ES
-
-3-
werkeloosheid gelukkig zo sterk verminderd is, dan mag men echter niet de ogen
sluiten voor de toekomst en moet men er op "berekend zijn voor de toekomst in-
dustrie aan te trekken of/en bestaande industrie te doen uitbreidenDaarom moet
men er ook steeds rekening mee blijven houden dat er^voldoendeterrein beschik
baar is en blijft en beschikbaar gemaakt wordt voor industrialisatievoor^in-
dustrievestiging, In dit verband noemt spreker de terreinen die gep an zijn xj
de plannen voor de havenverbetering en haven ~ui bbreiding»
Wanneer hij nu de werkgelegenheid bekijkt op langere termijn, moet men oo
bezien hoe het op langere termijn in dit gebied economisch gesteld zal zijn. \an-
neer men dan beziet de grote plannen die in Nederland en in deze zuidwesthoek v.
Nederland meer in het bijzonder op stapel staan, hij bedoelt dan he^Deltap en,
het Moerdijkkanaal en de Zoomse weg, dan is dit toch welkeen aanwijzing dat hier
in de toekomst - en dat zal niet in de verre toekomst zijn - iets bijzonders
gaat spelen. Bergen op Zoom ligt dan op een plaats, waar men gereed moet zijn om
bijzondere activiteiten te kunnen opvangen*
De havenverbetering, waarvan men met een gerust hart mag verwachten dot zij
spoedig haar beslag zal krijgen en die zeer binnenkortnaar hij hoopt,in een voor
stel aan de Raad zal worden voorgelegd, is zeer zeker van groot belang voor de
verbetering van de outillage van Bergen op Zoom's economisch milieu.
Het Moerdijkkanaaldaar spreekt men ook al elk jaar over. Dit jaar is e
practisch niets aan gebeurd; alleen is nog sterker naar voren gekomen de vraags
Wanneer komt er nu een beslissing? Wanneer zal Belgie met name beslissen ox
akkoord wil gaan met een kanaal, zoals dat wordt voorgesteld in het rapport van
Cauwelaert-Steenberghe? "En wanneer wat ons betreft", zegtspreker, deze beslis
sing onverhoopt negatief mocht uitvallen, of althans zodanig dat me op or e
termijn het voorgestelde kanaal tot ziitvoering zal komen, dan is er alle aanlei
ding met kracht te streven naar uitvoering van die werken m West-Brabant die nu
worden opgehouden wegens gebrek aan een beslissing over het kanaal Yoor deze
gemeente noemt hij met name een waterverbinding van de Bergen op Zoomse haven met
Roosendaal en een verbinding tussen de Tliet met de Mark en de Dintel, om zodoen
de de haven van Bergen op Zoom in verbinding te brengen met het hele Brabantse
kanalennet.
De volkshuisvesting. De volkshuisvesting is nog steeds van primair belanto,
een van de problemen die de Raad bijna elke vergadering bezig houden, toneer men
het aantal ingeschreven woningzoekenden ziet, dan vraagt men zie a o_ erwe
op enigerlei wijze verbetering in komt. Toch gelooft spreker dat degenen zich
vergissen die denken dat geen verbetering heeft plaats gehad. Het is ook zo, a
blijft het aantal inschrijvingen ongeveer stabiel de laatste vier jaar, dat de
aard van de woningzoekenden zich wijzigt. Er zijn thans veel meer woningzoeken
den die wel over woongelegenheid beschikken, maar^verbetering wensen. Dat is zeer
verklaarbaar, vooral nu de welvaart vrij gunstig is.
Interessant noemt spreker de cijfers die de woningtelling geeft. Dit jaar
werd met peildatum 30 juni 1956 een" woningtelling gehouden; de daaraan vooraf
gaande telling werd gehouden per 31 mei 1947° he ongecorrigeerde voorlopige uit
komsten van de laatste telling zijn beschikbaar en daaruit blijcb an -a 111
derland volgens de telling"van 1947 het woningtekort 14/° van de woningvoorraad
bedroeg en in 1956 nog 10In Noord-Brabanr was dat in 1947 17/° en "UT j
11$. Toor Bergen op Zoom kreeg spreker zeer eigenaardige getallen. Hij neem ge
tracht zich zoveel mogelijk veilig te stellen en hij zal de cij ers^noemen
uit dat is opgebouwd. Yolgens de cijfers blijkt dat Bergen op oom m 947-
woningtekort had van' 21,8$ van de toenmalige woningvoorraaden nu nog 1
Yolgens de telling in 1947 had 'Bergen op Zoom 6614 huishoudingen en alleenwonen-
den die een woonverblijf nodig hadden en beschikte Bergen op Zoom over 5 I-3
woonverblijven. Er was dus een tekort van 1184 en het is een gewoon rekensomme
tje' om vast te stellen dat dit 21,8$ is van de woningvoorraad. In 1956 waren er
8017 huishoudingen en 7183 woonverblijven, een tekort dus van 834? hetgeen over-
een komt met 11,6$ van de' woningvoorraad, In elk geval wijst dit op een belang
rijke verbetering sinds 1947»
Yoor de jaren 1954 tot 1956 was aanvankelijk aan Bergen op Zoom een woning
contingent toegekend van'310, doch na toekenning van speciale contingenten en
ook op grond van het in 1956 vastgestelde beleid ten aanzien, van het geven^van
aanvullende contingenten, konden er in de periode 1954-1956 totaal 538 woningen
gebouwd worden. Spreker wil dit eerst- zeggen. In 1956 is een nieuwe methode aan
gekondigd voor het verstrekken van subsidie voor woningbouw, Men geeft geen vast
contingent meer, maar men gaat uit van een bepaald richtcontingent en men laat
zoveel bouwen als de bouwcapaciteit gewestelijk toelaat. Het richtcontingent dat
men voor 1957 heeft gekregen, bedraagt 218Dit richtcontingent is kennelijk ge
baseerd op de behoefte, niet op de bouwcapaciteit. Die 218 zijn samengesteld uit
20$ van de bevolkingstoename en 20$ van het reële tekort volgens de woningtelling.