11 onderhoudswerken.
7» Nader overleg met het E.T.I. omtrent de interpretatie van het door dit instituut
op 23 augustus 1955 uitgebrachte rapport omtrent de industrieterreinbehoefte voor
Bergen op Zoom tot 1980.
8. Opdracht aan het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft tot het verrichten
van een bodemonderzoek ter plaatse van het door de gemeente voorgestane weste
lijke dijktrace (gereed op 3 oktober 1956).
9. Opdracht aan het Waterloopkundig Laboratorium te Delft tot het verrichten van
een aanvullend modelonderzoek voor een situatie van de voorhaven volgens het
ontwerp van de gemeente met varianten op dit ontwerp (gereed op 25 oktober 1956).
10. Bespreking met Rijkswaterstaat op 21 november 1956 waarbij in principe over
eenstemming werd bereikt omtrent de hoofdafmetingen van de schutsluis, de vorm
van de voorhaven en het tracé van de hoogwaterkerende dijk en het uitbrengen van
een hierop betrekking hebbend gemotiveerd verslag aan B.en W.
De problemen, voortvloeiende uit de afsluiting van de haven, werden mede
in verband met de vervanging van een keersluis door een schutsluis opnieuw bekeken
en bestudeerd.
Deze studie heeft geleid tot een herziening van het reeds eerder schets
matig ontworpen havensaneringsplan.
Het plan is opgezet op een door de Heidemaatschappij opgemeten situatie
van het bestaande havengebied.
De ten behoeve van dit plan uit te voeren werken zijn in zoverre gedetail
leerd, dat aan de hand daarvan een kostenbegroting kon worden opgezet.
Over dit plan is een uitvoerig rapport opgesteld, dat tegen het einde van
het jaar aan het college van burgemeester en wethouders is aangeboden.
A. Onderhoud aan bouw-,weg- en waterbouwkundige objecten.
1. Havens.
Het onderhoud aan de binnen- en buitenhaven, waaronder is te verstaan het
wegspuien van aanslibbingen, zomede het voegen en bijmetselen van de haven
muren en het vernieuwen van vloed- en meerpalen had normaal plaats.
De'havenzaten werden door het wegspuien van ebslib en rioolvuil in goede
staat gehouden.
Ten aanzien van de havenmuren zij' vermeld, dat aangezien het onderhoud en
de verbeteringen van de havenmuren in de voorgaande jaren rigoreus ter
hand' zijn genomen, dit jaar evenals in 1955 niet weinig onderhoud kon
worden volstaan.
Behoudens een gedeelte havenmuur voor de Bekaf, dat in een vervallen toe
stand verkeert, doch waarvan het onderhoud achterwege is gebleven in
verband met de vigerende havenuitbreidings- en saneringsplannen, waarvan
een begin van uitvoering in 1957 wordt verwacht, kan worden gezegd, dat
de havenmuren in redelijk goede staat van onderhoud verkeren.
In de Zeelandhaven zijn dit jaar voor het lossen en laden van schepen
wederom 6 stuks meergelegenheden bijgeplaatst.
2. Dijken.
De zeedijken verkeren in het algemeen in een goede staat van onderhoud.
Van de bermen en taluds van de westelijke dijk, die vorig jaar met zoden
zijn belegd, is de strook zoden, die op de platte berm is aangebracht en
hij de klinkerbestrating aansluit, door steeds overstromend zeewater niet
in leven te houden. Deze zodenstrook dient door zoute zoden, die van el
ders moeten worden aangevoerd, te worden vervangen.
Den gedeelte van het talud van de berm van de zuid-westelijke dijk van de
stadspolder is met betonblokken belegd. Het ligt in het voornemen deze
verdediging het volgende jaar te voltooien.
De coupure in de havendijk is afsluitbaar gemaakt met een nieuwe vlced-
roldeur, terwijl het metselwerk met betonpilasters is versterkt.
Buitendien zijn als noodkering nog de nodige schotbalken aanwezig.
Voor bewaking, verdediging en eventueel noodherstel van de zeedijken bij
stormweer is evenals vorig jaar een dijkleger paraat, dat samengesteld
is uit het technisch personeel en werklieden van de dienst van gemeente
werken. Dit dijkleger kan bij eventuele grote schade worden uitgebreid
met personeel van de machinefabriek N.V.Holland, de BB. en de Provinciale
Waterstaat