-3- Be heer MUSTERS zou iets willen vragen ten aanzien van punt n. Baarin wordt de suggestie gedaan om een soort commissie te vormen. Hij heeft in de stukken geen enkele mededeling gezien of Burgemeester en Wethouders daarop reageren. Spre ker zou willen vragen, of het college van plan is daarop in te gaan. A VOORZITTER meent dat het voorstel inhoudt dat Burgemeester en Wethouders ij-iet van plan zijn daarop in te gaan. Zij stellen namelijk voor het stuk voor ken hisgeving aan te nemen, Be heer HOUTMAN zegt dat naar aanleiding van deze circulaire door Burgemees ter en Wethouders Besloten is de Raad voor te stellen dit voor notificatie aan. te nemen, op grond van het feit dat de materie welke in de circulaire wordt Behan deld in Bergen op Zoom niet voorkomt en dat het niet te verwachten is dat zich dit in de nabije toekomst zal voordoen. Mocht het zover komen, dan zijn Burge meester en Wethouders Bereid naar aanleiding van deze circulaire te Bezien of de samenstelling van een commissie voor dit onderwerp in deze gemeente noodzakelijk is. Be heer MUSTERS meent dat het dan wel eens te laat kan zijn. Men heeft de ellende ook vroeger meegemaakt en gezien dat het Beter was geweest dat de commis sie er op tijd was gekomen. Als het eenmaal nodig is, dan is de instelling van een commissie misschien te laat» Be heer HOUTMAÏT zegt dat, als de heer Musters de circulaire goed gelezen heeft, hij heeft kunnen ontdekken dat het een heel andere methode en een heel an dere materie is dan hij Bedoelt» Als spreker goed Begrepen heeft, doelt de heer Musters op de tuinders-onteigeningen. Be heer MUSTERS wijst op punt 5 van de circulaire en hij meent dat het daar om van Belang is met deze groep ten volle rekening te houden. Hij zou willen zeg gen? Y/at is er op tegen om een commissie te Benoemen? Be heer HOUTMAN meent dat, wanneer het niet nodig is, men toch geen commis sie in het leven gaat roepen. Men zou hier een commissie in het leven gaan roe pen en gaan installeren welke over de nodige jaren misschien in werking zou kun nen treden. Het gaat primair om winkels, dat is het kardinale punt en daarnaast kunnen Bedrijfsruimten meespreken» Maar waar er in de verre toekomst geen sprake ps voor deze gemeente dat hiermee moeilijkheden ontstaan, heBBen Burgemeester en Wethouders gemeend niet te moeten voorstellen over te gaan tot het instellen van een commissie, welke geen werkzaamheden zou heBBen» "Misschien wel en misschien niet", meent de heer MUSTERS, Be VOORZITTER zegt toe dat, wanneer deze zaak aan de orde komt, Burgemeester -en Wethouders zullen teruggrijpen op deze suggestie en hiermee Bij de Raad zullen komen. Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de stukken a tot en met o voor ken hisgeving aangenomen» BT TE BERGEN OP ZOOM VERKOPEN VAN ÏBDSTRAAT in. VOORSTEL TOT HET- AAIT W, VAN R IE SEN-SCHOBT: EER PERCEEL BOUWTERREIN," GELEGEN AAN Bë" Zi Bossier nr41 B-*4T) Verzameling 1957? nr, 1 *10 Zonder Beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders Besloten, IVVOORSTEL TOT HET ONBEWOONBAAR -VERKLAREN VEU BE Y70NING PUB-BORG-VLIET HO. 14. ^Dossier nr. 132 B)V (Verzameling 1957s nr, 109). Zonder Beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders Besloten. V. VOORSTEL TOT HET BOUWEN VAN EEN BEJAARLENCENTRUM OP MN. N0"ÖRBZIJBE "ZOOM EN BE EXPLOITATI TUSSEN MOERSTRAATSEB-" GEN EN AANVAARBEN VAN BE VOOR EEN TREAT. TERREIN, GELEGEN TOT HET AANVRA- BIT BE JAARBEN CENTRUM NOOD ZAKELIJKE RIJKSSTEUN .Bossier nr. vVerzameling 1957j nr» 119)» Mevrouw JUTEN-VAN AS merkt op dat het dan thans zo ver is dat de gemeente zich kan verheugen op de totstandkoming van een mooi Bejaardencentrum. Bat het verzorgingsonderdeel is komen te vervallen vindt zij jammer, maar daar heeft men zich Bij neer te leggen. Spreekster-.meent gelezen te heBBen dat ook de was serij-afdeling komt te vervallen» Bat zou zij echter afkeuren, want zo iets vindt zij grote noodzaak. Y/at gaat men dan krijgen, vraagt zij zich af. Bat in de Beperkte ruimte waarover men Beschikt, men gaat wassen en knoeien en dat men de ene dag van die en de andere dag van die de Tiras Buiten ziet hangen. Bat kan het aesthetisch schoon niet ten goede komen»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 167