-19 trekken, Door de heer Ratsma is reeds gezegd waarom men beter doet om het besluit in te trekken. Het is inderdaad ook zo, dat men beter enige soepelheid kan toepassen xn de verzoeken tot vrijstelling, waarop door de heer Nijssen is gewezen, hetgeen ook mogelijk wordt gemaakt wanneer de Raad het voorstel dat bij het volgende agendapunt wordt gedaan aanneemt. In afwachting van de goedkeuring van het Raadsbesluit van no vember 1956 heeft de Raad reeds medegewerktdoor middel van subsidies aan de jeugd verenigingen en ook door subsidies aan de sportverenigingen,deze verenigingen enigs zins tegemoet te komen in de door de heer Broekmans geschilderde minder rooskleurige toestand van deze verenigingen. Spreker zou in het belang van wat de heer Ratsma naar voren heeft gebracht, om dat men den Haag veel nodig heeft, willen adviseren tot intrekking van het Raadsbe sluit over te gaan. Door de heer Ratsma is nog gevraagd of door Burgemeester en Wethouders ter com pensatie van de verlaging der vermakelijkheidsbelasting een andere bron zou kunnen worden aangeboord tot verhoging van de inkomsten. Er is de Raad reeds toegezegd dat men zal komen met een verhoging van legesgelden en dergelijke. In juni zal deze zaak rond komen en mogelijk zal dit in de volgende vergadering behandeld kunnen worden. Het betekent een belangrijke verhoging op dit gebied, laar deze verhoging kan niet dienen om de verlaging van de vermakelijkheidsbelasting te compenseren. Want het is niet zo wat de heer Broekmans gemeend heeft te moeten opmerken, dat dit bij de verla ging van de bioscoopbelasting ook is gehanteerd en dat het gecompenseerd is door de subjectieve uitkering. Dat is inderdaad niet zo. Verhoging van de subjectieve uitke ring heeft men voor bepaalde objecten gekregen, maar er is zeer veel achterwege ge bleven waarvoor men de verhoging niet kreeg. Men kan dan ook niet redeneren dat het wordt opgevangen door verhoging van- de subj ectieve uitkering. De heer BROEKMANS is het met de heef Ratsma en de Wethouder eens dat er een tijd 'komt waarin het buitengewoon belangrijk is een goede verstandhouding te hebben met het Rijk, maar als men gekooid moet worden voor een bedrag van 6000,dan moet hij daar toch ernstig bezwaar tegen maken, temeer waar de helft maar tegemoet komt van de verenigingen. Spreker gelooft dat het Rijk het de gemeente moeilijk euvel kan duiden als ten aanzien van de sport en de cultuur bepaalde verlichtingen worden toe gepast, die voor deze verenigingen uitermate belangrijk zijn, temeer waar de gemeente diligent genoeg is. om bepaalde belastingen ook weer te verhogen. Door de-Wethouder is gezegd dat de verlaging van de vermakelijkheidsbelasting indertijd niet in de subjectieve verhoging is opgenomen en hij heeft daarbij geduid op bepaalde zaken die zijn uitgesteld. Spreker kan deze relatie echter niet zien.Er zijn, sinds de verlaging is toegepast, een aantal gebeurtenissen geweest welke onge twijfeld uitstel hebben veroorzaakt. Hij blijft dit voorstel betreuren en kan er zijn stem dan ook niet aan geven. Hij hoopt dat, wanneer toch tot intrekking wordt beslo ten, men er in de kortst mogelijke tijd weer verandering in zal brengen. De heren Broekmans, Notenboom, Hertogh en Musters verzoeken aantekening in de notulen dat zij tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. XXI. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE "VERORDENING OP DE "VERMAKELIJKHEIDSBELASTING. ('Dossier nr, 115 B). (Verzameling 1958, nr, 88). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXIIVOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE "VERORDENING HONDENBELASTING". (Dossier nr. 115 E). (Verzameling 1958, nr. 89). De heer NIJSSEN merkt op dat in artikel 7 wordt gezegd:"Iederdie geacht wordt daarvoor in aanmerking te komen, wordt vanwege Burgemeester en Wethouders een biljet tot het doen van aangifte uitgereikt. Ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt of toegezonden, is verplicht de daarin gestelde vragen te beantwoorden enz,", "Hoe wordt beoordeeld", vraagt spreker, "wie er voor in aanmerking komt?. Het is toch niet als voorheen, dat iedereen een aangiftebiljet krijgt". "Neen", zegt de heer HOUTMAN. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna' overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. XXIIIVOORSTEL TOT VERLAGING VAN HET BEDRAG, WAARVOOR MACHTIGING TOT HET AANGAAN VAN KASGELDLENINGEN IN HET 2e KWARTAAL 1958 IS VERLEEND, VAN 8.000,000.— TOT 7. 500.000. (Dossier nr. 122 0). (Verzameling 1958, nr. 90).

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 143