r het aanleggen van plantsoenen voorlopig achterwege te laten. Het uitbreiden van het aantal plantsoenen brengt mee dat uitbreiding van het aantal werklieden moet plaats hebben, Wanneer van de plantsoendienst op het ogenblik een verzoek zou ko men om werklieden aan te stellen in verband met de uitbreiding van de plantsoenen zal worden medegedeeld dat daartoe niet overgegaan wordt, maar dat men zal moeten |rachten het met de mensen waarover men beschikt klaar te krijgen, Uitbreiding Wordt daarom achterwege gelaten en het dagelijks bestuur zal wel voorkomen dat de post voor 1957 weer moet verhoogd worden.. De heer DE JAEGER zegt dat hij over het gebruik van de auto van het gemeen tebestuur niet zou hebben gesproken wanneer er niet bij had gestaan dat het hoofd zakelijk voor het gebruik van de auto is» En dat vindt hij wel wat veel. Nu kan de Wethouder het wel voorgeven zoals hij het ziet, maar spreker brengt het naar voren zoals hij het ziet» Hij vindt het voor alle autofs gewenst dat er een werk boekje komt. Men zal er hier beslist geen primeur mee hebben, vele gemeenten heb ben een werkboekje in hun auto!s liggen. De heer NOORMAN' doet het genoegen dat de heer de Jaeger met deze opmerking is gekomen» Spreker - heeft geen bepaalde gemeente op het oog, maar hij weet wel dat er bij de rijksoverheid geen enkele wagèn rijdt of er is inderdaad een werk boekje in en daar wordt iedere rit ingevuld, met de begin-kilometerstand en de pind-kilometerstand. Dat heeft niets te maken met de kwestie van wantrouwen,maar met een efficient beheer van de goederen vah de overheid. En wat voor de rijks overheid geldt, geldt net zo goed voor de gemeentelijke overheid. Het is een sim pele zaak en waar het hij de rijksoverheid kan gebeuren, ziet hij niet in waarom ,het bij de gemeente niet mogelijk is, Of het strikt noodzakelijk is, ken. hij moeilijk beoordelen, maar hij gelooft dat de noodzaak niet eens een rol speelt» Het lijkt hem een gelukkige gedachte voor de gemeente-wagens een kaart-registratie te hebben van het gebruik. Hij is het wat dat betreft met de heer de Jaeger eens». De heer MUSTERS zou naar aanleiding van het gesprokene door de heer Haver- mans wel iets willen zeggen. Hij zou dan willen zeggen dat er op het ogenblik, volgens de opzichter, te weinig personeel is en op de tweede plaats dat men alles niet kan onderhouden. Er zijn op het ogenblik te veeltuintjes en plantsoenen aangelegd en de toestand daarvan in de-nieuwe buurten is gewoon hopeloos. Dat is echter niet de schuld van de opzichter en van de-mensen, maar er zijn te veel tuinen die onderhoud nodig hebben en geen mensen. Het is echter zo, wanneer men iets aanlegt, moet men het ook onderhouden. Spreker heeft tuintjes gezien waar het gras veel te hoog staat, maar het kan wegens gebrek aan personeel niet ge maaid worden. Spreker weet niet of de idee nog doorgaat om een wedstrijd te hou den voor tuintjes, maar hij zou willen adviseren dit niet te doen, daaï men dan weinig succes zou hebben. Dat de post overschreden is daar blijft hij buiten. "Maar", zegt spreker, "laat men liever geen plantsoenen aanleggen wanneer men ze niet kan onderhouden. Als men plantsoenen aanlegt, moeten deze ook onderhouden worden en dan moeten er absoluut meer mensen komen". De heer HOUTMAN zou nog even willen terugkomen op de opmerkingen van de he ren de Jaeger en Noorman. Uit het betoog van de heer de Jaeger had hij begrepen dat hij speciaal doelde op de wagen van het dagelijks bestuur van de gemeente. Dit is blijkbaar niet zo door alle Leden aangevoeld, omdat de heer Noorman er op inhaakt en spreekt over een werkboekje in alle wagens van de gemeente» Spreker zou hierop willen mededelen dat men al jaren werkt met werkboekjes in de wagens van de gemeente, Hoe zou men anders bij de dienst van openbare werken de kosten kunnen berekenen voor de objecten waarin dienstwagens betrokken worden? Die kos ten worden berekend aan de hand van de werkboekjes» Bovendien zijn op de wagens van de reinigingsdienst tachografen geplaatst, niet zo zeer voor het aantal ki lometers maar voor diverse andere gegevens die hieruit kunnen worden afgeleid en berekend. Het is zeker belangrijk om op deze wijze een inzicht te krijgen in de dienst. Er is alleen een uitzondering op de wagen van het dagelijks bestuur van de -gemeente, maar de overige wagens zijn voorzien van een werkboekje, waarin pre cies de gegevens omtrent' vertrek'en aankomst, kilometerstand en waarheen de reis is geweest, genoteerd staan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig de voorstellen XIV tot en met XIX van Burgemeester en Wethouders besloten» De VOORZITTER verleent hierna het ïroord aan Wethouder -Houtman om een mon deling rapport uit te brengen over de Zanderijen. De heer HOUTMAN begint met. te wijzen opde tijdnood waarin het college is komen te verkeren. Onmiddellijk na de vorige Raadsvergadering en na de daarop volgende vergadering van Burgemeester en Wethouders, is advies ingewonnen bij de heer Trines, de inspecteur van de volksgezondheid» Men kon echter moeilijk

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 173