M
-7-
tot uitvoering was gekomen. Immers reeds toen verkeerde Bergen op Zoom in een onmoge
lijke situatie wat betreft de uitbreiding van de gemeente. Het schijnt wel dat bij
grenswijzigingen altijd zekere gevoeligheden optreden, ofschoon het/toch duidelijk
moet zijn dat gemeentegrenzen nooit voor de eeuwigheid kunnen zijn gemaakt. Overigens
is spreker van mening dat in het onderhavige geval de gevoeligheden meer zijn bij de
bestuurderen der gemeente dan bij de bewoners die straks tot Bergen op Zoom zullen
gaan behoren. Het wil hem voorkomen dat met name de bewoners van de Halsterseweg en
de Zandstraat, het grootste gebied dat deze annexatie omvat, zich altijd hebben gere
kend tot de leefgemeenschap van de gemeente Bergen op Zoom, De buurgemeente heeft
zich destijds verzet tegen annexatie, maar spreker hoopt van harte, met de heen Assel-
bergs, dat men ditmaal de noodzakelijkheid van deze grenswijziging zal inzien. Het is
begrijpelijk dat het gemeentebestuur het betreurt een stuk van het grondgebied kwijt
te sullen raken, maar het grote belang van de streek en de stad moet hier toch preva
leren. Als West-Brabant zich inderdaad zal ontwikkelen als verwacht wordt, zal ook
Halsteren de vruchten daarvan plukken. Haar zijn mening mag geen enkel gemeentebestuur
deze ontwikkeling in de weg staan.
Spreker heeft in 1949 zeer uitvoerige beschouwingen gewijd aan de grenswijziging;
het zou naar zijn mening overbodig zijn deze beschouwingen nu te herhalen, maar hij
wil wel zeggen dat zijn fractie ze ten volle onderschrijft. "Wij hebben", aldus be
sluit spreker, "in het geheel geen aanmerkingen op het plan van Gedeputeerde Staten,
maar wij onderschrijven 3aet vaEt ganner bartel'
Mevrouw JUTEN-VAN AS sluit zich gaarne aan bij de beide voorgaande sprekers."In
derdaad", zegt zij, "de annexatie is verheugend voor Bergen op Zoom en pijnlijk'voor
Halsteren',maar als men weet dat Halsteren een oppervlakte heeft van 9.000 H.A,en
Bergen op Zoom van nog geen 4000, dan gelooft zij dat dit toch wel'logisch is. -
De heer HERTOGH sluit zich ook gaarne aan bij de woorden door de vorige sprekers
geuit en hij hoopt dat de nieuwe haven van Bergen op Zoom en de annexatie zeer vrucht
dragend mogen zijn. Toch zou spreker nog wel iets willen vragen. De nabuurgemeente
wordt door deze annexatie tot een zekere kleinheid teruggebracht. Deze gemeente zit
echter ook voor haar moeilijkheden en haar lasten en nu is bij hem de vraag gerezen
- hij weet niet of het college hem daarop thans reeds kan antwoorden - of Bergeh op
Zoom hierin geen tegemoetkoming moet doen in de kosten van de wegen die Halsteren op
het moment in behandeling heeft. Hij denkt daarbij aan de nieuwbouw, aan de straten
aanleg, verbetering van de wegen en zo vele dingen waar de gemeente voor zit, Bij het
nazien van de stukken heeft spreker zich afgevraagd:Zijn wij er wel mee af met toe te
juichen dat deze zaak voor elkaar komt? Daarop zou spreker wel graag nader worden
toegelicht.
De VOORZITTER zegt dat het niet de eerste keer is dat men in deze Raad over grens
wijziging tussen Bergen op Zoom en Halsteren spreekt. Hij verwijst daarvoor niet al
leen naar de uitvoerige discussies die in de vorige Raadsvergadering gehóuden werden
over de a.anleg van een nieuwe haven, maar hij zou er de leden ook aan kunnen herinne
ren dat hij in de toespraken die hij in de Raad pleegt te houden aan het begin van
het jaar telkens gemeend heeft iets te moeten zeggen over het gebied vah de gemeente.
Dat werd langzamerhand eentonig, het was steeds hetzelfde gebleven en hij kon dan
slechts verwijzen naar de behandeling van het probleem in een bepaalde commissie, de
commissie welke is genoemd in de stukken welke de Raad zijn voorgelegd, en daar. kwam
ook niets uit. Spreker meent dat men zich dan ook wel kan vóorstellen dat het colle
ge verheugd was over de voortvarende wijze waarop deze zaak thans is aangepakt. Bur
gemeester en Wethouders hebben daarvoor alle waardering en hij sluit zich gaarne aan
bij de heren Asselbergs en Ratsma voor wat zij gezegd hebben over de voortvarende ac
tiviteit van Gedeputeerde Staten met het voorleggen van dit grenswijzigingsvöprstel.
De argumentatie welke daarbij is aangevoerd door het college van Gedeputeerde Staten
is zeer uitvoerig en zeer logisch in elkaar gezet en hij meent ook te mogen zeggen
zeer afdoende. Het neemt beide problemen onder de loupe, het probleem van de hayen-
verbeteïing, dat reeds jaren lang noodzakelijk is, maar vooral ook de doelstelling
die men heeft voor de industrialisatie van West-Brabant, waarvoor dit zo noodzakelijk
is geworden. De havenverbetering heeft tot doel verbetering van de werkgelegenheid te
verkrijgen, door het verwerven van industrieterrein aan diep water. Daarnaast ligt
het probleem van de uitbreiding van de stad aan de Noordzijde, de kwestie van de mo
gelijkheid om in de komende jaren de bevolking van Bergen op Zoom onderdak te ver
schaffen, niet alleen in woningen, maar ook onderdak voor ontspanning, cultuur |n het
voorzien in de behoefte aan kerken en scholen. "In één woord", aldus spreker, "de har
monische uitbreiding van de stad vereist dat hier wijziging plaats heeft".
Deze zaak hangt reeds lang. Door de heer Ratsma is verwezen naar de behandeling
van het probleem in de vergadering van 1949, toen op uitvoerige wijze door de Read
en de toenmalige Voorzitter van de Raad beschouwingen zijn geleverd over het probleem.
De behoefte aan bouwgrond neemt elk jaar toe. Wanneer er niets gebeurt, dan zou men
binnen korte tijd - dat is ook duidelijk gesteld in de stukken van Gedeputeerde Sta
ten - vast zitten. Bij het doel dat men zich stelt voor de ontwikkeling van West-Bra-