-14-
kregen om een alleras.rd.igst kuipbad weg te zetten en men kan verwachten dat in de
toekomst in de omliggende gemeenten dergelijke aantrekkelijke badgelegenheden wor
den gemaakt5 zoals Hoeven er reeds een heeft, dat een hele zuigkracht uitoefent.
Hij meent dat dit in Roosendaal merkbaar is. Wanneer er in de toekomst meerdere
j^-rgelijke badgelegenheden komen, heeft een dergelijk groot project geen zin meer.
tïè'n behoeft thans niet te bekijken of in de toekomst de unieke mogelijkheid' niet'
bfstaat, maar men moet er wel rekening mee houden dat in de toekomst het plan defi
nitief kan worden.
Er zitten echter nog andere kanten aan vast. Het plan houdt namelijk ook in
dat er gemengd oeververkeer gaat ontstaan en omdat het plan pas volgend jaar gerea
liseerd kan worden is het de vraag; Hoe staat men momenteel tegenover gemengd oever-
verkeer?
Normaal, als het niet te warm is, is het oude zwembad wel voldoende, maar
een paar weken is het al bijzonder warm Y/eer en men ziet niet alleen hier, maar
overal, zelfs midden in Rotterdam in de Maas, dat alle mogelijke gelegenheden wor
den aangegrepen om in het water te duiken. Vorig jaar kon men zien dat het aan de
Halsterse dijk en aan de oude oesterput stampvol mensen zat, mannen en vrouwen door
elkaar, die er gaan baden. Hit Y/erd oogluikend toegestaan. Maar dit jaar is er een
kink in de kabel gekomen; de mensen die zich op de Halsterse dijk begeven-, worden;
"bekeurd. Er zijn vreinig gelegenheden om te zwemmen. Aan de Zeekant is de badgele
genheid weggenomen, doch momenteel heeft de bedrijvigheid zich verplaatst naar de
oude oesterput bij de jachthaven, Hat gaat dan wel. Het is zeer netjes, men zit
ep echter op stenen en'puin, maar men doet het er mee, Tfanneer er weer mooie dagen
of misschien een warm week-end komt, vraagt spreker of dan gemengd oeververkeer
niet oogluikend kan worden toegelaten.
"Waar?"vraagt de VOORZITTER.
"Bij voorbeeld aan de oesterput", zegt de heer NOORMAN,
He VOORZITTER deelt mede dat het gemeentebestuur daar niets te zeggen heeft.
He heer NOORMAN" vraagt of het dan ook- niet mogelijk is het de kant van Borg-
vliet uit oogluikend toe -te staan,
He heer BROEKMANS merkt op dat dit het derde plan is wat hem onder ogen komt
en het komt hem voor dat men er niet al te veel op vooruit gaat. Thans is het een
kwestie van noodzaak, maar dat neemt niet' weg dat deze noodzaak gekomen is op een
laanier die niet alleszins bevredigend is. Indertijd'is besproken en voorgesteld om
het gehele Zanderijenplan wat badgelegenheid betreft en restaurant in te passen
in een veel groter plan op het gebied van recreatie en meteen met een recreatie
oord aan de spits te komen staan, In dit Zanderijen-bad-recreatieoord - iets waar
door het college indertijd niet veel voelde, het ging om een basis-plan - zat bij
hém de vrees voor dat döor concurrentie van andere gemeenten het eigen plan zou
hunnen worden uitgehold., Het blijkt nu dat die vrees gewettigd was, omdat, zoals
hij thans van de Wethouder heeft gehoord, enige andere gemeenten plannen hadden
om tot recreatie te komen.
He gemeente Hoeven heeft binnen betrekkelijk korte tijd een aardig natuur
bad tot stand gebracht en spreker zou daarom in overweging willen geven om, nu
men. eindelijk toch een mogelijkheid ziet, het gehele geval een wijder perspectief
té geven.
Wat dit plan betreft, is hij het met de heer Asselbergs eens dat men er niet
^9 maar een-twee-drie zijn stem aan kan geven, als dit plan de effèctuering van
heit plan Heidelberg of mogelijk andere plannen in de weg zou staan, Haarom kan hij
eï met de heer Asselbergs in komen dat het van belang zou zijn contact op te nemen
met Gedeputeerde Staten om zekerheid te hebben dat realisatie van dit beperkte plan
het grote plan niet in de weg zal staan,
i De heer HOUTMAN wil beginnen een fout van zijn kant recht te zetten, waar de
heer Ratsma er op heeft gewezen dat het niet zo was dat er eerst het plan kuipba
den was, maar Y/el eerst het plan om in de bewuste kom te zwemmen. Men had inder
daad in de eerste plaats zwemkommen geprojecteerd.
Door de heer Asselbergs is gevraagdslloe zit het met het rapport van de inspec-
9"ar van de volksgezondheid, althans hoe zit het met de twee rapporten? Spreker
2öu er op willen Y/ijzen dat in het eerste rapport reeds gezegd wordt dat het uit
hygiënisch oogpunt geen bezwaar Y/as in het water van de Zanderijen te zv/emmen, omdat
eH, geen afvalwater in uitmondt. Wanneer men de brief van de inspecteur van de
v°lksgezondheid van. 20 juni 1955 nagaat, staat daar niet concreet in "het mag niet",
BRrre van dat» He inspecteur schreef toen;"Het is dan echter in verband met de vei
ligheid en de orde weer niet verantY/oord het Y/ater in zijn volle omvang als bad- én
pwenrv/ater "te doen gebruiken, zodat daartoe dan ook slechts uitsluitend een afgeba-"
"end gedeelte van dergelijk v/ater pleegt te Y/orden bestemd". Dat komt neer op de
Hief Y/elke thans ter tafel ligt. Bovendien schreef de inspecteurGezien de moder-
6 ontwikkeling van het zwembadY/ezen, Y/aarbij het baden en zwemmen tot een algeme-
116 volksbehoefte is geworden,en gezien het feit dat het steeds toenemend aantal