-31-
Waterbedri.jf
In 1956 werd 1.601.000 m3 water opgepompt, vorig jaar 1.565.500 nf?. Aan het
net werd afgegeven 1.573»500 mj. De toename bedraagt zeer weinig. De zomer van 1955
was lang en zeer warm, terwijl de zomer van 1956 slechts enkele warme dagen geteld
heeft. De maximum dagafgifte xiras 5956 m3 op 28 mei, in 1955 op 11 juli 6292 mj. De
kleinste dagafgifte was 2470 m3 op eerste Kerstdag. De hoogste uurafgifte was in
1956 op 15 oktober 462 m3 tegen 480 mj op 11 juli in 1955» Het verschil van 27500 m3
water tussen de opgepompte en de afgegeven hoeveelheid is gebruikt voor 518 filter
spoelingen. Eet stroomverbruik bedroeg 394» 500 kVh. Per afgeleverde m3 was het
stroomverbruik circa 0.25 kr!h. Het hoofdbuizen-distributienet werd uitgebreid met
1615 m, het aantal nieuwe aansluitingen bedroeg 202. In 1956 werden 7 nieuwe brand-
kranen geplaatst. Voor de aanduiding van de juiste plaats van afsluiters en brand-
kranen werden 100 bronzen aanwijsplaatjes aangebracht.
In oktober kwam de door een aannemer gelegde nieuwe -water-transportleiding
tussen het pompstation en de watertoren tot stand. Nadat de genomen monsters hadden
aangetoond dat de leiding bacteriologisch betrouwbaar was, werd zij definitief in
gebruik genomen. Deze leiding vergroot de transport-capaciteit en betekent.een be
sparing aan energiekosten. De leiding is van asbest-cementis 1500 m lang en heeft
een binnen diameter van 450 mm. Eet waterreservoir van de watertoren dat vorig jaar
van buiten werd geschilderd kreeg in 1956 van binnen een beurt. Eet werd gereinigd
en geschilderd, daarna ontsmet en na bacteriologische monsteronderzoekingen wederom
in bedrijf genomen. Een nieuw niveau-aanwijstoestel in de watertoren ter doorsei
ning der waterhoogte in de toren naar het pompstation werd aangebracht. Het oude
toestel was bijna 60 jaar oud en onbetrouwbaar.
De bouw van een nieuwe reinwaterkelder van 2000 m3 werd voorbereid. Op
20 december had de aanbesteding plaats. Daar de aangeboden prijs beneden de raming
bleef- kan direct in het nieuwe jaar gegund en met de bouw begonnen worden. Het
streven is deze kelder voor het, warmeseizoen 1957 in gebruik te kunnen nemen. Eet
gehele jaar hebben de strubbelingen geduurd met de leverancier van de onderwater
pompen voor de nieuwe reeds in 1955 geboorde pompputten. Thans zijn de pompen aan
gekomen, zij zijn echter slechts voorwaardelijk geaccepteerd. De twee nieuwe bron
nen van 30 m3/h elk zullen dus in januari van 1957 in gebruik genomen kunnen worden.
Inmiddels werden de ruwwater-transportleidingen (in asbest-cement-buizen) 300 m/m
wijd, de gemetselde bronputten met deksels en de elektrische voedingsleidingen voor
deze nieuwe bronnen voor zover mogelijk afgewerkt. Deze werken werden in eigen beheer
uitgevoerd. Het de voorbereidingen van de bouw van het nieuwe pompstation werden
goede vorderingen gemaakt. De verwachting is dat met de bouw en inrichting hiervan
in 1957 kan worden begonnen. De 3 reinwaterpompen van 250 mp/h ieder zijn reeds
besteld.
Onder toezicht van Staatsbosbeheer werd de bouwplaats voor de reinwater
kelder ontboet. Een zieke plaats in het bos werd gerooid en opnieuw ingeplant.
Andere door de houtvester aangegeven percelen werden gedund en van nieuwe brand
gangen voorzien.
De tarieven voor de waterlevering werden in verband met de grote inves
teringen voor de uitbreiding der installaties en leidingen bij raadsbesluit van
29 juni 1956 met ingang van 1 januari 1957 verhoogd en wel de abonnementen met
20 - en de metertarieven met 10$ en met ingang van 1 januari 1958 nogmaals met 10g>
voor beide.
De gemeenteraad besloot verder betaling der waterlevering aan bewoners van
woningen met 4 en minder vertrekken, die d„oor de eigenaren geschiedde en in de huur
wérd doorberekend, vanaf 1 juli 1956 rechtstreeks aan de bewoners zelf in rekening
te brengen.
Eet water werd in 1956 vier malen chemisch en bacteriologisch onderzocht
vanwege het Rijksinstituut voor Volksgezondheid. Bovendien werd het nog ieder kwar
taal onderzocht door de bacterioloog van het laboratorium voor de Visserijen op de
Zeeuwse Stromen. Iedere keer kon het water van dit laboratorium het predikaat
"zowel chemisch als bacteriologisch zeer zuiver" ontvangen.
Het dagelijks onderhoud en de periodiek terugkerende reinigingswerkzaamheden
aan bronnen, pompen, leidingen, filters en gebouwen op de waterwinplaats en in het
stadsnet had normaal plaats, alles in eigen beheer.
Degens wijziging in de wegprofielèn .bij reconstructie van straten kwam
het in twee gevallen voor dat de hoofdleidingen moesten zakken. Alle huisaanslui
tingen in dergelijke straten werden gereviseerd en waar nodig vernieuwd.