-11- bij de huidige financiering van de lagere publiekrechtelijke lichamen zo, bij de fi nanciering van de gemeenten althans, dat de belastingheffing in hoofdzaak plaats heeft door het Rijk. Wanneer dus de economische ontwikkeling voorspoedig is, worden de vruchten daarvan getrokken in de belasting die de Rijksbelastingheffer trekt. En dan is het ook logisch dat ook de Rijksbelasting-inner de kosten van deze nieuwe ont wikkeling betaalt. Nu kan men natuurlijk zeggen:"Het is logisch, maar krijgen we dat?" Wanneer men ziet dat dit havenplan de goedkeuring wegdraagt van de Provincie en van de nationale autoriteiten, dat belangstelling voor dit project zeker ook bestaat bij het Ministerie van Economische Zaken, dat, zoals men weet, onlangs een nieuwe industria lisatie-nota heeft gepubliceerd, dan heeft hij alle vertrouwen dat voor de financie ring van dit project de fondsen gevonden zullen worden en dat voor het tekort dat door deze annuïteiten zal ontstaan, gelden zullen worden gefourneerd. Door de heer Noorman is gezegd:"U schat de annuïteit op ongeveer 320.000, per jaar en daar zullen wel belangrijke exploitatiekosten bij komen". Deze worden ech ter niet hoger geschat dan 50.000,en maken dus een betrekkelijk klein deel uit in vergelijking met de annuïteiten. Daartegenover staan de middelen, maar er blijft natuurlijk een behoorlijk deel over ter financiering door de Rijks kas, waarover hij zo juist sprak. Zowel door de heer Asselbergs en hij meent ook door de heren Ratsma en Noorman is gewezen op de noodzakelijke verbinding met het Brabantse kanalennet en eventueel met de Wester-Schelde. Het spreekt vanzelf dat deze verbindingen niet zullen kunnen uitgaan van de gemeente Bergen op Zoom. Ten dele zullen het provinciale initiatieven moeten zijn en ten dele Rijks initiatieven. Dat het gemeentebestuur er naar moet stre ven om zo spoedig mogelijk deze verbindingen te krijgen, spreekt vanzelf en zoals de Leden van de Raad hebben kunnen zien, is met deze verbindingen'rekening gehouden bij het ontwerpen van dit havenplan. Zowel met de verbinding aan het West-Brabantse kana lennet als met de Wester-S chelde en misschien, - "laten w,e hopen", zegt spreker - met de Antwerpse haven. Door de heer Noorman is nog gevraagd of het weer niet een kostbare sluis zal kos ten, de aansluiting aan het Brabantse kanalennet. Nu is het voordeel van dit nieuwe plan dat het havenpeil gebracht is op N.A.P.terwijl de West-Brabantse kanalen alle uitgaan van het N.A.P,, zodat tussen de haven en de West-Brabantse kanalen geen ver schil van niveau zal bestaan. Dat kan natuurlijk niet oneindig uitgestrekt worden tot midden Brabant, er zal wel ergens een niveau-verschil zijn, maar de eerste aanslui ting aan het West-Brabantse deel is zonder sluis. Gevraagd is ook hoe het dan staat met het Bergse Diep, want het Bergse Diep zal steeds een beperkingsfactor vormen in het naderen van de Bergse haven. Men moet nim mer uit het oog.verliezen'dat de Bergen op Zoomse haven, zoals deze thans is geprojec teerd, geen eigenlijke zeehaven Ishet is een industrie-binnenhaven. De grootste schepen die hier toegang kunnen vinden zijn de kustvaarders en die kunnen ook door het Bergse Diep en zo de Ooster-Schelde uit en wanneer men de 0oster-Schelde afdamt, kunnen ze door het kanaal van Hansweert en spreker meent ook door het kanaal dat over Middelburg naar Vlissingen loopt en een nog groter diepte heeft dan het kanaal van Hansweert. Bij afdamming van de Ooster-Schelde wordt verwacht dat in de Ooster-Schelde het peil zal schommelen tussen 50 c.m. hoven en 50 c.m. beneden N.A.P. Het is mogelijk dat dan het Bergse Diep iets zal moeten worden uitgediept. Maar als de Ooster-Schelde afgedamd is en het getij weg valt, zal een zodanige uitdieping weinig moeite opleve ren en zal er althans wanneer er uitgediept is weinig kans bestaan" op verzanding. Mevrouw Juten heeft tot zijn grote leedwezen gemeend zich te moeten distanciëren van de nieuwe havenplannen. Met alle respect voor haar opvattingen en haar mening meent spreker natuurlijk met haar van mening te moeten verschillen. Waar haar oordeel uitsluitend negatief is, is het hem practisch niet mogelijk om punten van aanraking te zoeken en te vinden waar hij repliek op zou kunnen geven. Spreker meent dat er een rode draad door haar betoog loopt, een rode draad waaruit men zou kunnen lezen dat dit plan aan Bergen op Zoom is opgedrongen en dat Bergen op Zoom met het opgedrongen plan voor de geldelijke lasten komt. Hij zou het haast willen omdraaien, "Wij", zegt hij, "wij zijn nogal eens erg lastig geweest tegenover de autoriteiten van wie we de mede werking kregen voor de haven-ontwerpen". Vanavond vindt hij het niet de gelegenheid om over meningsverschillen uit- te wijden, maar de Leden van de Raad weten uit andere besprekingen dat het zeker niet altijd van een leien dakje gegaan is en dat we zeker niet zo maar aanvaard hebben wat ons door organen buiten de gemeente werd voorgesteld. Daartegenover staat wel dat van buiten de gemeente, zoals hij reeds heeft gemeend te moeten mededelen, de financiën zullen komen. Een van de belangrijkste punten die aangeroerd zijn en die ongetwijfeld een bij zonder facet vormen in dit havenplan is de ligging op het gebied van een naburige ge meente. "U zult er allen van overtuigd zijn", zegt spreker, "dat wij op de eerste plaats betreuren dat hiervoor landbouwgrond in beslag genomen wordt. Het is nu eenmaal - men mag misschien zeggen - het noodlot dat bij de economische ontwikkeling cultuur gronden moeten worden opgeofferd. Wat hier gevraagd wordt, is nog maar een zeer beschei

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 135