-7-
hand en tand te zullen verzetten tegen de annexatie van een stuk grondgebied van Hal
steren. Dit is zeer te betreuren. Men schreef o.a. dat Bergen op Zoom de haven maar
moet maken op zijn eigen terrein.
"Mijnheer de Voorzitter, het gaat om een werk voor eeuwen en men moet daarbij
goed overwegen wat men doet. Wanneer men tot de conclusie komt, met deskundige voor
lichting, dat de haven moet worden geprojecteerd zoals thans wordt voorgesteld, dan
is het toch wel een tweede-rangs-belang of deze haven komt te liggen op het grondge
bied van een andere gemeente of van de gemeente Bergen op Zoom",
Spreker meent dat het standpunt van deze candidaten voor de GemeenteTaad, nu mis
schien Gemeenteraadsleden, zeer kortzichtig is. Het is zo, dat Halsteren in hoge mate
zal mee-profiteren van de te verwachten industriële ontwikkeling. Het is te wensen
dat het gemeentebestuur van Halsteren belet zal worden het algemeen belang tegen te
werken en dat de annexatie van het kleine stuk gebied dat hiervoor noodzakelijk is
spoedig tot stand zal komen. Het plan tot annexatie is indertijd aanhangig gemaakt
in verband met de harmonische uitbreiding van de stad. Wat toen uitermate wenselijk
was, is nu dwingende noodzaak geworden en er is naar zijn overtuiging geen tijd meer
te verliezen. Hij is overtuigd dat het grootste deel van de bewoners van dit stuk van
Halsteren, wanneer zij juiste voorlichting ontvangen, helemaal geen bezwaar zal heb
ben om bij Bergen op Zoom te worden ingedeeld,
In de aanbiedingsnota ontbreken ook wel wat cijfers die moeten aantonen dat een
uitgave van 13 millioen verantwoord is. Spreker begrijpt wel dat dit uitermate moei
lijk te zeggen is, omdat ook het college niet in de toekomst kan kijken. Maar hij zou
toch willen vragen:"Wat zijn de verwachtingen? Heeft het college wat materiaal kunnen
verzamelen, bij voorbeeld van andere havens?". Hij heeft wel enig materiaal, namelijk
een boekje van de haven van Gent, betreffende het bezoek aan deze haven. Van Terneuzen
naar Gent zijn de industrieën practisch tegen elkaar aangebouwd, grote industrieën,
en dit levert het bewijs dat er perspectief kan zitten in een haven met goede verbin
dingen.
Wat de financiën betreft, door de heer Asselbergs is er al op gewezen, dat dit
voor de gemeente 5 millioen gaat kosten. Uiteraard kan de gemeente deze 5 millioen
niet op tafel leggen. Hij zou willen vragen of deze kapitaalfournering verzekerd is,
zodat het werk zonder vertraging kan doorgaan.
Het plan zelf heeft zijn volledige instemming. Bij de bestudering van dit plan
is hij met' zijn fractiegenoten tot de overtuiging gekomen dat de voordelen van dit
plan groot zijn en de geringe nadelen die er misschien zijn in vergelijking met het
eerste plan verre worden overtroffen. Een groot nadeel is natuurlijk dat men voor dit
plan agrarische gronden aan hun huidige bestemming moet onttrekken, maar hij gelooft
toch wel dat de voordelen veel groter zijn.
Dat er aan een plan voor een jachthaven gedacht is, juicht hij toe, ook al met
het oog op de toekomst, wanneer het Deltaplan zal zijn verwezenlijkt. Hij gelooft dat
'de watersport dan een grote vlucht zal nemen en dat het daarom van belang is daarvoor
een recreatiegebied tot stand te brengen.
Spreker wil niet in technische details treden, men heeft daarover al verschillen
de uitleggingen gehad, al zou men nog kunnen vragen of men goed weet wat de gemeente
nu verder staat te wachten.
Bergen op Zoom heeft in het nabije verleden veel tegenslag gehad met het aantrek
ken van industrie door het ontbreken van geschikte terreinen, Hij hoopt dat men er in
zal slagen door het uitvoeren van dit plan dat de ontstane achterstand kan worden in
gehaald en dat de aanvrage van industrievestiging langs de nieuwe haven van dien aard
zal zijn dat direct nadat de eerste fase van het plan is voltooid men zonder pauze zal
kunnen gaan beginnen aan de tweede fase.
Mevrouw JUTEN-VAN AS meent dat, alhoewel een afwijkend standpunt inzake de plan
nen tot havenaanleg wel nutteloos zal zijn, zij toch haar inzicht in deze vergadering
niet voor zich moet houden. De nutteloosheid van een tegenstand blijkt naar haar me
ning uit de wijze waarop de gemeente er toe gebracht is de nu voorliggende plannen te
doen ontwerpen. Het gehele geval heeft, zo verklaart zij, bij menige terzake kundige
ingezetene wrevel gewekt en het doet haar daarom genoegen in de toelichting tot dit
voorstel een zekere koelheid op te merken en zeker geen enthousiasme over de vele ver
diensten en de weinige bezwaren die er voor ieder plan plegen te bestaan. Eens te meer
blijkt ook uit dit voorstel, meent zij, dat men door anderen dan het' gemeentebestuur
wordt bestuurd en dat de eigen Bergen op Zoomse inzichten niet in tel zijn. Het goede
in dit plan is, dat eindelijk het Ministerie van Binnenlandse Zaken schijnt te willen
medewerken aan een behoorlijke grenswijziging met de gemeente Halsteren, waartoe de
achtereenvolgende gemeentebesturen in de laatste vijftig jaar tevergeefs een drietal
pogingen hebben aangewend. In dit verband is haar vraag van belang, of men wel met de
uitvoering van dit havenplan zal moeten beginnen alvorens de Minister van Binnenlandse
Zaken het daartoe strekkende wetsontwerp bij de Staten-Generaal heeft ingediend, ja
misschien is het beter zelfs te wachten tot het wetsontwerp door de Staten-Generaal
is aangenomen.
