I'll
-10-
De heer HOUTMAN wil in de eerste plaats terugkomen op de opmerking van de heer
Nijssen. Hij had gehoopt er met de gegeven toelichting van af te komen» De feitelij
ke redenen waarom het stuk te laat is gekomen daar is de Commissie van financiën on
der zijn leiding debet aan. De stukken waren tijdig klaar, maar in de Commissie werd
er uitvoerig op ingegaan en werden enkele wijzigingen voorgesteld aan Burgemeester
en Wethouders die gedeeltelijk overgenomen zijn en gedeeltelijk niet zijn overgeno
men. Het waren uiteraard ondergeschikte wijzigingen, maar toch dusdanige wijzigingen
dat de hele boel opnieuw in stencil gezet moest worden en afgedraaid. De stukken la
gen reeds klaar om aan de Leden toegezonden te worden.
Wat de klasse-indeling betreft kan spreker mededelen dat inderdaad bij het maken
van vergelijking met andere gemeenten met de klasse is rekening gehouden.
Dat de, heer Nijssen de belasting op woonvergunningen niet sympathiek vindt, kan
spreker zich indenken; alle legesgelden zijn eigenlijk onsympathiek in wezen. Belas
ting is uiteraard nooit iets waar anderen "Hoera" over roepen.
De hele kwestie waar het om gaat is: er moet geld komen, en spreker kan zich
voorstellen dat, wanneer iemand na lang wachten een woonvergunning krijgt, hij in de
vreugde daarover niet in de gaten heeft dat hij een paar kwartjes moet betalen-of,
wanneer het een hogere huur betreft, 1,of zelfs meer. Men zal daar geen ogenblik
aan denken door het feit dat men een woonvergunning heeft.
Door de heer de Moor is gevraagd naar artikel 3 lid 11, of men de leges zou moe
ten betalen wanneer men meent te veel te hebben moeten betalen. Spreker zou hiervoor
willen verwijzen naar artikel 4, dat de vrijstellingen regelt en speciaal naar sub f
en g, waarin staat dat geen leges verschuldigd is voor beschikkingen of verzoekschrif
ten om ontheffing, vermindering of teruggaaf van belastingen en voor bevelschriften
tot betaling. Daarvoor zijn vrijstellingen, daarvoor behoeft men zich dus niet onge
rust te maken.
De heer DE MOOR wijst er op dat er nog een boel andere dingen zijn, Als men bij
punt 26 kijkt, daar staat in de laatste alinea dat, als een bouwvergunning niet tot
uitvoering kan gebracht worden, 75% van het betaalde recht wordt terugbetaald. -Als
het een kleine reparatie betreft-, hij' bedoelt iets van 500, moet men voor de
vergunning betalen 2,Als het niet doorgaaf en men doet een verzoek tot terug
betaling, dan krijgt men 1,50 terug, maar men moet 1,-betalen omdat gunstig be
slist is op een verzoek.
De heer HOUTMAN knikt van neen.
De- VOORZITTER merkt op dat hierin niets veranderd is tegenover vroeger.
De heer VAN DOORN merkt op dat, als hij zich niet vergist, in de vorige Raads
vergadering een voorstel tot verhoging van de gemeente-financiën is aangenomen, dat
niet voor de poes is, namelijk dat voor reinigingsrechten, voor het vuil ophalen.Wan
neer de heer Nijssen van mening is dat het verhogen van legesgelden met een bedrag
van 8.000,aanleiding moet zijn tot het overhevelen van het voorstel naar de nieu
we Raad, dan had hij een zelfde voorstel van de heer Nijssen toch zeker verwacht in
de vorige zitting, toen het om een belangrijk hoger bedrag ging. Daarmee wil spreker
zeggen dat hij de motivering van de heer Nijssen, wat dit betreft, niet deelt en dat
hij wel degelijk van mening is dat deze Raad bevoegd is het voorstel dat thans ter ta
fel ligt te behandelen en aan te nemen.
Het bezwaar da.t het geen tijd was het stuk te bestuderen laat hij graag ter be
oordeling aan de Raad over. Wanneer de heer Nijssen er een voorstel van maakt, dan
zal spreker er niet vóór stemmen, omdat het naar zijn mening de moeite niet waard is.
De heer NIJSSEN merkt op niet beweerd te hebben dat deze Raad niet bevoegd"was;
hij heeft gemeend dat het beter was dat de nieuwe Raad over deze materie zou beslis
sen.
De heer NIJSSEN verzoekt aantekening in de notulen dat hij tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Bürgev
meester en Wethouders besloten.
XIZ' VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN VASTE GELDLENING. GROOT 430.000. 'r
(Dossier nr. 122 AA),
(Verzameling 1958, nr. 112).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XX* VOORST HET GOEDKEUREN VAN DE BEGROTING VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN VOOR HET
DIENSTJAAR 1958 VAN HET ALGEMEEN BURGER GASTHUIS.
(Dossier nr, 118 J).
(Verzameling 1958, nr. 110).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.