-4- De heer BUTIJN wilde vragen of er nog meer objecten waren die door de Raad zijn aangenomen en niet worden uitgevoerd» De VOORZITTER deelt mede dat Burgemeester en Wethouders op het ogenblik geen bezwaar" hebben gevraagd voor alle objecten die door de Raad waren aange nomen, behalve voor het hier genoemde, de reconstructie van Wassenaarstraat en van Dedemstraat en de verlichting van de binnenstad. Er zijn wel een aantal ver zoeken om nadere inlichtingen binnen gekomen met betrekking tot de besluiten die genomen zijn, maar definitieve afwijzingen van "geen bezwaar" zijn er nog niet» Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de stukken a tot en met n voor kennisgeving aangenomen 111 VOORDRACHT VOOR DE BENOEMIllG- TAN EEN LID VAN HET BESTUUR VAN DE BURGERLIJKE INSTELLING VOOR MAATSCHaTfEL'iJN HULPBETOON ■ET DEZE GEMEENTE. (Dos sier nr. 61 IT). (Verzameling 1957? nr» 32), De heer ASSELBERGS zou naar aanleiding van de hierbij gedane voordracht wel enige opmerkingen willèh maken. Tot goed begrip wil hij er echter met nadruk hij stellen, dat, waar hij cri- tiek zal uiten op de voordracht als zodanig, deze critiek helemaal niet en'in de verste verte niet de personen van de heren Akkermans en Stoel raakt. Hij hoopt dat het dus duidelijk is dat zijn opmerkingen niet gericht zijn tegen genoemde Personen. Zijn critiek richt zich wel tegen het bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon en wel omdat het bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon naar zijn mening bij de samenstelling van deze voordracht een beleidstekortkoming vertoont, of zelfs een beleidsfout heeft gemaakt. Herhaalde malen heeft hij bij de algemene beschouwingen terzake de begrotin gen de vraag gesteld of het niet juist zou zijn dat bij de sociale zorg welke de overheid uitoefent het particulier initiatief zoveel mogelijk wordt ingeschakeld, Verder nog, of het niet juist zou zijn dat de gelden welke de overheid onder be paalde reglementen ter beschikking stelt voor ondersteuning, via de particuliere instellingen worden uitgegeven. De juistheid van dit principe is zijns inziens Riet bestreden» Spreker wil het nogmaals samenvatten. Veel sociale zorg voor on ze medeburgers is een zaak die niet enkel een kwestie is van meer of minder geld. Integendeel.. Naarmate deze sociale zorg meer wordt een kwestie van het zich per soonlijk bezig houden en zich liefdevol interesseren voor de belangen- vah degene die geholpen moet worden, en naarmate dat voor ieder geval persoonlijk contact Meer kan3 tot ontplooiing krijgt, naar die mate bestaat er meer kans dat de in Rood verkerende.medemens wordt opgeheven en zich weet los te werken uit de omstan digheden die hem maakten tot de hulpbehoevende, ook in materieel opzicht. En met overigens alle xraardering voor de moeite die de overheid en dus ook bet bestuur en de ambtenaren van Maatschappelijk Hulpbetoon zich getroosten om in nood verkerende medeburgers te helpen» Uit hetgeen spreker hierover opmerkte, valt te concluderendat hoven de steun van de overheid te prefereren valt de'steun die gegeven wordt door d„e particuliere zorg voor de medemens, omdat alleen de par ticuliere hulp kan zijn een helpen van persoon tot persoon, een terzijde staan in Roden die zeker ook van materiële aard zijn, maar bijna altijd ook verband houden Met noden die een zodanig geestelijke achtergrond hebben dat zij met ambtelijke eR alleen materiële hulp niet te lenigen of op te lossen zijn. Hierin ligt immers',' aldus spreker"voor het grootste deel het bestaansrecht eR de noodzaak van het bestaan van particuliere verenigingen die zich het lot van de zich in nood verkerende en hulpbehoevende medemens aantrekken. Van dit parti culier initiatief kan echter - zeker nu niet - verwacht worden dat het van deze ereidheid tot helpen alle financiële consequenties draagt. Van dé overheid moet verwacht worden dat zij veel van het benodigde geld ter beschikking stelt, maar -et mag evenzeer van de overheid verwacht worden dat zij er voor zorg draagt .dat van dat ter beschikking gestelde geld - als middel - het grootste profijt wordt ehaald. Met andere woorden mag van de overheid - zeker in deze stad - verwacht worden dat zij het particulier initiatief op het gebied der charitas zal steunen Riteindelijk door ter beschikking stelling van de materiële middelen die nodig 2ijn om dit werk vruchtdragend te doen zijn. "Misschien zijn we hier niet zover", z.egt spreker, "dat we deze ideaaltoe stand nu reeds ten volle kunnen verwerkelijken. Er is in het particulier vlak wel- icht nog veel te veel naast elkaar en door elkaar werken. Maar er was wel nu Reeds een stap in de goede richting te zetten". Deze zou zijns inziens zijn het Rot stand brengen van een rechtstreekse binding van de openbare instelling van Ret Maatschappelijk Hulpbetoon met het particulier initiatief, door in het be stuur van Maatschappelijk Hulpbetoon personen op te nemen die geacht kunnen wor- -en te zijn vertegenwoordigers van het particuliere sociale charitatieve vereni-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 77