-23- kwesties, zoals deze door de ondernemers worden aangevraagd, in deze door de midden standers, geldig moeten worden geacht voor de ondernemers als zodanig,Het samenstel len van een verordening als deze is uitsluitend aan overheid en vri_nkeliers. Door de heer de Jaeger is nog gezegd dat door de terugslag van de conjunctuur het kopend publiek is getroffen. "Maar zou men denken", vraagt hij, "of hierdoor de middenstand niet getroffen is?". Dit is een bijzondere gelegenheid, welke in grote mate betrekking heeft op de vreemdelingen die de "Expo" gaan bezoeken via Bergen op Zoom. Het gaat er om .deze vreemdelingen service te bieden, een service die over het algemeen op prijs zal worden gesteld. Wanneer dit bezoek niet aan de verwachtingen beantwoordt, dan zullen de middenstanders ook wel geen aanleiding vinden hun zaken tot het einde van de periode open te houden. De kwestie van de personeelsbelangen doet hier echter niets ter zake. Het betreft over het algemeen zaken die geen perso neel hebben; 95 a 98 procent van de zaken die hierbij betrokken zijn, werken zonder personeel. Spreker gelooft duidelijk genoeg uiteen gezet te hebben hoe deze zaak gezien wordt van de zijde van de middenstand en dat het in het algemeen belang is dat deze toestemming gegeven wordt. De heer MEEUS onderschrijft de woorden van de heer de Jaeger. Wanneer de heer Broekmans zegt dat het grotendeels één-persoons-zaken betreft, zou spreker willen op merken dat deze tegen zich zelf beschermd moeten worden. Hij zal niet voor het voor stel stemmen. De heer MUSTERS zegt dat de heer de Jaeger opkomt voor de werknemers, hetgeen zijn goed recht is, maar evenzo is het een goed recht van de middenstand om onder bij zondere omstandigheden ook bijzondere maatregelen te nemen. Hij meent hier ook te moeten opmerken dat tijdens de "Expo" vele Bergenaren naar Brussel zullen gaan en •daar verteren. Dat is hun goed recht, maar hij zou daartegenover de gelegenheid wil len openen dat de middenstanders andere bronnen van inkomsten krijgen. Waar dit ge beurt voor 75door eigen personeel, zou spreker zeggen: Geeft de vreemdelingen eni ge service, waar we zelf aan de andere kant geld gaan verteren in het buitenland. Spreker is dan ook voor dit voorstel. De heer HERTOGH kan in de redenen die bij de middenstand tot dit voorstel hebben geleid goed inkomen. De middenstand wenst aan de vreemdelingen in deze stad service te bieden en spreker kan dat begrijpen. Maar aan de andere kant vrezen de werknemers organisaties uitbreiding van arbeidstijd. Persoonlijk vraagt spreker zich af: Zit hier geen precedent in? Gaat men niet iets terug zetten wat men met hart en ziel heeft veroverd, niet alleen voor de werklieden, maar ook voor de middenstanders zelf? Spreker kan er goed inkomen en hij kan het standpunt van de middenstand best begrij pen, maar hij meent toch in dit geval de middenstand niet tegemoet te kunnen komen. Door de heer de Jaeger is hierop ingegaan; spreker had graag gezien dat hij was in gegaan op de woorden van de heer van den Boom, toen het ging over de werkgelegenheid voor de mensen van Bergen op Zoom, dan had hij de woorden van de heer de Jaeger ook tot de zijne kunnen maken. Het is een van de laatste Raadsvergaderingen die spreker meemaakt, waar hij niet is herkozen als Lid van de Gemeenteraad. Straks zal het naar zijn mening voor de werk nemers moeilijker worden, waar straks 8 middenstanders tegen practisch 2 werknemers in de Raad zitting zullen hebben. Het zal dan óok, wanneer er nieuwe voorstellen in dit opzicht gaan komen, voor de werknemers in de Raad moeilijker worden. De heer HIJSSEN heeft met belangstelling geluisterd naar de uiteenzetting van de heer de Jaeger. Deze is thans tenminste met motieven naar voren gekomen. In de an dere stukken heeft hij geen motieven kunnen lezen, wel afwijzende adviezen, maar geen motiveringen. Nu meent de heer de Jaeger dat men de klok zal terug zetten naar de tijd van' vroeger. Dat noemt spreker overdreven. Wanneer men dit besluit neemt, geldt het voor enkele maanden. Wanneer er zich excessen zouden voordoen, dan. kan men dat constateren en is dit een motief om een eventueel volgend verzoek af te wijzen. Spreker kan zich thans met het voorstel verenigen. De heer SCHEPPINK kan zich verenigen met het voorstel van de heer de Jaeger.Als men op deze voet doorgaat, maakt men van een 48-urige werkweek minstens een 60-urige werkweek. Dat is in de vakantiemaanden voor de werknemers te lang. De heer ASSELBERGS merkt'op dat, zoals in de toelichting duidelijk wordt ge steld, dit hier alleen een kwestie verhouding overheid-winkeliers is, zodat de argu menten welke de heer de Jaeger heeft gebruikt dus eigenlijk met deze kwestie niets te maken hebben. Er zijn andere wetten en andere instanties die de kwestie van de arbeidstijd dienen in het oog te houden en te regelen. Wanneer dat niet goed gebeurt, moet men zijn critiek richten tot die instanties. Er is nog een ander punt dat ter sprake is gekomen en waarover de meningen ver deeld zijn. De heer de Jaeger vindt het voorstel van de middenstanders waardeloos en heeft opgemerkt dat Amsterdam en Rotterdam voor het toeristische verkeer en voor de Ahoy-tentoonstelling op dergelijke verzoeken afwijzend hebben beschikt. Spreker zou het voor een openbare beoordeling belangrijk vinden wanneer de heer de Jaeger of

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 147