dat gaat, er wordt zo gemakkelijk overdreven en hij maakt daar dan ook geen ge bruik van. Hij constateert alleen het feit op grond van de overeenkomst, op grond van de opzeggingstermijn, op grond van de bijzondere bepalingen. Deze man is - een vaft de pioniers van de patates-frites-verkoop in Bergen op Zoom. Deze geschiedenis heeft hij zelf meegemaakt. Indertijd, uit sociaal oogpunt, begon een man met éen been; hij kreeg met- zijn patates-frites-kraam voor een rijksdaalder per jaar een plaats, om zodoende in zijn onderhoud te voorzien. Toen is Soeters gekomen en daarna diens kinderen. Ber gen op Zoom is beroemd om zijn asperges, maar wanneer men patates-frites gaat eten, zal men je verwijzen naar het kraam van'Soeters of van een naamgenoot. Dat zegt zijns inziens iets en dit is nu de dank voor hetgeen hij in het algemeen belang doet voor de toeristen die naar Bergen op Zoom komen! Spreker meent dat de plaats welke Soeters in neemt bij de speeltuin' in een behoefte voorziet» Hij zegt dat niet omdat hij sympa thiek staat met Soeters. Spreker staat er nog wel eens te kijken en ziet hoeveel men sen er langs komen en hoeveel mensen er per bus komen. Voor de chauffeurs is het een trekplaats en voor sommige kinderen is het ook een trekpleister, Als men er eenmaal een ijsje gekocht heeft, dan koopt men het meer. Men geeft wel iets om de kwaliteit van het ijs en wat hij verkoopt is prima ijs. Van de anderen zal spreker niets peggen. De VOORZITTER meent dat men liever geen reclame moet maken voor een bepaald ijs- soort. f De heer DE MOOR zegt dat het alleen de waarheid is. Spreker kan niet tegen-onrecht en als zodanig voelt hij deze kwestie. Het kan zijn dat hij geen gelijk heeft, maar in de tijd dat men er rondneust, ziet men wat en hoort men wat en als men zulke dingen hoort, dan vindt hij dat inderdaad in het belang van het sportpark. De heer DE JAEGER kan het antwoord van de Wethouder ook niet ten volle bevredigen. Het gaat bij hem over de plaats welke de man' niet toegewezen krijgt en de manier waar op een plaats toegewezen wordt. Dat vindt hij niet zo buitengewoon elegant. Hij he eft gevraagd - en daar heeft hij geen antwoord op gekregen - om, indien er geen mogelijk heid is en hij toch wel zal moeten, hem een plaats te geven welke wat beter tottzijn recht komt en waar wat meer passage is en waarop men wat beter zicht heeft. Waar hij nu komt, is helemaal van de weg af, daar staat hij niet in het zicht. Indien dit door gaat, zou spreker in overweging willen geven aan het college om op korte termijn uit te kij-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 177