-13-
meenten. Warneer men dit berekent, dan moet Bergen op Zoom 7000,aan rente meer
betalen per jaar dan Nijmegen. Men kan natuurlijk niet in de toekomst kijken, maar
een looptijd van 25 jaar vindt hij lang. Wanneer de rentestandaard terug loopt, dan
zit men een hele periode vast aan een hoge rente. Hij zou willen voorstellen te trach
ten die 25 jaar terug te brengen tot 13 jaar. Zoals door de andere gemeenten geleend
wordt, geeft het minder risico.
De heer HOUTMAN wil graag met de laatste suggestie van de heer Nijssen beginnen
om het aantal jaren terug te brengen. Dat doet de Bank niet, zonder meer niet. Voorts
is opgemerkt dat er gemeenten zijn die lagere percentages betalen, in plaats van 6
5v%. Spreker zou daarbij willen opmerken dat een lening tegen 5v% over 13 jaar in ver
houding met een lening tegen 6% over 25 jaar gelijk ligt. Een kort lopende lening
heeft een lager rente-percentage dan een langere lening. Wat voor een lening de ge
meente Nijmegen gesloten heeft, weet spreker niet, maar de lening aan Bergen op Zoom
is uitgegeven door de Bank van Nederlandse Gemeenten tegen hetzelfde percentage als
de Bank zelf geleend heeft.
De heer NIJSSEN is het er niet mee eens dat een lening over 13 jaar goedkoper
zou zijn dan een lening over 25 jaar. "Wanneer het werkelijk is, waarom leent men dan
niet voor 13 jaar?", vraagt hij. Zeker moet men er dan op speculeren dat er geen hoge
re rente-standaard bestaat. Dat kan natuurlijk wel, maar het bewijs is geleverd dat
het ook omgekeerd mogelijk is. Twee maanden geleden was het nog 6%, nu is het 5v%.De
mogelijkheid bestaat ook dat de rente-standaard daalt.
De heer HOUTMAN zegt dat dit oen aanbieding is van de Bank van Nederlandse Ge
meenten en wanneer men er idee in heeft, neemt men de lening en als men er geen idee
in heeft, neemt men ze niet. Dat het percentage bij een kortere looptijd lager is, is
zeer zeker het geval. Een 5-jarige lening doet maar 2%%, Men kan zeggen:"Ik doe het
niet", maar dan heeft men niets. Dan kan men berichten dat men niet op de aanbieding
in gaat. Men zit om geld'te springen en iedere aanbieding is welkom als het maar on
der de termen valt waaronder men mag lenen. Spreker had ook liever een 4i%-lening met
een dergelijke looptijd, maar die is er niet.
De heer NOORMAN vraagt zich af wat de heer Nijssen wil. Men kan de lening al of
niet goedkeuren. De heer Nijssen maakt bezwaar tegen het aantal jaren en tegen de ren
te, maar de lening, is aangeboden tegen bepaalde voorwaarden en als men die niet aan
neemt dan krijgt men ze niet. Als men het aanbod afslaat, dan zal de scholenbouw niet
door kunnen gaan.
De VOORZITTER zegt dat men bij geen enkele geldgever, behalve bij de Bank: van
Nederlandse Gemeenten meer mag betalen dan 4v%. De Bank van Nederlandse Gemeenten
heeft zelf de lening geplaatst en stelt ze ter beschikking aan de gemeenten zonder
enige kosten, alleen een dekking van eigen kosten. Men verdient er niets aan en voor
de gemeenten is het de enige manier om aan lang geld te komen.
De heer NIJSSEN zegt dat hij niet tegen de lening is, maar hij heeft bezwaar te
gen een looptijd van 25 jaar. Dat zou hij graag op 13 jaar willen brengen.
De VOORZITTER zegt dat het een van de voorwaarden is welke de Bank ook stelt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burge
meester en Wethouders besloten.
XX. AANBIEDING VAN:
a' DE REKENINGEN VAN BATEN EN LASTEN EN VAN KAPITAALS INKOMSTEN EN -UITGAVEN VAN
HET WATERLEIDINGBEDRIJEDE KEURINGSDIENST VAN VEE EN VLEES IET INBEGRIP VAN
HET OPENBAAR SLACHTHUIS, HET WONINGBEDRIJF. DE DIENST DER GEMEENTEWERKEN, HET
GRONDBEDRIJEDE DIENST VOOR SOCIALE ZAKEN, DE GEMEENTELIJKE VOLKS KREDIET
BANK, HET ELEKTRICITEITSBEDRIJE EN HET GASBEDRIJF OVER HET DIE-I"5TJAAR 1956
VERGEZELD VAN EEN ONTWERP-BESLUIT TOT VOORLOPIGE VAS13TELLING DIER REKENIN-
GEN;
b* DE REKENING VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN DE GEMEENTE OVER HET DIENSTJAAR
1956, VERGEZELD VAN EEN ONTWERP-BESLUIT TOT VOORLOPIGE VASTSTELLING DIER
REKENING EN EEN VERANTWOORDING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS EX ARTIKEL 256
VAN DE GEMEENTEWET.
(Voorgesteld wordt de rekening van bovengenoemde takken van dienst en van de
gemeente tot onderzoek te stellen in handen van een commissie ad hoe, bestaan
de uit 5 leden).
De heer DE JAEGER beveelt als lid dezer commissie aan de heren Noorman, Schep
pink, van den Boom, Musters en de Jaeger.
De heer NOORMAN zou de heer van der Velden willen voorstellen.
De VOORZITTER stelt voor de keuze van de vijf leden ineens te doen plaats hebben,
In de commissie van stemopneming benoemt hij de heren Noorman, van Doorn en Rats-
ma, waarvan de heer van Doorn als Voorzitter,
