-4- moet worden gesticht en zo komt de derde partij nooit aan bod. Spreker zou willen dat het college er zich nog eens over beraadde of hier aan een bepaalde groep van de. bevolking geen onrecht wordt gedaan en of het wel in alle opzichten verantwoord is dat zonder meer gezegd wordt"Daar heerst een noodtoestand, die school moet voorrang hebben, ofschoon de aanvrage -gf jaar later gedaan is dan door de Stichting Hervormd Onderwijs". De heer DE MOOR had oorspronkelijk hierover niets willen zeggen, maar van de an dere kant had hij verwacht dat een ander wel een enkel woord gezegd zou hebben over de Huijbergsebaan die hier bij deze kwestie aan de orde is geweest. Spreker zal er weinig van zeggen, me.ar alleen dit, dat hij volkomen begrijpt dat er scholen moeten zijn en dat het zeer noodzakelijk is, maar hij vindt het jammer dat de noodzaak van die scholen uitgespeeld moet worden tegen het niet willen erkennen van een noodtoestand, hij zou willen zeggen van een achter gebleven gebied. Deze zaak heeft al een zodanige lijdensweg ondergaan dat het er op begint te lijken - hij zal het lelijke woord niet zeggen - maan dat het er op begint te lijken dat men het niet wil uitvoeren. De VOORZITTER zou naar aanleiding van de laatste opmerking van de heer de Moor willen zeggen dat het - een onjuiste kwalificatie is wanneer men zegt dat deze zaken tegen elkaar "uitgespeeld" worden. Wanneer men de nota le.est,dan staat er: "Ofschoon bovenvermeld werk noodzakelijk is, menen wij dat de bouw van scholen moet prevaleren. In verband hiermede stellen wij U voor het beschikbare bedrag van 372.910,voor de bouw van vorenbedoelde scholen aan te wenden. Het werk aan de Oude Huijbergsebaan is intussen aangemeld.bij de D.A.C.W, Wij hopen dat op deze wijze met rijkssubsidie -tot uitvoering van dit werk kan worden overgegaan". De heer HOUTMAN zegt dat, wat betreft de opmerking van de- heer Ratsma, er een belangrijk punt is wat in zijn eerste betoog niet naar voren is gekomen. Bij de urgen tie namelijk is de school met de Bijbel boven aan gesteld omdat daarmede niet alleen een oplossing gevonden wordt voor de onhoudbare toestand bij het lager onderwijs,maar omdat dan tegelijk een oplossing verkregen wordt voor de zeer nijpende kwestie van het u.l.o.-onderwijs. Het is de Raad bekend dat bij, de onderhandelingen over de urgentie bij het Rijk, bij het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, is komen vast te staan dat de toeloop voor het u.1.o,-onderwijs in de komende jaren zeer groot zal zijn, wat ook blijkt uit de aanmeldingen aa,n de school met de Bijbel, de Petrus Canisiusschool en de u.l.o-school in Oost. Door de bouw van een school met de Bijbel voor gewoon lager onderwijs in Oost komt tegelijk de oplossing voor het u.1,o,-onder- wijs. Door de heer Ratsma werd gevraagd of het geen aanbeveling zou verdienen voor Bur gemeester en Wethouders om de zaak nader te bekijken. Spreker heeft naar aanleiding van de persberichten deze morgen nog een langdurig onderhoud gehad met Ds. Wisse over de scholenkwestie. Ds. Wisse,die uiteraard met enkele gelijke opmerkingen naar voren .kwam als de heer Ratsma om hiermee de belangrijkheid van de urgentie-bepaling voor de' Hervormde school te laten prevaleren voor'de school met de Bijbel, heeft na de bespre kingen en na kennis genomen te hebben van het- cijfer-materiaal enerzijds over de be zetting van de school met de Bijbel en anderzijds oVer de kinderen van 6 tot -12 jaar in Oost, zij het tot zijn spijt moeten toegeven dat de urgentie zoals Burgemeester en Wethouders die hebben bepaald begrijpelijk was. -Het is uiteraard te betreuren dat een aanvrage en een Raadsbesluit van 29 december 1954 van de Hervormde school- zo lang heeft moeten duren. Spreker kent natuurlijk de moeilijkheden die daarbij hebben voor gezeten en deze zijn te betreuren, want waren deze moeilijkheden niet ontstaan, dan zou men met deze school begonnen zijn voor de bestedingsbeperking en als hij zich nog sterker mag uitdrukken, dan zou men in september reeds met het onderwijs gestart zijn. De moeilijkheid is dat noch de gemeente noch het schoolbestuur er iets aan kan doen en het is -voor dit schoolbestuur zeker te betreuren dat Burgemeester en Wethouders, zich baserend op het beschikbare cijfermateriaal, de urgentie van de school met de Bij bel hebben moeten laten prevaleren. De heer RATSMA is het er volkomen mee eens dat ook het u,1.o.-onderwijs er bij betrokken is, maar tenslotte gelooft hij dat het er om gaat hoeveel nieuwe schoolloka len worden gecreëerd om aan het Protrstantse deel van de bevolking, althans aan de kinderen daarvan, onderwijs te laten geven, De Hervormde Stichting beoogt de bouw van een 6-klassige school, de school met de Bijbel een 5-klassige school. Men krijgt er dus in het eerste geval 6 lokalen bij en warneer de leerlingen hier naar afvloeien, komt er voor het u.1.o,-onderwijs ruimte vrij. Men voelt dat dit argument helemaal niet steekhoudend is en spreker zou ook niet willen dat de Raad zich liet beïnvloeden door het onderhoud dat de Wethouder met Ds. Wisse heeft gehad, die daarbij erkend zou hebben dat de argumenten van Burgemeester en Wethouders juist zouden zijn. Dit is beslist een misverstand. Deze middag heeft spreker ook een onderhoud gehad met Ds.Wis se en daarvan is hem toen niets gebleken. Spreker gelooft dat men de discussies zal moeten besluiten, maar zijn rechtsge voel is niet bevredigd wanneer het gétat zoals in de nota is voorgesteld. Hij hoopt dat

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1958 | | pagina 114