-17-
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming-wordt overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XIX* VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN BEDRAG VAN 5000.— TER SUBSI
DIERING YM CULTURELE UITVOERINGEN IN HET BELANG DER GEMEENTE
(Dos s"ïër*nr". 200 Q
(Verzameling 1957, nr. 5).
De heer RATSMA heeft hierop een kleine opmerking. Hij juicht het voorstel
ten zeerste toe. Hij ziet alleen dat er staat, dat twee maanden te voren de be
groting met toelichting moet worden ingediend bij de Raad, Hij neemt aan dat de
Raad de tekorten bekijkend een beslissing neemt, maar de voorwaarde luidt ooks
"wier uitvoering op behoorlijk cultureel peil staat". En nu vraagt spreker hoe
men zich voorstelt dat de Raad daarover zal oordelen als er een voorstel komt.
De heer HOUTMAN" meent dat de aard van de uitvoering toch wel bepalend kan
zijn of ze op een behoorlijk cultureel peil staat; het soort stuk en het gezel
schap.
De heer RATSMA meent dat dit kan tegenvallen.
De VOORZITTER neemt aan dat grensgevallen moeilijk te beoordelen zullen zijn
maar uiteindelijk meent hij toch wel dat deze zaak ,te regelen is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders besloten»
XX" VOORSTEL TOT HET AAN DE STICHT ING- VASTENAVEND TE BERGER OP ZOOM VERSTREKKER
VAN EEN'BEDRAG VAAT 1000TEU BEHOEVE VAH DE VIERING VAH DE VASTENAVEND
"(Dossier nr, 2<30 D),
(Verzameling 1957? nr, 22).
De h eer BUTIJN spijt het wel, maar hij kan zijn stem hieraan niet geven,Wan
neer men ziet de subsidie-aanvragen die de laatste tijd gekomen zijn, moet men
zijns inziens wel degelijk overwegen wat nodig is en wat niet nodig is. Wat is
verantwoord en wat is onverantwoord om er de belastingcenten van de mensen aan te
besteden? Wanneer men hier 1000,uittrekt om dit geld, zoals de aanvragers
zelf zeggen, te besteden onder de leuze "Agge mar leut et", dan gelooft spreker
dat daar geen enkel cultureel element in zit, maar dat het zuiver om het plezier
gaat en daar kan hij niet aan mee doen.
De heer VAN DOORN zegt dat hij van de bezwaren van de heer Butijn al kennis
had genomen bij de discussies over deze aangelegenheid in de Commissie van finan
ciën. Voor.zover deze bezwaren principieel zijn, zal spreker daartegen niet debat
teren, want een beginsel valt nu eenmaal moeilijk te bestrijden, maar wanneer de
heer Butijn het zo stelt, dat de belastingcenten van de mensen voor een dergelijk
minderwaardig doel worden gebruikt, dan zou spreker willen opmerken dat de belas
tingcenten die voor dit doel gebruikt worden, een gedeelte vormen van de belas
tingcenten die dit zelfde bedrijf aan de gemeente opbrengt, zodat men zich niet
bezwaard behoeft te voelen,als men daartoe neiging heeft,over het feit dat uit
de algemene belastinggelden geput wordt. De bijzondere bron van inkomsten welke
de carnaval voor de gemeente vormt, schept voldoende mogelijkheden voor het toe
kennen van deze subsidie. Spreker wil bovendien v/ijzen op de sympathieke beschei
denheid van de Stichting dit jaar, welke met het oog op de slechte financiële po
sitie van de gemeente zelfs geen continuering van de extra subsidie van vorig
jaar heeft willen vragen.
De heer BUTIJN verzoekt aantekening in de notulen dat hij tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders is»
onc.er hoofdelijke stemming -wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders besloten»
XXI- VASTSTELLEN TEN BEHOEVE YM DE BESTUREN DER BIJZONDERE
SCHOLEN V001i_CkL.0,..; V.G.L.O. EN U.L.0f IN DE GEMEENTE BERGEN OP ZOOM7
a* "VERGOED3HG."BED0ELD IN ARTIKEL 101 1e LID, DER L.O.
MT 19.20.,.. OYER HET
VM EET BEDRAG- VAH Ï)E Imi/sma pgg WETSARTIKEL OYER HET JAAR 1955 VOOR VER
GORDING UT AANMERKBTG KOMENDE UITGAVEN.
(Dossier nr, 211
(Verzameling 1957, nr. 23),
Zonder beraad.slaging- en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.