-2-
De situatie van de vaste geldleningen is deze? Per 1 januari 1956 bedroeg
de schuldenlast 27,4 millioen en per 1 januari 1957 298 millioen» De kasgeldle
ningen bedroegen per 1 januari 1956 1 millioen en 1 januari 1957 2-y millioen en
zoals men weet, zijn na 1 januari nog enkele kasgeldleningen gesloten, in totaal
tot een bedrag van 2 millioen op 3 maanden aan een rente van 5"t" en 5 5/87°.
Iïet is de Raad ook bekend dat, nu voor gemeenten langdurige leningen onver
krijgbaar zijn, de regering in overleg is getreden met de verzekeringsmaatschap
pijen en uit dit overleg is geboren de bereidwilligheid dezer maatschappijen' om
aan de Bank van Nederlandse Gemeenten 400 millioen voor dit jaar ter beschikking
te stellen tegen 4iTb hetgeen echter op een hoger bedrag uitkomt door bijkomende
kortingen. Dit kapitaal zal waarschijnlijk beschikbaar gesteld worden voor finan
ciering van de woningbouwmaar of 400 millioen voor het gehele land genoeg zal
zijn, wordt ernstig betwijfeld» Bergen op Zoom zal over 1957; wanneer men het ruim
raamt, ongeveer 10 millioen nodig hebben voor vaste leningen, althans voor lang
geld. Dat is voor woningbouw ongeveer 4,8 millioen, voor scholen 250.000 gulden,
voor aanleg van straten, rioleringen, bouwrijp maken van grond, voor woningbouw en
verlegging van het raccordement 2,6 millioen, voor reeds in uitvoering zijnde
werken van gemeente-bedrijven en voor de reeds in uitvoering zijnde aanleg van
het viaduct 1 millioen, samen ruim 8-§- millioen. Andere projecten die bij deze
door hem eerst genoemde 10 millioen behoren zijn, óm voorbeelden te noemen, heu
gemeenschappelijk administratiegebouw voör gemeentewerken en gemeente-bedrijven
en de brandweerkazerne, voor welke beide werken nog geen rijksgoedkeuring verkre
gen is, en nog enkele werpen'die waarschijnlijk niet die urgentie hebben als do
bestedingen zo juist genoemd» Er is goede hoop dat op een of andere manier na ze
kere tijd meer ruimte zal komen en het is wel zo - misschien zou men het een be
vredigend verschijnsel kunnen noemen - dat althans op de kasgeldmarkt enige meei-
dere ruimte is ontstaan.
De laatste tijd ziet men natuurlijk dat nogal eens de waarschuwen^# vinger
wordt opgestoken betreffende investeringen van lagere publiekrechtelijke organen,
'die inderdaad zeer grote investeringen hebben gedaan. Maar spreker gelooft dat
men niet mag vergeten dat juist bij de gemeente een zeer gróót deel van de in
vesteringen ten bate van het Nederlandse volk plaats hebben. Neem alleen maar de
'woningbouw. Hij zou dat willen demonstreren met het geval van Bergen op Zoom»
Men had hier per 1 januari 1956 een totale schuld van 32 millioen en daarvan
komt ongeveer 20 millioen voor rekening van de volkshuisvesting. Niemand zal toch
euvel kunnen duiden dat de gemeente op dit terrein bijzonder grote investeringen
verricht.
Spreker komt dan nu aan enkele punten die hij voor deze gelegenheid speciaal
heeft uitgestippeld.
Het grondgebied van Bergen op Zoom heeft geen wijziging ondergaan. Tegen
dat de tijd daar is om het havenplan tot uitvoering te kunnen bréngen-, heeft men
op het gebied van de naburige gemeente terreinen aangekocht. Dit betreft de
schorren op het- Noordland, liet ziet er ook wel naar uit, dat onderwijsinrichtin
gen, die eigenlijk in Bergen op. Zoom thuis behoren, een plaats moeten zoeken aan
de andere zijde van de gemeentegrens» "Laten we hopen", zegt spreker, °P
dit gebied binnen niet al te lange tijd een zekere ruimte verkregen wordt'1»
De bevolking van Bergen op Zoom bedroeg op 1 januari 1957 33869, zijnde^
514 meer dan verleden jaar» Deze toename is betrekkelijk klein, want het vorige
jaar had men een toename van 884 en het jaar daarvoor van 554» Wanneer men deze
toename analyseert, dan komt van de toename van 514 over 1956 voor rekening van
het vestigingsoverschot 58 en voor rekening van het geboorte-overschot 456. het
vestigingsoverschot is zeer gering in vergelijking met het jaar daarvoor, toen
dit bedroeg 356. Het geboorte-overschot is ook belangrijk minder. Het bedraagt
thans 456, vorig jaar 529, Dit zit niet in'het feit dat er meer mensen gestorven
zijn» Het geboortegetal bedroeg over 1956 758 tegenover 782 in het jaar daarvoor»
Spreker noemt 'hier wel wat veel cijfers, maar hij zou er toch nog een bij willen
voegen, namelijk het geboortecijfer per 1000 inwoners. Dat was in het afgelopen
jaar ook zeer'laag, namelijk 22,7 tegen 23,7 in Wet vorige jaar en 23,4 Wet
jaar daarvoor.
Ten aanzien van de werkgelegenheid en werkeloosheidmoet spreker dit jaar
Wederom opmerken dat de werkeloosheid Y/ederom gedaald is» Zoals rsed.s in he 0 a 1
gemeen opgemerkt, heeft de hoogconjunctuur zich ook getoond in dit cijfer. Volgens
de opgave van het Gewestelijk Arbeidsbureau bedroeg het gemiddeld aantal werke
lozen van de mannelijke beroepsbevolking in 1956 133 tegen in voorgaande jaren
respectievelijk 203 210 285 558 en 489» W® twee laatste jaren 1951
1952 zijn de jaren van de Korea-moeilijkheden.
Het grootste gedeelte van de arbeidende bevolking is hier in deze gemeente
wel ondergebracht in de metaalnijverheid, die ongeveer 4000 arbeidskrachten
telt en in deze nijverheid is nog steeds een tekort. Wanneer men ziet dat de