HI; II BüiMiiilÉI -12- De heer MUSTERS is het volkomen eens met wat de heer Havermans gezegd heeft, laar deze is niet ingegaan op zijn suggestie. De man heeft het te druk, het is een goed ambtenaar, hij doet zijn zaken met hart en liefde, maar spreker heeft gezegd: "Laat hem het werk, als het verdeeld is, overdragen aan een plaatsvervanger en dan heeft hij een hele of een halve dag tijd om plannen te maken". De heer HAVERMANS deelt mede dat de suggestie ter harte genomen zal worden,maar men kan niet toezeggen dat een verbod voor overwerk zal worden ingesteld. De sugges tie nemen Burgemeester en Wethouders graag over. De heer DE JAEGER kan ten volle instemmen met hetgeen de heer Musters gezegd heeft. Zonder hoofdelijke stemming.worden de gemeente- en bedrijfsrekeningen voor het dienstjaar 1956 voorlopig vastgesteld, XXII.VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DË GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1958 (61e WIJZIGING). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester- en Wethouders besloten. XXIII.VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1958 (62e WIJZIGING). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. AAMÏÏLLINGSAGENDA 'T. INGEKOMEN STUK: «T.P.Sceters te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 15 juli 1958. Schrijven inzake plaatsing van zijn gebak- en patates-frit es-wagen aan de Beuken laan, Voorgesteld wordt adressant te berichten conform concept-brief no, 33/203 C. De heer DE MOOR heeft hierover een paar vragen. Hij zou graag de redenen weten waarom aan betrokkene niet een der plaatsen is toegewezen die hij, omdat hij daar verdwijnen moet, graag zelf had gewild. En dan zou hij willen vragen, als deze man alleen patates-frites had verkocht, of hij dan ook had moeten verdwijnen of niet. De heer DE JAEGER wil op het stuk op zich zelf dieper ingaan. Deze man heeft, toen hij daar een plaats kreeg toegewezen, veel narigheid en veel moeilijkheden ge had, niet van het college, maar van een andere instantie. Misschien zullen Burgemees ter en Wethouders daar ook wel van op de hoogte zijn, veronderstelt hij. Dat heeft veel stof doen opwaaien, waardoor de vrouw van de betrokken standhouder een zenuwcri sis nabij is geweest. Alleen door het plaatje dat er geplaatst was en waarop hef ver boden werd aan de mensen om daar inkopen te doen. Spreker weet niet of Burgemeester en Wethouders dit aanvoelen, maar hij voelt het aan als een grove belediging voor de standhouder. Toen, ter wille van de goede zaak en spreker meent ook wel door medewer king van het college, heeft de man een andere plaats gekregen en wel aan de andere kant van de weg. Dit is echter de man, globaal berekend, op een kosten gekomen van circa 150,Spreker weet niet wat de bedoelingen zijn van het college om de'man nu weer te verplaatsen. Laat staan de kosten die hij hierbij krijgt, maar de plaats die hem toegewezen is had men ook midden op de Woensdrechtse Heide kunnen zetten, dan had hij net zo min wat te doen gehad als op de plaats welke hij nu toegewezen krijgt. "Is er geen andere oplossing te vinden", vraagt spreker, "om voor deze man, die alle mogelijke moeite doet om uit handen van sociale zaken te blijven, een betere plaats uit te zoeken als die welke hem hu toegewezen is?". Spreker zou graag, indien moge lijk, hierop antwoord hebben. De heer HOUTMAN wil allereerst de' heer de Moor beantwoorden en daarna op de'op merkingen van de heer de Jaeger ingaan. Door de heer de Moor zijn twee concrete vragen gesteld. In de eerste plaats:waar om niet de plaats is aangewezen waarom de man verzocht heeft. Deze beide plaatsen wa ren met name een standplaats aan de overweg-van wachtpost 12, van hieruit links óp het open gedeelte voor de zaak van de heer Wierikx en de tweede plaats welke de heer Soe- ters heeft gevraagd was de plaats tegenover het abattoir aan Plein 13. De eerste plaats kwam niet in aanmerking op grond van verkeerstechnische problemen waarmee-men zou komen te zitten vlak bij de overweg, met een fietspad en een rijbaan er tussen. De tweede plaats kan men niet toekennen op grond van het feit dat twee plaatsen die bij de normale verpachting zijn toegewezen, namelijk de plaats aan de"Hollandse Tuin"

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 175