XIIX.VOCRSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOCE HET DIENSTJAAR 1958 (49e WIJZIGING)WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN HET GASBEDRIJF VOOR HET DIENSTJAAR 1958 Q7e WIJZIGING), WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN HET Vi/ATERLEIDINGBBDRIJE VOOR PIET DIENSTJAAR 1958 (4e WIJZIGING) EN WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN HET ELBKTRI- CITEITSBEDRIJE VOOR HET DIENSTJAAR 1958 (6e WIJZIGING), Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten, UI, VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1958 (51e WIJZIGING), Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten, AANVULLINGSAGENDA 1VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN VERORDENING INGEVOLGE ARTIKEL 11, 2e LID, VAN DE WINKELSLUITINGSWET 1951 (LANGERE OPENSTELLING WINKELS TIJDENS DUUR WERELD TENTOONSTELLING), (Dossier nr. 272 B). (Verzameling 1958, nr. 96), De heer DE JAEGER spreekt er zijn teleurstelling en zijn verwondering over uit, dat dit voorstel dat naar zijn mening van zeer ingrijpende aard is - pas woensdag met de eerste post in het bezit van de Leden van de Raad kwam. Hij vindt het jammer dat de duur voor de bestudering zo kort is geweest, maar niettegenstaande dat heeft hij toch nog enkele aantekeningen er over kunnen maken en uitwerken. In artikel 2 van de Winkelsluitingswet wordt bepaald, dat winkels op zondag ge sloten moeten zijn, maar dat verschillende ontheffingen kunnen worden verleend met medewerking van de Gemeenteraad. Zoals men zal kunnen begrijpen, heeft spreker hierin zeer veel interesse en hij heeft bij de stukken gezien dat hieromtrent adviezen zijn ingekomen van de Kamer van Koophandel, van twee Raden van Overleg en dat protesten en moties zijn ingediend door H.K.W,K.A.B,N.V.V, en C.N.V. Door.de'Kamer van Koophandel is advies uitgebracht naar aanleiding van de enquêten die zijn ingesteld. Die zijn echter erg vaag en liggen ook erg oppervlakkig. Als men ziet dan heeft de Kamer van Koophandel 65 brood- en banketbakkerszaken aangeschreven en daarvan zijn er slechts 5 tegen; goud- en zilversmeden zijn er 10 aangeschreven en is er 1 tegen;, sigarenwinkeliers 42 aangeschreven 1 tegen; en chocolade- en suiker werkwinkels 8 aangeschreven en 1 tegen. Spreker had het "fairder" gevonden als de Kamer van Koophandel tevens had geschre ven hoeveel van de zaken die zijn aangeschreven antwoord terug hebben gegeven. Nu kan men wel zeggen dat degene die er niet op reageert er in mee stemt en daarmee zou hij in dit geval akkoord kunnen gaan, maar als men de enquête leest welke "St.Olof" gehou den heeft onder de detailhandelaren in tabaksartikelen, dan ziet men dat er van de 37 aangeschrevenen 24 voor en 13 tegen waren, althans 13 die niet getekend hebben. "Het heeft me nog meer verwonderd", zegt spreker, "dat, waar de vergadering van "St.Olof" over deze aangelegenheid gehouden is op 27 maart, de enquête voor de chocolaterie reeds dateert van 16 maart. De enquête onder de detailhandelaren in tabaksartikelen is door "St.Olof" gehouden in de maand april, maar daar staat geen datum bij. Onder de brood- en banketbakkers is jammer genoeg door "St.Olof" geen enquête gehouden". Voorts leest spreker dat de vergadering van de Raad van Overleg van de standsorgani saties gehouden is en dat er één tegen was. Spreker meent dat in die Raad van Overleg vertegenwoordigd kunnen zijn 10 of 11 standsorganisaties en als hij- goed is ingelicht, dan waren op die vergadering vertegenwoordigd "Sint Adelbert", de Onderwijzers, de K.A.B,twee middenstanders en één tuindersvrouw uit Halsteren. Dat de Raad van Over leg hiermee akkoord is gegaan, zegt spreker niet veel, wanneer men ziet hoe deze ver tegenwoordigd was en dat daarbij twee direct belanghebbenden waren. Dan krijgt men de protesten die aangetekend zijn door N.V.V.door de Katholieke Bond van Administratie Personeel en door de K.A.B, In een ingezonden stuk in de kran ten heeft gestaan dat de H.K.W. er mee akkoord zou gaan, maar-dat móet spreker ten stelligste tegenspreken. Daar moet op zijn zachtst uitgedrukt een misverstand in schui len. Want de H.K.W, zal en mag er niet mee akkoord gaan. Men kan zeggen:"Het zal het personeel niet schaden", maar waarom wordt dan door het college zelf aangehaald het Werktijdenbesluit 1932, de Arbeidswet 1919 en het C.A.O.? Men heeft bij de stukken kunnen zien dat de personeelsbelangen overal doorheen lopen. Men kan wel zeggen dat het personeel niet geschaad zal worden, maar dat is voor hem een open vraag. Neemt het Werktijdenbesluit, spreker vraagt zich af wie dat zal controleren. Het is spreker vol doende bekend dat hier de Arbeidsinspectie over te weinig mensen beschikt om voldoen de controle te houden. Het rayon is voor deze mensen veel te groot en om een inten-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 145