n -7- De vraag is nu: Hoe lost men dit op? Hij gelooft dat men daai" maar één ant woord op heeft, namelijk:"Wij weten het niet". Het is aan de centrale overheid om er een oplossing voor aan te geven» De kwestie van het kort geld omzetten in lang geld, waar de heer Butijn naar gevraagd heeft: Spreker meent dat de circulaire al beoogt hiertoe te komen. De mid delen die hiertoe aangegeven worden zijn: dat het gemeentebestuur zich maar te wenden heeft tot de betreffende Ministeries, die elk op hun terrein en op hun ma nier de gemeente in staat zullen stellen om aan geld te komen voor het financieren van de komende projecten. Door de heer Broekmans is gevraagd de zuivere lijn te bepalen. Hij zei:"Geef een zichtbare lijn aan voor de toekomst, in verband met de schaarste-planning". Spreker gelooft dat het zo is, dat de plannen die op stapel zijn gezet na de ja nuari- circulaire zijn te realiseren. Er zijn toen reeds alle mogelijke zaken afge voerd, waarvan het vast stond dat ze door de enorme geldschaarste toch niet te ver wezenlijken zijn. Hij denkt daarbij aan de brandweerkazerne, aan de sporthal e.d» Wat overgebleven is, zijn dingen die beslist noodzakelijk zijn te noemen. Dat wil niet zeggen dat andere zaken niet noodzakelijk zijn. Maar dat zijn toch de aller noodzakelijkste, Er moet naar gestreefd worden om wat na de vorige bespreking is overgebleven, via de aangewezen wegen, met lang geld te voltooien. Waar het van daan moet komen, weet hij niet, maar hij hoopt dat straks de Minister op een.gemak kelijke manier de weg zal aanduiden. De heer MUSTERS had slechts een enkele vraag. Hij heeft gelezen, hij weet niet of het in de circulaire was of in een dagblad, dat ook de grondaankopen, de gron den die moeten worden aangekocht voor het bouwen van woningen, aan beperkende be palingen onderhevig zijn. "Is dat juist?", vraagt hij» "Ja", zegt de VOORZITTER, De heer MUSTERS zou dan nog willen vragen of de bestedingsbeperking invloed zou kunnen hebben op de havenwerken» De heer BROEKMANS merkt op dat de Wethouder in zijn antwoord gesteld heeft dat het'met de touwtrekkerij in het verleden niet zo erg gesteld was. Hij zou dan in herinnering willen brengen dat- deze gemeente er - hij gelooft dat het in 1954 is geweest - met de woningbouw maar zeer pover is uitgekomen en door het touwtrek ken van andere gemeenten er maar beroerd aan toe is geweest. Er is daarvoor welis waar een bepaalde sleutel, maar deze is moeilijk te hanteren, let schaarste-plan ning bedoelt spreker niet wat voor de toekomst op stapel staat, maar een planning op langere termijn aan de Raad kenbaar te maken. Het lijkt hem dat dit wel gewenst is. De heer NIJSSEN is niet bevredigd met het antwoord van de Wethouder ten op zichte van degeijsers. Ook in de Commissie is deze zaak naar voren gebracht en ook de deskundigen waren' het er mee eens toen deze zaak naar voren werd gebracht dat dit een juist stelsel was. Door de Wethouder is gezegd dat het een kapitaal investering is, maar spreker ziet het als een voorraad-aanvulling. Men heeft.nog een bepaalde voorraad en men zou deze kunnen beperken door ze met enkele tiental len geijsers slechts aan te vullen» Dat dit niet boekhoudkundig juist zou zijn, zou hij kunnen weerleggen, maar dat zou hem te ver voeren en hij zal daar daarom thans niet verder op ingaan. Spreker vraagt niettemin het college, dit onder de aandacht te willen nemen. De heer DE JAEGER is met het antwoord enigszins tevreden en hij juicht toe wat reeds ten aanzien van het bejaardencentrum is gedaan. Het doet hem genoegen dat het reeds bij Burgemeester en Wethouders ter sprake is geweest. Spreker be treurt het echter dat dit plan niet eerder in de Raad ter tafel is gekomen en de voorbereiding zo lang geduurd heeft en hij zou willen concluderen, evenals in de vorige vergadering is gedaan ten aanzien van de Zanderijen, dat men de tijd voor bij heeft laten gaan. Ten tweede zou spreker het willen hebben over de moeilijkheid dat men met kort geld niet mag werken, maar leningen op lange termijn moet sluiten. Het ant woord dat hierop is gegeven aangaande de werkeloosheid heeft hem niet erg bevre digd. De Wethouder heeft o.m, gezegd: "De gemeente heeft daar weinig mee te maken". Bij spreker ligt nog vers in het geheugen de crisis 1933-1939. Wat een ellende en nood is er toen geleden, Er zijn weinig werkobjecten bewaard en hij zou het colle ge willen verzoeken tegen die-tijd zover te zijn dat verschillende werkobjecten ten uitvoer gebracht kunnen worden, waardoor de allerergste nood van de mensen die er mee in de penarie geraken kan worden gelenigd. De VOORZITTER zou naar aanleiding van de vraag van de heer Musters of de ha venwerken er onder vallen, willen mededelen dat alles er onder valt» laar in dat verband zou hij willen wijzen op wat de Wethouder gezegd heeft, dat voor belang rijke objeiten overleg mogelijk is met de Minister van Binnenlandse Zaken via Ge deputeerde Staten. In dat verband kan spreker ook mededelen dat volgende week een 't if!

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 189