-4- rapport dan volgende maand opnieuw in de Raad ter bespreking' gebracht worden. Re VOORZITTER zou in de eerste plaats iets willen zeggen naar aanleiding van hetgeen door Mevrouw Juten is opgemerkt. Zij meent dat Burgemeester en Wethouders niet fair geweest zijn tegenover de Raad, dat bij wijze van spreken Burgemeester en Wethouders de Raad overvallen met deze nota over een kwestie die in de vorige: vergadering aan de orde is geweest. Spreker heeft toevallig, of ook weer niet toe vallig maar zeer begrijpelijk, de notulen van de vorige Raadsvergadering voor zich liggen, daar deze pas zijn goedgekeurd. Baar leest hij ins "Be Voorzitter zegt dat, wat betreft de vraag van Mevrouw Juten en de heren van Roorn, de Moor en Boorman, hij ruggespraak gehouden heeft met de Leden van het college en dat het college be reid is een nota aan de Raad te zenden waarin wordt uiteengezet of en waarom een bepaalde functionaris gewenst is, dan kan de Raad daarop reageren". Er is nimmer sprake geireest dat het college nog maar eens zou gaan vrachten om dit te overden ken. Rat was ook niet nodig. Het college had een bepaalde overtuiging, maar was "bereid en uiteraard bereid om de overwegingen die bij het college golden om spoe dig te komen tot aanstelling van een adjunct-directeur aan de Raad mede te delen. En dat is gebeurd bij deze nota. Spreker had niet verwacht dat men bezwaar zou hebben gemaakt tegen het feit dat het college thans zeer snel te werk is gegaan en reeds in de eerstvolgende ver gadering zijn standpunt duidelijk heeft kenbaar gemaakt. Mevrouw Juten heeft er 8-an toegevoegd dat zij hierbij ook aan de orde wilde stellen of de benoeming van een adjunct-directeur al dan niet door de R.aad zou moeten gebeuren. Bat is natuur lijk zeer goed mogelijk. Raarom is vorige maal deze toezegging gedaan, opdat de Raad de gelegenheid zou hebben daarover na te denken en wanneer de nota aan de or de zou komen,dan eventueel over alle punten die in de nota behandeld worden des gewenst een besluit te nemen» Wat betreft de afwijking van de huidige formatie van gemeentewerken van het voorstel van het efficiency-bureau, misschien kan de Wethouder daar dadelijk nog iets van zeggen, dat weet spreker op het ogenblik niet precies. Boor de heer Broekmans is opgemerkt dat, alhoewel hij het niet eens is met Mevrouw Juten in alle opzichten, hij toch wel enig uitstel zou willen bepleiten omdat dit de wens van de Raad zou zijn. "Bat moet nog blijken", meent spreker. "Boor enkele Leden is dit tot nu toe slechts naar voren gebracht". Hij gelooft dat het in het algemeen ook wenselijk is dat men zo spoedig mogelijk tot een be slissing ov.er 'deze benoeming komt en over de taak die is weggelegd voor de adjunct directeur, Voor zover hij kan zien, is het zeer nodig dat deze functie spoedig vervuld wordt. Verdere toelichting laat hij graag aan de Wethouder over. Be heer HAVERMAN S zegt, wat het efficiency-rapport betreft, dat dit indertijd is opgesteld zoals men het toen zag en aan de hand van de ontwikkeling van de stad in de toekomst. Bat wil echter niet zeggen dat dit rapport bindend is en men het zo uit moet voeren. Bat hangt van de omstandigheden af, of het past in de huidige opzet en in de gedachtengang Ycelke men voor de toekomst heeft. Men moet ook bekij ken wat er aan vast zit bij mutatie, overplaatsing enz., waardoor men niet altijd deze zaak precies uit kan voeren, alhoewel het in de bedoeling ligt zich zoveel mogelijk aan het rapport aan te passen. Haar aanleiding van de wensen van het Hoofd van dienst welke bij de be spreking.met Burgemeester en Wethouders naar voren zijn gebracht is men tot deze gedachtengang gekomen en is men tevens tot de conclu sie gekomen dat hier een functionaris welke zoals in het rapport wordt gezegd van dat en dat gehalte is in de vacante plaats benoemd moet worden. Be vraag of het rapport dat toegezegd was eerst in de Commissie van openbare' werken had moeten worden gebracht, hebben Burgemeester en Wethouders niet bezien. Be bevoegdheid tot benoeming is in handen van Burgemeester en Wethouders en het was dus louter een uiteenzetting van de gedachtengang van Burgemeester en Wethou ders over de vraag hoe men zou voorzien in de functie van adjunct-directeur van gemeentewerken, hetgeen op verzoek van de Raad in een nota aan de Raad is kenbaar gemaakt. Men heeft dus precies gedaan wat door de Raad verlangd vrerd en op het ogenblik is de gelegenheid open om daar een en ander over te zeggen. Be kwestie of al of niet de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders door de Raad moet worden teruggenomen is door de Yoorzitter reeds aangesneden en daar kan de Raad zich altijd over uitspreken. Spreker moet ontkennen dat deze zaak ge-r forceerd wordt. Het is echter wel zo, dat spoedig in de functie móet worden voori zien. In verband hiermede wil spreker er op wijzen dat de directeur momenteel overbezet is. Een dezer dagen wilde hij een afspraak met de directeur maken en bij het nagaan van diens agenda constateerde hij, dat hij reeds 14 dagen achter alkaar bezet is met besprekingen in den Bosch, bij het Bepartement van Waterstaat enz. Ook daar blijkt uit dat er tijdig een vervanger nodig is. Be directeur moet niet gedwongen Yrorden om twee functies waar te nemen. Wanneer men tot benoeming overgaat, moet men er rekening mee houden dat de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 91