-24- iemand anders de motieven kon aangeven welke de Raden van Amsterdam en Rotterdam tot dit besluit hebben gebracht. Wanneer de motieven die tegen deze regeling zijn aange voerd naar voren komen, dan kan men de zaak beoordelen. De vraag of het redelijk is dat voor de "Expo" de mogelijkheid tot verruiming van de winkelsluiting wordt toege past, is in de discussies nog niet uitgekomen. Wanneer men hierop dieper kon ingaan, zou spreker het toejuichen. De heer BAKX kan zich verenigen met wat de heren Asselbergs en Nijssen gezegd hebben. Als het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen en er zouden mistoestanden ontstaan, waardoor de werknemers inderdaad meer uren zouden moeten ma ken dan is toegestaan, dan is er de arbeidsinspectie om dit te controleren. Maar zo als reeds is gezegd, 95% zijn éénmanszaken. Hij zal dan ook voor het voorstel stemmen. De heer RATSMA heeft het meeste begrip voor de woorden van de heer Hertogh, die meent de zaak van beide kanten te moeten bekijken. De middenstanders hebben belangen die, zij graag gediend willen zien. Wanneer het zo is, als de heer Broekmans zegt, dat 95% van de betrokken winkeliers met eigen personeel werken, dan is het argument dat men vreest terug te gaan naar de toestand van vroeger niet gemotiveerd. Spreker kan het niet bekijken, maar dat bezwaar vervalt dan toch grotendeels. Wel heeft spreker zich afgevraagd of hetgeen de middenstanders vragen niet overdreven is. Is het nodig op zondag 6 uur toe te staan en is het nodig dit tot 19 oktober te rekken? Men kan zeggen:"Wanneer" men er geen behoefte aan heeft, doet men het niet", maar men kan ook zeggen, dat de mensen tegen zich zelf beschermd moeten worden. Spreker zou dan ook in artikel 1, eerste lid, de zondag willen laten uitvallen en verder willen voorstellen niet tot 19 oktoher, maar tot 1 september deze verordening te laten duren. Dit voorstel wordt voldoende gesteund. De heer HOUTMAN zou graag persoonlijk dieper op de materie ingaan, maar hij vraagt hem te vergunnen het kort te maken, om reden de verschillende sprekers de zaak van verschillende kanten belicht hebben. Hij zou willen benadrukken de opmerking van meerdere sprekers, dat men hier in grote lijnen zit te praten over iets wat eigenlijk zo weinig met de zaak te maken heeft. De zaak is namelijk deze:De Raad heeft hier te besluiten of hij zijn goedkeuring zal hechten aan een voorstel waartoe de Winkelslui tingswet de middenstand de gelegenheid geeft en dat later door de Kroon bekrachtigd moet worden. Men heeft deze discussies in de afgelopen jaren meermalen gehad, met na me de discussie over openstelling van winkels in de St.Nicolaastijd,. De toelichting is deze maal wat uitvoeriger dan in het verleden, omdat Burgemeester en Wethouders meenden daarmee een hele hoop besprekingen te kunnen couperen. Ook door de-heer Broek- mans is er op gewezen dat de Winkelsluitingswet uitsluitend de verhouding regelt j?us~ sen overheid en winkelier. Nu kan men lang praten over 48-urige werkweek, de heer Scheppink sprak al over 60 uur, maar dit is een landelijke aangelegenheid, die thuis hoort bij de vakorganisaties. De. daling van de conjunctuur is een belangrijk object, maar dit drukt niet alleen op de arbeiders, maar zeer zeker°op de middenstand. Het is niet alleen de wens van de middenstand om de vreemdelingen meer service te kunnen bie den, maar ook om de daling van de conjunctuur op te kunnen vangen door een extra bron van inkomsten. Hij heeft geen enkel argument gehoord waarom de middenstand dit vraagt. Men heeft er geen behoefte aan als tabakshandelaar tot des nachts 1 uur, tot de slui ting van de Horeca-bedrijven, met licht aan op te. blijven om, wanneer iemand belt,die met het 'nodige risico nog te kunnen helpen; men heeft er wel behoefte aan, wanneer iemand in de winkel komt, om iets te verdienen en dit te kunnen verdienen zonder de kans te lopen op een proces-verbaal. Men wil op een normaal wettelijke manier zijn klanten gerieven. Persoonlijk kan spreker daar in komen. Door de heer Nijssen is ge steld: "Laten we het maar proberen", waf de heer Bakx onderschrijft; wanneer dit tot excessen leidt, kan het weer herzien worden. Dit is de taak niet van de Raad; de Ge meenteraad heeft niet hoven de wetgever te staan. Spreker zou de mogelijkheid willen openen om aan het reële verlangen van de winkeliers te voldoen. Zo goed als zeker zal het personeel er niet mee gemoeid worden. De heer DE JAEGER voelt zich gedrongen, alvorens zijn fiat te geven aan of zijn stem te motiveren over het voorstel lat de heer Ratsma heeft gedaan, enkele zaken recht te zetten die door de heren Broekmans en Houtman naar voren zijn gebracht. Op de andere sprekers zal hij niet ingaan, want dan zou hij feiten voor den dag moeten halen bij voorbeeld dat de werknemer zijn recht niet krijgt. Het is gebeurd dat loon- controle werd gedaan en aanmerking werd gemaakt dat het personeel te-weinig loon kreeg, waarop werd gezegd:"Als ik ze dat loon moet uitbetalen, dan trap ik ze de straat op". Het doet er weinig toe, maar in de stukken staat, door het college er bij gehaald, de Arbeidswet en het Arbeidsbesluit én de C.A,0.waarom spreker meende ook het recht te hebben dit er bij te halen. Door de heer Broekmans is 'aangehaald dat door de H.K.W. een zekere overeenkomst was gemaakt; een overeenkomst, omdat zij in de mening verkeerde dat het personeel er niet bij betrokken zou worden. Kort geleden speelde een week vakantie, wat door om standigheden niet door kon gaan. Men kon de zaak niet een week sluiten. Maar nu zou

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 148