-6- dit gebeurt?". Spreker gelooft dat uit de verenigingen zelf het contact met Maat schappelijk Hulpbetoon moet Y/orden gezocht en dat men dan waarschijnlijk wel tot hetere verhoudingen komt. Overigens is het niet zo dat alle gelden rechtstreeks door Maatschappelijk Hulpbetoon Y/orden verstrekt. Er zijn nog verschillende vormen van ondersteuning die via de particuliere instellingen op dit ogenblik al verstrekt Y/orden. Hij kan dus niet direct zien dat een beleidsfout is gemaakt. De dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon heeft gezocht naar personen die gevoel hebben voor maatschappelijk werk en voor sociaal werk. Hij kent beide personen geen van twee? maar men heeft hem verzekerd dat het bij deze twee het geval is, dat zij in het verleden deze weg "bewandeld hebben en er mee doorgaan» Hij wil de gedachte door de heer Asselbergs naar voren gebracht niet verwer pen# Er zit iets in dat een goede kant heeft, maar hij gelooft dat het een groei proces is waarin Maatschappelijk Hulpbetoon van haar kant bereid zou zijn in te treden, wanneer toenadering gezocht Y/ordt» De heer EERTOGH vindt het persoonlijk een pijnlijke kwestie om hierop wat te zeggen, omdat wat de heer Asselbergs gezegd heeft een opmerking is van zijn fractie-voorzitter» Maar wanneer gesproken Y/ordt van een beleidsfout, dan voelt hij zich op de tenen getrapt ten aanzien van dit geval, Het is zo, toen spreker over bouwerij in Bergen op Zoom gesproken heeft, toen deze in de put zat, daarbij de idee geopperd is een bouwraad te doen stich ten» Toen'antwoordde de Wethouder dat van particuliere zijde, van de bouwnijver heid zelf, tegenover de overheid met geen enkel woord hierover was gerept. Hij zou dezelfde opmerking nu willen gebruiken. Wanneer het inderdaad zo is dat het I.S.C.C, er voor voelt om zitting te nemen in Maatschappelijk Hulpbetoon, dan is hij daar voor. Maar daarnaast is het zo dat hij gaarne had gezien dat het I.S.C.C. inderdaad zich verstaan had met de leiding van Maatschappelijk Hulpbetoon» Daar dit niet heeft plaats gehad, is Maatschappelijk Hulpbetoon, het college van re genten, begonnen om mensen te zoeken die wel deel wilden uitmaken van het colle ge en men is tot buitengewoon goede overeenstemming gekomen» Daar het college toch uit verschillende persoonlijkheden bestaat, is men tot een goede candidaat- stelling gekomen, welke ook gevraagd Y/ordt via het reglement van Maatschappelijk Hulpbetoon» Hij kan daarom maar één ding zeggen, dat hij warm aanbeveelt de can- didaten die in alphabetische volgorde gesteld zijn. De heer VAN" DOORN zegt dat, als hij de heer Asselbergs goed begrijpt, hij tot de conclusie komt dat de héér Asselbergs tv/ee verschillende dingen met el kaar verwart, of althans door elkaar haalt. Eén punt is de vraag of uitreiking^ van ondersteuningsgelden moet geschieden ambtenaarlijk of door middel van gelijk gezinde sociale werkers» De andere vraag is of in het college van Maatschappelijk Hulpbetoon iemand uit die groep genomen moet Y/orden» Spreker kan het niet anders zien dan dat dit twee verschillende vragen zijn» Dan is zijn eerste conclusie dat de heer Asselbergs bij het aansnijden van deze zaak - waarover hij zich overigens graag aansluit bij de heer Ratsma - toch wel een beetje erg grote woorden heeft gebruikt toen hij het had over beleids fout, Dit kan in geen geval een beleidsfout zijn, zoals de heer Ratsma heeft aan getoond. Veertig jaar geleden, in 1917? Y/as spreker administrateur van de Armenraad in Amsterdam en nauw betrokken bij de organisatie - uiteraard in een vroeger sta dium dan Y/aarin men nu leeft - van uitreiking van de ondersteuningen door het B.A., zoals het in Amsterdam toen nog heette» En in die periode zijn toen in Am sterdam verenigingen opgericht van vrijv/illige helpers» En zo had men een Katho lieke vereniging van vrijwillige sociale helpers, een Protestantse of uiteraard^ verschillende Protestantse verenigingen en men had er ook een voor de- onkerkelij ke richting, als hij dit een richting mag noemen» Wanneer dit op deze wij ze in Bergen op Zoom georganiseerd zou kunnen YYorden of bezig is georganiseerd te Y/or den, dan kan hij dat alleen maar toejuichen» Maar dan rijst voor hem ernstig de vraag of dit dan móet betekenen dat deze organisaties van vrijY/illige helpers dan ook qualitate qua vertegenY/oordigd moeten zijn in het college. Hij wil daar niet direct een bevestigend of ontkennend antwoord op geven, maar voor zijn persoon wil hij Y/el verklaren dat hij overhelt naar de opvatting dat het niet het geval moet zijn. Dat tussen het college, de instelling Maatschappelijk Hulpbetoon en^ de verenigingen van vrijwillige tussenpersonen dus een zekere verhouding moet be staan,die niet direct de betekenis krijgt,..dat geleidelijk Y/eg deze verenigingen het in deze instelling voor hetzeggen zullen krijgen. Dat is naar sprekers me ning een principiële kY/estie» Hij heeft geen behoefte dit vanavond verder uit te Y/erken, daar moet .men hpt eerst ernstig voor onder de ogen zien. Waar men op het ogenblik alleen te maken heeft met deze voordracht, kan hij zich dus niet verenigen met het gestelde door de heer Asselbergs, dat hier sprake kan zijn van een beleidsfout, doch hij moet zeggen dat hij dit de juiste manier van Y/erken vindt»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 79